Hoofdstuk 15
Evelyns nette schoenen en mooie jurken waren verwisseld voor een broek, een shirt en stevige schoenen. Het was eigenlijk geen kledij voor een meisje, maar Evelyn had nog niet geleerd met een jurk aan te rijden, net zoals Forel daar nog aan moest wennen.
De prinses had haar gevlekte pony net helemaal gepoetst zodat zijn witte plekken weer helder wit waren en zijn bruine vlekken glommen. Ook had ze de klitten uit zijn lange manen gekamd en er een lange vlecht langs Forels hals van gemaakt. Ook de staart had een poetsbeurt ondergaan.
De koning was veel minder secuur geweest in het poetsen van zijn Zeeschuim. Op het bruine paard zag je de vlekken veel minder en als koning had James natuurlijk ook betere dingen te doen. Zeeschuim stond opgezadeld in de gang van het stallencomplex en de koning kwam aanlopen met het zadel van Forel. Het zadel was te zwaar voor Evelyn om het zelf op de rug van haar pony te leggen.
Vandaag gingen Evelyn en haar vader voor het eerst samen buiten rijden, met Evelyn op haar Forel en James op zijn Zeeschuim. Evelyn had tot nu toe alleen nog maar geoefend in het weiland in de tuinen van het kasteel. Evelyn besefte dat het buiten de veilige muren moeilijker zou zijn, daar waren takken die op de weg lagen en slingerpaadjes. Ze vond het fijn om haar vader erbij te hebben, die zou haar beschermen tegen het vallen, haar vader zou haar beschermen tegen alles.
'Moet ik je helpen opstappen, meisje?' Vroeg de koning toen Forel helemaal opgezadeld was. Evelyn had al wel eens geprobeerd zelf op te stappen, een het was een keer gelukt, maar Forel was nog heel groot. Die ene keer was toeval geweest.
'Ja, ik kan zelf nog niet opstappen, Forel is zo groot!' zei Evelyn. Haar vader knikte meelevend en tilde zijn dochter gemakkelijk op de rug van haar pony. Dat had Forel niet verwacht, hij zette snel en verschrikt en stapje naar achteren en gooide zijn hoofd in de lucht. Koning James had meteen de teugels vast en hield met zijn andere hand zijn dochter vast. Toen hij zeker was dat Forel niet op hol ging slaan, liet James Evelyn los en kalmeerde hij het dier. Daarna stapte hij soepel op zijn eigen paard.
Een stalhulp opende de twee grote staldeuren aan het einde van de gang en daarna stapte James en Evelyn door die deuren naar buiten. Achter zich hoorde Evelyn dat de deuren weer gesloten werden. Vader en dochter stapte rustig door het veld met hoog gras in de tuinen van het kasteel, naar de achteruitgang die direct in het bos uitkwam.
'We gaan denk ik deze rit alleen maar stappen, om jou en Forel aan het bos te laten wennen' zei de koning tegen Evelyn tegen de tijd dat de achteringang en dus ook de boomtoppen in zicht kwamen. Evelyn vond dat een verstandig plan, vanwege die takken en slingerpaadjes. Haar vader was een zeer goede ruiter, maar Evelyn was jong, klein, licht en reed nog maar twee jaar. Ze wist dat het gevaarlijk was, maar wat ze nog niet doorhad was dat Forel haar zou kunnen doden als hij dat wilde. Misschien was dat ook maar goed, en misschien was het maar goed dat paarden meestal niet geboren worden met moordintenties.
Eenmaal in het bos ging de koning voorop. Ze kwamen het bos binnen door een smal paadje, misschien was het ooit een wildpad geweest. Maar vanaf het eerste grote pad dat ze tegenkwamen, bewandelende ze alleen nog maar de bredere paden. Evelyn vond dat in eerste instantie heel fijn, het smalle pad was een beetje beangstigend geweest naar al snel merkte de prinses dat er op de brede paden echt niets spannends kin gebeuren.
