Hoofdstuk 23
Het was een prachtige dag om jarig te zijn. De zon scheen door de gigantische ramen aan het einde van Evelyns vertrekken. Hij belichtte de planten die de kou van de afgelopen tijd overleefd hadden, want van de wilde bloemen was weinig meer over. Aan de andere kant van het kasteel waren de inwoners van Hill druk bezig met het opstarten van de dag wist Evelyn. En in de weides liepen de paarden met hun wintervachten te grazen. Ook dat kon Evelyn niet zien, tenminste, de paarden kon ze in de verte wel zien, maar ze kon niet zien dat ze hun wintervacht al hadden gekregen. Dat wist ze.
Kortom, een prachtige dag om jarig te zijn. Dan was het maar goed dan het vandaag ook Evelyns verjaardag was. Ze zou vanavond elf worden, een heuse mijlpaal in Nista. Kinderen die hun elfde verjaardag gehaald hadden, waren niet meer vatbaar voor de meeste dodelijke kinderziektes. Elf was de leeftijd waarop plattelandskinderen echt begonnen te tellen. Doordat ze minder vatbaar waren voor kinderziektes werden kinderen die in afgelegen gebieden woonde op hun elfde ingeschreven. Dat vond niemand vreemd, want de kans was soms wel 80% dat een kind overleed aan een ziekte voor zijn of haar elfde verjaardag.
Evelyn was natuurlijk bij haar geboorte ingeschreven in de registers van het bestuur van Hill, net als veel andere kinderen van rijke families. Zij hadden al veel minder kans om kinderziektes op te lopen, waardoor het eigenlijk zeker was dat die kinderen hun elfde verjaardag haalde. Maar alsnog bleef elf, ook in de rijke families, een mijlpaal in een leven.
Meestal kregen kinderen een speciaal cadeau voor hun elfde verjaardag. Ave had bijvoorbeeld een eigen spinnewiel gekregen, daarvoor gebruikte ze altijd die van mevrouw Morgan. Evelyn had gehoord dat kinderen van het platteland soms sieraden of dingen die ze in hun dagelijkse leven vaak gebruikte, maar nog niet zelf hadden kregen. Evelyn was benieuwd wat zij van haar ouder zou krijgen. Ze had al een pony, sieraden en een pen met haar initialen erin gegraveerd gekregen en ze wist niet wat ze nog meer zou kunnen krijgen.
'Evelyn! Kom je je aankleden?' vroeg May aan Evelyn. De prinses had even moeten wachten op het bankje in de gang, want May wilde haar jurk in de rustkamer zetten voordat Evelyn hem zag. De oude vrouw had verteld dat hij prachtig was en echt iets voor een elfjarige. Dat betekende waarschijnlijk dat hij niet roze was en niet zo veel glitters had, maar dat maakte Evelyn nu niet meer zo veel uit.
De prinses stond op en liep naar May toe die naast de deur van haar rustkamer stond. Ze probeerde langs haar kamerdame naar binnen te kijken, maar kon niets van de jurk onderscheiden. Pas toen May opzij stapte kon ze de jurk goed bekijken.
Hij was dieppaars en kwam waarschijnlijk tot halverwege Evelyns onderbenen. De stof glimde en zag er ongelofelijk duur uit. De mauwen ware lang, maar het onderste deel was van een andere stof, waaruit Evelyn opmaakte dat er handschoenen bij hoorde. De hals eindigde hoog in beige kant, wat ook de onderkant van de jurk sierde. Hetzelfde beige zat in de taille waar een ceintuur met een grote strik de jurk sierde. Toen Evelyn naar de tafel met haar spiegel keek zag ze dat daar een paar beige handschoenen, een grote beige hoed met nog een strik en een dieppaars tasje lagen.
De jurk was inderdaad precies volgens de laatste mode voor meisjes van Evelyns leeftijd. Ave droeg dit soort kleren al wel eens vaker, maar Evelyn vond het niet zo mooi. Zij droeg liever vrolijke jurken met meer laagjes en zonder gigantische strikken en hoeden. Evelyn was van mening dat de mode niet wist wat ze met tienermeisjes aanmoesten, de kinderen die tussen de vrolijke jurkjes met laagjes en glitters en de prachtige, deftige, statige en volwassen jurken van de dames zaten, dus lieten ze die maar de kleren van oude dames die naar de kerk gingen dragen.
