Hoofdstuk 7 - 2014
'Darren?'
Het was me gelukt om me precies vijf minuten te concentreren op de leerstof van de toets voor morgen, als Patrick komt storen.
'Je moet vandaag met me gaan honkballen!'
Ik kijk naar mijn neefje in de deuropening. Ik verwacht een brede, ondeugende lach, maar in plaats daarvan is zijn mond vertrokken en heeft hij een enorme schram op zijn wang. Ik sta meteen op en loop naar hem toe. 'Wat is er gebeurd?'
'Niks.' Hij kijkt me niet aan als hij dat zegt. 'Ik had gewoon zin om met je te gaan honkballen.'
'Patrick.' Ik kniel voor hem neer en wacht tot hij me aankijkt. 'Ik heb morgen een proefwerk en moet nog heel veel leren.'
Zijn onderlip begint te trillen.
'Maar als je me vertelt wat er aan de hand is, wil ik wel met je gaan honkballen.' Ik kan me toch niet concentreren op Engels. Ik kan aan niets anders denken dan aan Luciana en haar vroegtijdige dood.
Patrick klemt zijn lippen koppig op elkaar.
'Waar komt die schram vandaan, Patrick? Heb je gevochten?'
'We hadden vandaag een wedstrijd.' Plotseling komt het er allemaal uit als een waterval. 'We gingen honkballen en ik... ik kon er niks van! En toen zei iedereen dat we verloren hebben door mijn schuld. En toen... toen heb ik met drie jongens gevochten.'
Ik kan zien dat Patrick zijn best doet om zich groot te houden, hij knippert hard met zijn ogen. 'Het is niet mijn schuld dat ik geen vader heb die het mij kan leren!'
'Nee,' zeg ik. 'Nee, dat is niet jouw schuld. Maar daarom heb je mij, toch?'
Een klein lachje verschijnt op Patricks gezicht. 'Jij gaat het me leren? Echt waar? Vandaag?'
'Nu meteen. Dan kun je bij de volgende gymles meteen laten zien wat je hebt geleerd.'
Patricks gezicht klaart meteen op en zijn oude, vertrouwde grijns is terug op zijn gezicht. 'Dan moeten we heel veel oefenen deze week!'
'Tuurlijk. We hebben honkbalspullen in de schuur liggen. Kom.'
Het is al een uur of tien als ik thuiskom. Voor ik het wist, had ik de boze moeder van Patrick aan de telefoon die zei dat het al lang bedtijd was en vroeg waar we in vredesnaam uithingen. Ik ben moe en bezweet, maar heb erg genoten. Het voelde goed om even alles te vergeten en niet aan Luciana's dood te hoeven denken. Maar dat gevoel verdwijnt zodra ik over de drempel stap. 'Darren?' zegt mijn moeder. 'Er heeft iemand voor je gebeld. Ene meneer Delhi? Hij vroeg of je hem zo snel mogelijk terug wilt bellen. Ken je die man?'
Ik schud mijn hoofd terwijl ik een boterham pak.
'Hij leek jou wel te kennen. Hij zei dat het ging over je dromen.'
Ik verstijf midden in mijn beweging.
'Darren?' vraagt mijn moeder. 'Waarom wil iemand jou spreken over je dromen?'
'Ik denk dat ik daar zo achter kom.' Ik loop meteen naar de telefoon in de huiskamer en toets het nummer in dat op het papiertje staat dat naast de telefoon ligt. Mijn mond is kurkdroog en elke keer als ik die pieptoon hoor, groeit de spanning.
Eindelijk neemt hij op. 'Met Hamir Delhi.'
'Hallo, u spreekt met Darren Adams. U had gebeld?'
'Darren!' De toon in zijn stem verandert direct, hij klinkt opgewonden. 'Ik ben blij dat ik je eindelijk gevonden heb! Klopt het dat je droomt over iemand uit de negentiende eeuw?'
'Hoe weet u dat?' Ik vraag me af aan wie Nick het allemaal heeft verteld.
'Omdat ik over jou heb gedroomd. Sorry, dat klinkt vreemder dan ik bedoelde. Darren, het lijkt me verstandig als je me komt opzoeken. Ik denk dat ik de antwoorden heb die je zoekt.'
Ik heb een paar tellen nodig om dat te laten bezinken. Het klinkt krankzinnig en te mooi om waar te zijn, maar inmiddels is er nog weinig wat me uit het veld kan slaan. Daarom zeg ik alleen maar: 'Oké. Wat is uw adres?'
Ik schrijf het op hetzelfde papiertje waar zijn nummer op staat. Hij woont aan de rand van Greenville. Dat is wel te doen met de auto. 'Kan ik morgenochtend komen?' Ik wil geen tijd verspillen. Als hij weet hoe ik Luciana kan redden...
'Elf uur?'
'Prima.'
Als ik de woonkamer uitloop, staat mijn moeder op me te wachten in de keuken. 'En? Wat wilde hij?'