Net als haar beide ouders had Evelyn een natuurlijke drang voor avontuur. Ze zag niets wat er op het grote pad kon gebeuren, terwijl ze juist op avontuur had gehoopt. Ten minste dat Forel iets eng vond, maar de gevlekte pony leek zich prima op zijn gemak te voelen.
'Kunnen we zo misschien weer op een kleiner pad gaan rijden?' vroeg Evelyn toen ze zich nog een tijdje verveeld had op het brede pad.
'Dat kan, maar we kunnen ook zo een stukje draven. Er komt zo een mooi stuk aan' antwoordde de koning.
'Laten we dan gaan draven' antwoordde Evelyn terug. Ze wist bijna zeker dat dit het pas moest zijn waar haar vader altijd galoppeerde. Ze zag James en Zeeschuim zo voor zich, zo snel als de wind, met wapperende haren manen en staart en zand dat opstoof achter Zeeschuims hoeven, bijna in de ogen van de ruiter achter hen.
Het pad kwam blijkbaar in het zicht, want Evelyn merkte dat haar vader Zeeschuim aan spoorde tot een snellere stap. Evelyn volgde zo snek mogelijk zijn voorbeeld. Daarna stuurde de koning Zeeschuim de bocht om en een breed zandpad strekte zich voor hen uit. Het pad was heel licht en Evelyn kon zien dat het uitkwam op de heide.
Toen spoorde James zijn paard het laatste beetje aan en Evelyn volgde hem snel. Ze draafde in een rustig tempo, maar vergeleken met het gesjok dat ze net deden, voelde het bijna als galop. Het hobbelde alleen iets meer.
'Vind je het leuk, meisje?' vroeg de koning toen ze bijna het heideveld bereikt hadden. Evelyn wist precies hoe leuk ze het vond, maar toch keek ze eerst even alle kanten uit om het uitzicht te bewonderen. Voor haar lag een prachtige, zonovergoten maar koel eruitziende heidegebied en achter haar het machtige bos, waar de kleuren van de meisjes en de niet-geslachts georiënteerde samen kwamen met een gezamenlijke vijand, het rode vuur van de jongens.
'Ik vind het fantastisch en het is zo mooi hier' antwoordde Evelyn. De koning glimlachte naar zijn dochter en spoorde Zeeschuim aan tot een nog wat snellere draf. Evelyn en Forel volgde zonder aarzelen. Evelyn spoorde Forel zelfs nog wat meer aan. Het voelde fantastisch, en dan galoppeerde ze nog niet eens. Helaas moest haar vader haar uit haar blijdschap halen.
'Het goede stuk van het pad stopt zo. Ik denk dat we weer moeten gaan stappen' zei hij. Evelyn vond het best jammer, maar snapte dat het met haar ervaring op een slecht pad gevaarlijk kon worden. Dus nam ze ongeveer gelijk met haar vader Forel naar stap. Ze had het gevoel dat Forel ook nog wel even door had gewild, misschien had hij zelfs wel willen galopperen, maar Evelyn kreeg hem terug naar een rustige stap.
'Ik vind je eigenlijk al best goed rijden, meisje. Misschien kunnen we de volgende rit al een galop proberen' zei de koning toen ze samen over een paadje op de heide stapte. Evelyn merkte dat ze langzaam weer afbogen richting het bos. Blijkbaar was het alweer tijd om richting huis te gaan.
'Ik weet niet zeker of ik dat al durf papa' antwoordde Evelyn. Haar vader knikte bedachtzaam, hij dacht waarschijnlijk na hoe hij het minder eng kon maken voor Evelyn. Maar Evelyn had zelf ook ideeën. Haar vader kwam namelijk eigenlijk nooit kijken bij haar paardrijlessen in de paleistuinen, dus misschien kon hij een keertje komen kijken of meerijden. Dan konden ze samen oefenen. Maar Evelyn durfde het niet zo goed tegen haar vader te zeggen, als koning had hij zo veel andere dingen te doen. Waarschijnlijk had hij er gewoon geen tijd voor.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top