'Het is niet helemaal jouw stijl, is het niet?' vroeg May toen ze Evelyn naar de jurk zag kijken. May zocht meestal Evelyns kleding uit, dus zij wist als geen ander wat Evelyn mooi vond en fijn vond zitten. De prinses wist dus ook bijna zeker dat May deze jurk niet voor haar had uitgekozen, daar kende de oude vrouw haar veel te goed voor.
'Nee, niet echt' antwoordde Evelyn. Je moest haar niet verkeerd zien, dit soort jurken stonden Ave en verschillende andere meisjes prachtig, maar Evelyn vond het bij zichzelf gewoon helemaal niets. Het lijfje kriebelde vaak en ze kon zich er niet goed in bewegen. Het was gewoon helemaal niets voor haar.
'Ik moest van je ouders deze jurk voor vandaag laten maken. Ik weet niet wat je ermee gaat doen, maar ik denk dat je de stad in gaat. Waarschijnlijk naar het rijke deel. Maar omdat ik weet dat je het niet fijn vindt, zo'n jurk, heb ik geprobeerd hem met een paar aanpassingen fijner te maken' legde May uit. Evelyn knikte, ze wist dat ze in de rijke buurt van Hill als een voorbeeld qua stijl werd gezien en daarom werd er van haar gevraagd zich via de laatste mode te kleden.
'Ik probeer hem wel, het is maar voor een dagje' zei Evelyn. May glimlachte naar de prinses, het meisje dat ze praktisch opgevoed had. Haar dappere, stoere en lieve Evelyn. De oude vrouw had wel verwacht dat de prinses de jurk aan ging trekken, ze had zelfs gedacht dat ze ongeveer zoiets zou gaan zeggen als Evelyn zojuist had gezegd.
'Prima, dan helpen deze twee dienstmeisjes je met aankleden' zei May terwijl ze naar twee jonge vrouwen wees die in een hoek van de kamer hadden gestaan. Omdat May al erg oud was kon ze Evelyn met een boel dingen niet meer goed helpen. Daarom had ze steeds vaker de hulp van enkele dienstmeisjes ingeschakeld. Die meisjes zagen het als een eer om de prinses te helpen en daarom koos May steeds weer twee andere uit. Nu was het ook zo dat Evelyn zich de laatste tijd prima zelf aan kon kleden als May er niet was, zelf de ingewikkeldere jurken kreeg ze aan.
Evelyn liet zich gewillig aankleden. Ze deed precies wat de dienstmeisjes van haar vroegen en binnen de kortste keren was de jurk aan en kon May met de accessoires beginnen. Toen de schoenen, hoed, handschoenen en het tasje ook klaar waren, zag de prinses er zeer ongelukkig uit. Ze voelde zich niet zichzelf in deze kleding.
'Ach meisje toch' zei May en ze gaf Evelyn een knuffel. 'Je hoort eigenlijk kleding die je leuk vindt aan te hebben op je verjaardag. Maar ik kan de wens van je ouders niet veranderen' voegde de oude vrouw eraan toe. Evelyn vond het fijn dat May medelijden met haar had, maar ze had liever gehad dat ze oude vrouw er ook iets aan had kunnen doen.
'Wanneer moet ik beneden zijn?' vroeg Evelyn aan May. Ze probeerde dapper te klinken, maar een echte verjaardag was het niet. Er stond voor vandaag gelukkig niet veel op het programma. Evelyn zou vanochtend haar cadeaus krijgen tijdens het ontbijt en daarna had ze tijd voor zichzelf tot het diner, waarbij een boel edelen uitgenodigd waren. Maar May had al gezegd dat ze misschien met deze jurk door de stad ging rijden.