'Hij is geïnteresseerd in mijn schilderijen,' verzin ik ter plekke. 'Hij is blijkbaar een kennis van mevrouw Grant, mijn lerares kunst. Hij vroeg of het oké was als hij morgen het werk komt bekijken dat ik op school heb gemaakt.' Ik kan mijn moeder moeilijk de waarheid vertellen, die gelooft ze nooit.
'En wat had dat te maken met je dromen?'
'Ik haal inspiratie uit mijn dromen. Ik droom en schilder de laatste tijd over de negentiende eeuw. Hij is niet alleen kunstliefhebber, maar ook geïnteresseerd in geschiedenis. Dat bedoelde hij.'
Mijn moeder kijkt alsof ze nog meer wil vragen, dus zeg ik: 'Ik had beloofd Nick nog even te bellen. Ik vertel je morgen wel hoe het is gegaan.' Vlug loop ik de trap op, terwijl ik ondertussen Nicks nummer opzoek in mijn contactenlijst. 'Nick,' zeg ik, zodra hij opneemt. 'Mag ik je auto lenen nadat we naar school zijn gereden? Ik haal je na afloop ook weer op en betaal de benzine.'
'Wat moet je met mijn auto op een schooldag? En weet je wel dat we morgen een toets hebben?'
'Het is heel belangrijk. Alsjeblieft, Nick, ik moet echt iemand opzoeken.'
Het blijft even stil. Dan zegt Nick: 'Vooruit, omdat ik de beste vriend van de hele wereld ben. Maar dan moet je me nog iets beloven.'
'Alles wat je maar wilt.'
'Je moet me vertellen wat er de laatste tijd allemaal met je aan de hand is.'
Ik vroeg me al af wanneer hij daarover zou beginnen. Ik heb weinig keuze. Dat is iets waar ik me morgen wel druk om maak. 'Deal.'
Het kost me anderhalf uur om bij Delhi's huis te komen. Dankzij de navigatie op mijn mobiel lukt het zonder ook maar één keer te verdwalen. Het is een wat afgelegen huis, met een grote tuin en klimop langs de muren. Meneer Delhi doet de deur open voor ik heb aangebeld.
'Darren,' zegt hij met een brede glimlach. 'Kom binnen.'
Het is een donkere man met een korte baard en grijze strepen door zijn haar. Ik schat hem op een jaar of vijftig. Als ik naar binnen loop, zie ik dat zijn huis wat rommelig is, maar dan wel gezellig rommelig. Ik ga zitten op een bruine, leren bank. 'Koffie of thee?'
'Thee, alstublieft.' Terwijl de man in de keuken bezig is, neem ik de omgeving in me op. De meubels zijn ouderwets en voornamelijk bruin, onder mijn voeten ligt een zacht tapijt en er staan een heleboel planten in de vensterbank. Ik zie nergens foto's of enig ander teken van gezinsleden, dus ik neem aan dat hij alleen woont. Het huis is ook niet zo groot.
'Zo,' zegt Delhi, die twee kopjes op de houten tafel zet en tegenover me gaat zitten. Hij vouwt zijn handen ineen en kijkt me aandachtig aan. 'Ik ben blij te zien dat mijn dromen kloppen en je er precies zo uitziet als ik had verwacht, Darren Adams.'
Ik word best ongemakkelijk van het idee dat deze man over mij heeft gedroomd. 'Wie bent u precies? Droomt u vaker over... over mensen?'
'Ik ben een soort gids,' zegt Delhi, terwijl hij in zijn kop koffie begint te roeren. 'Of dat is in elk geval hoe ik mezelf zie. Ik help mensen als jij. Mensen over wie ik droom.'
'Zijn er meer mensen als ik?' Ik ga rechtop zitten.
'Je bedoelt mensen die door de tijd communiceren? Niet dat ik weet. Jouw situatie, Darren, is uniek.'
'Als ik de enige ben, hoe weet u dan hoe u me moet helpen? Hebt u dat ook gedroomd?'
Delhi knikt bedachtzaam. 'Ik droom regelmatig over de toekomst en het verleden. Ik help mensen weer op het pad dat ze horen te volgen, het pad dat voor hen was bedoeld. Ik moet toegeven dat er... met enige scepsis naar wordt gekeken. Maar jouw situatie is de meest bijzondere die ik ooit ben tegengekomen. Ik probeer je al weken te vinden. Ik weet ook dat het meisje over wie je droomt Luciana Gray is. Een meisje geboren in een rijke familie. Haar vader was wapenhandelaar. Ze werd vermoord eind mei 1863, maar de dader is nooit gevonden.'
Ik ben sprakeloos. 'Dat klopt,' zeg ik na een stilte. En dan komen meteen mijn vragen eruit. 'Weet u hoe ik haar kan redden? Weet u waarom ik haar zie?'
'Eerst wil ik jouw hele verhaal horen,' antwoordt Delhi. 'Ik wil graag een compleet beeld voor ik een advies probeer te geven.'
