Bestaat afscheid nemen?
We zijn al een tijdje onderweg, ik zie Witberg al in de horizon omhoog reizen. We komen langs een rivier, waar we altijd langs gaan. Ik ga er deze keer weer eens vissen heb ik al zo lang niet gedaan. Sparkle zit in een mandje aan het zadel, ze werdt moe dus we moesten voor haar stoppen en we zijn onderweg nog langs de noordere stam geweest en die vroegen of we iets kwamen eten en natuurlijk kon mijn vader dat niet weigeren. Daardoor zijn we wat tijd verloren, ookal was het wel leuk om even met Chanchan te praten, maar we hebben een regel dat we voor dat het donker wordt boven op de berg zijn. We hebben veel regels, regels die we met de zuidere stam hebben gemaakt, zodat we wel 's ochtens rond kunnen lopen, maar 's avonds is het rijk van hun en gelden hun regels. We zijn wel eens bijna door hun aangevallen, daardoor de regels. "Oke, we moeten nu echt opschieten." zegt mijn vader. We geven de paarden de sporen en we gaan galoperen. Mijn vader zit in zijn wolf vorm en rent voor ons uit. Ik hoor dat er iets of iemand achter ons aan rent. Ik kijk achterom tegelijkertijd met Luna. "DE ZUIDERE STAM." Schreewt mijn zusje. Ik kijk weer vorm me en zie dat de zon al onder is. Ik geef Mesila nog een keer de sporen waardoor ze nog sneller gaat rennen. Het voelt altijd zo fijn om op haar te rijden, het voelt net alsof je op een veertje zachtjes naar benden daalt. Opeens zie ik een paar veren voorbij vliegen. Hoe kan dat nou? En iets gouds het glinsterd. Opeens krijg ik een klap tegen mijn gezicht. "Mia, Mia alles oké, je was even van de wereld." zegt mijn zusje met een angstige stem. "Ik van de wereld?" Mijn zusje knikt. Ik kijk weer voor me en zie dat we al bijna op de top van Witberg zijn, het begint te sneeuwen. Als je mooie sneeuw wil zien moet je hier komen, de sneeuw hier is witer dan het aller witst, en het voelt zo zacht aan. Ik zie een houtenpoort verschijnen waar opstaad: Teretorium van de familie Wolf. We racen er voorbij, waardoor ik mesila laat stoppen. Ik stap af en zie de wolven boos voor de poort staan. "Luna, kun je Mesila naar de stal brengen en afzadelen." "Ja, zal ik doen." Ik verander in mijn wolf vorm en ga voor de poort zitten, mijn vader komt naast me zitten in zijn wolf vorm. De alfa koning van de zuidere stam komt voor ons zitten. "Toch weer heel huis thuis gekomen, tuttut dat is toch jammer." Mijn vader begint te grommen, waardoor de alfa koning Ookwel genaamt Candro oom begint te grommen. Candro is een grijs zwarte wolf, en heeft witte oren en een witte staart. "Schat, ze hebben de kippen weer eens opgegeten." zegt mijn moeder met een zuchtje. Mijn vader kijkt nu echt woedend. "JE HAD BELOOFT OM DE KIPLEN NIET MEER OP TE ETEN CANDRO." "ach broeder niet zo schreeuwen, maar inderaad ik heb wat kippen opgegeten, MAAR JIJ HAD BELOOFT OM VLEES VOOR INS NEER TE LEGEN, DAT WAS DE REGEL. WIJ VLEES JULLIE JULLIE KIPOEN HOUDEN." Mijn vader en Candro beginnen nu woedend op elkaar te grommen. "KAPPEN." Meteen is iedereen stil. "Pap ga jij maar even binnen kalmeren." Mijn vader zucht, maar loopt toch naar ons stenen huisje, hij verandert weer in een mens en gaat naar binnen. Ik richt me nu weer op de andere roedel. Ik loop naar een groote ton en pak er een paar groote stukken vlees uit en gooi ze naar de zuidere stam. "Gelukkig ben jij de wat slimmere van deze familie." zegt Candro met een zuchtje. "Candro, beloof je nu dat je de kippen niet meer op eet, dan zal ik mijn vader herineren dat hij vlees moet neer leggen wanneer wij weg gaan." Ik zie hoe Candro na denkt, het is vast een moeilijke beslissing voor hem, en voor zijn roedel. "Goed dan, maar ik doe het voor jou, maar ik zou maar naar dat paard van je toe gaan, dan zal ik vertrekken." Ooh ik was Mesila helemaal vergeten, ik verander weer in mijn mensen voor zeg de zuidere stam varwel en ren naar de stallen. Mesila ligt in haar stal en lacht naar me, ik ga bij haar ziten en zucht. "Mia, het is oke." Ik zucht weer. " Waarom moet je gaan Mesila." "Nou, ik zal eigenlijk niet echt weg gaan." Ik kijk haar raar aan. Opeens begint ze licht te geven, het is zo vel waardoor ik mijn ogen dicht moet doen. Ik open mijn ogen weer en zie, Niemand. "Mia, buiten." Het is Mesila's stem, ik ga zo snel als ik kan naar buiten, wanneer ik buiten kom sta ik met open mond te kijken. Daar staat een prachtige witte pegasus met een gouden hoorn, op haar vacht zitten alleen nog wat grijze stipjes. Dan dringt het tot me door, het is mesila. "M-mesila ben jij dat." "Ja mia, ik ben het." Ik ren naar haar toe en knuffel haar. "Maar ik moet gaan Mia, tot een andere keer Mia, eerst maar varwel." Ik zie haar weg vliegen, ze verdwijnt achter een wolk. "Tot een andere keer Mesila." de deur gaat open. Mijn ouders en mijn zusje komen naar me toe lopen. Mijn moeder komt tegen me aan staan en knuffelt me. "Ze is nu een van Xentia's nieuwe opvolgers." Ik zucht zachtjes. "Ze is bij de gouden pegaeenhoorn, daar hoort ze thuis.
Het is een lang hoofdstuk. Vonden jullie het leuk? Dit hoofdstuk leek natuurlijk op zo'n xl hoofdstuk, maar dat was niet de bedoeling XD. Het zijn maar liefst 937 woorden (。ŏ_ŏ). Dat zijn er heel veel.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top