'We zullen zo meteen wel moeten vertrekken' antwoordde May. Evelyn knikte en ze ging op har stoel zitten. Door de nare vorm van de jurk ging ze onnatuurlijk rechtop zitten. Als ze dat te lang vol ging houden was ze binnenkort stijf, maar de jurk liet haar gewoon niet lekker zitten. Ze zou na het ontbijt deze jurk snel uittrekken en gaan paardrijden met Forel. Dan nam ze een lunch mee en bleef ze weg tot het diner, om van haar vrijheid te genieten en even niet opgesloten te zitten in deze jurk.
Even later begeleidde May Evelyn naar beneden. Ze liep ook stijf en alles aan hoe de prinses stond of liep zag er oncomfortabel uit. Alleen het ontbijt, dan mag hij weer uit, hield de prinses zichzelf voor. Dat zorgde ervoor dat ze de gevangenis van een jurk overleefde.
Het ontbijt verliep verbazingwekkend soepel. Evelyn zat dan wel stijf, maar ze at gewoon lekker haar buik vol van al het verjaardags eten dat voor haar op de tafel stond. Het was weliswaar minder dan toen ze zes werd, maar Evelyn wist goed hoe ze alles moest proeven.
Na het ontbijt liep ze achter haar ouders aan naar haar cadeaus toe. Evelyn had geen idee wat ze zou krijgen, haar ouders hadden geen enkele hint losgelaten. Wel liepen ze naar buiten door de ingang aan de voorkant, die uitkwam op het stadje Hill. Daar was weer een markt losgebarsten, want naast zaterdagen en dinsdagen was er ook op feestdagen altijd een markt ik Hill. Geen enkele koopman liet de kans voor een markt in de hoofdstad van Nista gaan.
Toen twee lakeien aan weerszijden van de deuren de grote voordeur van het paleis van het slot haalde, zag Evelyn was haar cadeau was. Aan de onderkant van de trap die naar de ingang van het paleis liep stond een rijtuig, waarvoor een kleine gevlekte pony liep. Forel.
'Gefeliciteerd met je verjaardag, Evelyn' zei de koningin terwijl ze naar het rijtuig wees. Het was niet zo'n luxe ding als de prinses altijd met haar ouders in zat, maar Evelyn had wel haar eigen koetsier. Evelyn liep langs haar ouders naar het rijtuig. Ze liep eerst naar de voorkant, om Forel te aaien. Toen ze de pony aanraakte voegde dat vertrouwd aan, alsof ze straks gingen rijden in plaats van dat ze met deze vreselijke jurk in haar eigen rijtuig ging zitten.
'We gaan een rondje door Hill rijden, door drukte moeten we de marktstraten vermijden, maar het wordt alsnog mooi' zei de koning, die ondertussen achter Evelyn was komen te staan. Evelyn knikte en liet haar pony weer los. Ze wist dat ze haar kleding nog wat langer moest dragen en waarom ze die had aangekregen. Haar ouders wilde in de mode houden wat in de mode was.
Haar vader gaf Evelyn een hand toen ze in het rijtuig stapte. Evelyn ging zitten en probeerde het zichzelf zo comfortabel mogelijk te maken. Toen ze goed en wel zat gaf de koetsier aan Forel het teken om weg te stappen. Achter Evelyns rijtuig stond dat van haar ouders, waar de koning, koningin en Endrew instapte. Evelyn vroeg zich nog even af of de koetsier wel goed voor haar pony was, maar toen ze bedacht dat dit zijn beroep was, was ze gerustgesteld.
Eenmaal de hekken van het paleis uit reden ze zonder omwegen naar de rijke buurt van Hill, waar Ave en Alice woonde bijvoorbeeld. Een boel edelen van andere eilanden hadden hier ook een huis waar ze verbleven als ze op Oasis Eiland waren. Het was de allerrijkste en meest verzorgde buurt van heel Nista. Er was nergens iets te zien dat op zwervers, afval of andere oneffenheden in het rijke landschap leek. Overal waren glanzende witte huizen en op straat speelde kinderen in dure kleding, vaak in het wit. Maar dan niet gewoon wit, smetteloos wit. Deze kinderen hadden waarschijnlijk bijna nooit een modderpoel gezien en als ze dat wel hadden zouden ze er waarschijnlijk met een grote boog omheen lopen om hun kleding schoon te houden.
Ondertussen zwaaide Evelyn vanuit haar rijtuig braaf naar iedereen op straat en achter de ramen van de gigantische huizen. Ze zag de kinderen naar haar kleding kijken, en ook de volwassenen. Maar misschien zag ze dat alleen omdat ze wist waarom ze deze kleding aan had, of misschien beeldde ze zich het alleen maar in.
De prinses zag enkele meisjes van haar leeftijd dezelfde soort jurken dragen als zij nu aan had. Eentje leek er net zo oncomfortabel in als Evelyn, maar de andere twee leken het er prima in te doen. Misschien lag het aan je postuur, dat ene meisje leek wat steviger gebouwd dan de anderen en Evelyn was ook niet slank gebouwd. Eigenlijk kon het Evelyn niet schelen, ze wilde het liefst gewoon wat anders aan. Voor haar en voor dat meisje.
Het was heel duidelijk wanneer ze de rijke buurt uitreden. De huizen waren bruin, de straat minder netjes getegeld en er lag afval en takken op straat. Nog steeds waren deze huizen prachtig en zeker erg duur, maar je zag dingen die je in de rijkste buurt niet zag. Steegjes met vuilnisbakken bijvoorbeeld, of een sloot vol met afval.
Evelyn wist dat ze in een groot huis woonde, het kasteel was bijna net zo groot als de haven van Hill en met de tuinen was het zo groot als Hill zelf, maar alsnog vond ze dit grote huizen. Ze had een goed inzicht in wat grote of juist kleine huizen waren voor een middenstander in Hill. Deze waren zeker groot en genoten van luxe zoals warm en stromend water, schuilkelders en verlichting die de armere van Hill niet tot hun beschikking hadden.
Dat was duidelijk toen ze door de veel smallere straatjes van de armste wijken van Hill reden. De middenstandersbuurt konden ze niet bekijken door de markt, die voornamelijk rond de hoofdweg van de haven naar het paleis zich bevond. De koets met Evelyn erin reed zo snel mogelijk door de smerige straatjes met wezen, zwervers, veel afval en smerige straten.
De prinses kreeg ook de opdracht om niet meer te zwaaien tot ze bij het kasteel waren. Dat snapte Evelyn niet helemaal, want dit waren toch de meest ontevreden burgers, moesten ze daar niet vriendelijkheid naar tonen? Maar ze deed van er van haar gevraagd werd.
Ze zei niet eens gedag tegen haar ouders, maar rende meteen naar haar kamers waar May met twee bedienden klaarstond. Op een stoel lagen Evelyns paard rijkleding en ze glimlachte breed. Ze had het gehaald en hoe langer ze de jurk aan had, hoe minder erg ze het begon te vinden. Evelyn vond het ding niet minder lelijk, maar ze begon het drukkende gewicht va de jurk minder te voelen.
'Ik denk zo dat prinses Evelyn het niet zo erg zou vinden om omgekleed te worden' zei May tegen de dienstmeisjes. Meteen trokken ze met alle gemak van hun handige vingers de jurk uit en haar paard rijkleding aan.
'Ik ben op tijd voor het diner weer terug' verzekerde Evelyn May voordat ze de deur uitdansde. May keek haar glimlachend na. Dat was haar meisje, haar vrolijke, dappere en prachtige meisje. Ze had de jurk die ze verafschuwde vol gehouden en nu zou ze gaan rijden met haar favoriete pony.
Forel was nog niet helemaal afgetuigd toen Evelyn aankwam. Ze aaide haar pony en vertelde de stalhulpen dat ze hem mee naar buiten zou nemen. Eigenlijk mochten ze de prinses niet tegenspreken omdat ze een veel hogere rang had dan hen, maar toch wilde ze dat Evelyn beloofde om niet te ver en te hard met hem te gaan.
'Ik ga een stukje stappen en dan gaan we gewoon uitrusten. Ik blijf wel tot in de middag weg, maar we zullen rusten' beloofde Evelyn. Natuurlijk hadden de stalhulpen gewild dat Forel nu naar zijn stal of de weide ging, maar ze konden niet verder tegen de prinses in gaan en ze wisten ook dat Evelyn goed was voor haar pony.
Evelyn reed, zoals ze beloofd had, in stap naar de heide. Ze had geen enkel moment gedraafd en Forel zijn eigen tempo laten bepalen. Ze liepen een stuk over de heide tot de prinses een mooie plek vond om hun lunch te eten. Zelf ging ze op een pol heidegras zitten terwijl ze Forel op een stuk gras naast haar liet grazen.
De wind blies haar losse haren naar achteren en toen Evelyn achter zich keek zag ze dat er met Forels manen en staart hetzelfde gebeurde. Het was zo mooi met de koele herfstzon die de heide bescheen. De prinses barste plotseling in huilen uit. Omdat het zo prachtig was, maakte ze zichzelf wijs. Maar er zou niemand zijn die dat geloofde, zelfs zijzelf niet.
Evelyn begon steeds meer te begrijpen hoe zwaar het was, hoe zwaar prinses zijn was, hoe zwaar koningin zijn was, hoe zwaar bekend zijn was, hoe zwaar het leven was. Deze verjaardag was niet zoals ze verwacht had, maar ze besefte dat het gewoon een kijkje in de toekomst was. Ze moest denken aan de duidelijke overgang van de rijkste naar de minder rijke buurt. Er waren altijd mensen die minder tevreden waren, mensen die minder rijk waren mar droomde van een huis in de rijkste buurt.
Ze zochten dan iemand om dat op af te reageren, en daar heb je het gevaar van macht. Het was een zwaar besef en het was een nog zwaarder besef dat Evelyn al vanaf haar geboorte een macht had gehad en daar nooit vanaf zou komen. Er waren echt mensen daarbuiten die haar weg wilde hebben, die haar helemaal niets vonden. Ondanks dat Evelyn nog nooit iets gedaan had.
Het bekend zijn werd de prinses te veel en dat huilde ze eruit, wat ze zichzelf ook zo hard probeerde wijs te maken. Hoe prachtig het koninklijk paleis dan ook leek, hoe groot, duur en glimmend het dan ook was, er lag een duistere kant.
Haar lunch was ondertussen helemaal nat geworden van haar tranen en geplet door haar handen, maar ze at stug door. Haar make-up zal straks ook wel opnieuw moeten, waarschijnlijk zag haar gezicht er niet uit. Nat, met uitgelopen make-up, rood en met haren die er bleven plakken.
De prinses stopte de laatste hap van haar lunch in haar mond wanneer Forel begon te hinniken. Evelyn keek om en zag haar pony alert met zijn hoofd omhoog en zijn oren bewegend, om iets te zoeken. Hij moet iets gehoord hebben, Evelyn had niets gehoord, maar paarden zijn vluchtdieren en dus altijd waakzaam.
Voorzichtig staat Evelyn op en loop ze op Forel af. Onderweg raapt ze een stevige, dikke tak op. Het was het meest waarschijnlijk dat er een wild dier in het bos zat. Misschien kwam hij hen aanvallen en dan had Evelyn iets om hem af te leiden. In Nista waren ze niet zo vechtlustig dus had Evelyn geen dolk of mes op zak waarmee ze zich kon verdedigen tegen een wild dier, maar de tak moest maar voldoen.
Evelyn merkte de verandering in Forels gedrag meteen op en ze wist dat hij de aanvaller gesignaleerd had. Hij hinnikte hoog en begon zenuwachtig heen en weer te lopen. Zijn ogen leken gefocust op een punt in de bosjes. Evelyn tuurde naar datzelfde punt en na een tijdje zag ze de zon weerspiegelen en ze kende maar een enkele materiaal waarmee dat kon, staal. Dat bracht haar bij het feit dat dieren meestal geen staal bij zich droegen, het moest dus een mens zijn en hij kwam haar zeker weten aanvallen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top