En daarom vertel ik hem alles. Over mijn dromen, onze communicatie in het landhuis en dat ik sinds vrijdag echt met haar kan praten. Ik vertel zelfs over de twee werelden die ik door elkaar zie: haar huwelijk met Darren Mendez en mijn schilderijen in het landhuis. Dat heb ik zelfs Luciana niet verteld.
Na mijn verhaal laat Delhi zich nadenkend achterover zakken in zijn stoel. Tijdens die stilte wil ik mijn onaangeroerde thee pakken om iets te doen te hebben, om vervolgens te merken dat die al koud is geworden.
Delhi staat op, opent een bureaula en komt terug met pen en papier. Ik zet mijn kopje meteen terug terwijl ik me naar voren buig. Ik kan niet wachten om te horen wat hij te vertellen heeft.
'Gebaseerd op wat je me net hebt verteld en wat ik allemaal over je heb gedroomd, is dit wat ik denk.' Hij tekent twee lijnen op het papier. 'Om te beginnen moet je in gedachten houden dat er op basis van onze keuzes allerlei soorten toekomsten mogelijk zijn. Als jij er bijvoorbeeld voor kiest om geschiedenis te studeren, ziet de rest van je leven er anders uit dan wanneer je Engels zou kiezen. Je ontmoet andere mensen, woont misschien in een andere stad, vindt een andere huwelijkspartner, enzovoorts. Het aantal keuzes dat je kunt maken en de levens die je kunt hebben, is oneindig groot. Elke keuze leidt weer tot een andere toekomst, of het nu op de korte of lange termijn is.'
Ik knik, terwijl ik ongeduldig wacht op de rest. Delhi legt zijn pen op de eerste lijn. 'Dit is de situatie zoals we die nu kennen. Luciana leeft in 1863 en wordt eind mei vermoord. Jij leeft in 2014.' Ik knik opnieuw. Nu wijst Delhi op het tweede lijntje. 'Dit is hoe jouw leven er had uitgezien als jij ruim honderdvijftig jaar geleden had geleefd. Jij zou getrouwd zijn met Luciana Gray en als soldaat gevochten hebben in de burgeroorlog.'
Hij wacht even om die woorden te laten bezinken. Ik staar hem alleen maar aan en vraag me af of ik het wel goed heb begrepen. Ik? Getrouwd met Luciana? Gevochten in de burgeroorlog? Het klinkt volkomen absurd.
'Ik weet niet waarom, maar het lijkt erop dat het tijdruimtecontinuüm is verstoord,' zegt Delhi. 'De grenzen tussen beide levens zijn vervaagd. Daarom zag je jouw naam toen je Luciana's gegevens opzocht. Daarom zag je je eigen schilderij in het landhuis. Het zijn glimpen van een ander leven dat de jouwe had kunnen zijn.'
'Is dat ook wat Luciana is? Een glimp uit een ander leven?'
Delhi schudt zijn hoofd. Hij wijst weer op de eerste lijn. 'De Luciana die jij ziet, maakt deel uit van de huidige tijdlijn. Zij kent jou alleen als een jongen uit de toekomst. Terwijl de andere twee beelden slechts vage glimpen waren uit een andere tijdlijn, is zij echt. Dit is de Luciana die in onze tijdlijn in 1863 leefde en over twee weken wordt vermoord, zoals je hebt gezien in de kranten en op internet. Dat is de werkelijkheid, het andere meer een droombeeld.'
'En waarom zie ik haar dan?' Ik lach, ook al begrijp ik niet waarom. 'Is dit soms een of ander sappig liefdesverhaal waarbij ware liefde de eeuwen overschrijdt?'
'Misschien,' zegt Delhi op een serieuze toon. 'Of misschien moet je iets heel belangrijks doen en de geschiedenis veranderen. Misschien is het een combinatie van ware liefde en een belangrijke taak.'
Ik weet niets meer te zeggen. Mijn gedachten zijn een warboel en het kost me de grootst mogelijke moeite om ze te ontwarren en te begrijpen wat het allemaal betekent. De gedachte dat ik met Luciana zou zijn getrouwd, is hard aangekomen en duizelt me. Betekent dit dat de liefde van mijn leven, mijn andere leven, vermoord wordt? Dat is wat Delhi bedoelt, toch? En dat dit niet zou gebeuren als ik in die tijd was geboren? Dat is een ondraaglijke gedachte, eentje die me ziek maakt.
'W-waarom ben ik dan opeens in deze tijd geboren?' Mijn stem klinkt een octaaf hoger, niet als van mezelf.
'Dat weet ik niet,' geeft Delhi toe. 'Het kan een foutje zijn, maar ik denk eerder dat wat je in deze tijd moet doen, belangrijker is dan wat je in 1863 had gedaan.'
'En wat is dat dan?' Mijn stem slaat over. 'Hoe kan iets belangrijker zijn dan Luciana redden? Gaat Luciana dood omdat ik hier iets moet doen?'
'Ik kan je alleen vertellen wat ik wel weet.' Delhi lijkt niet onder de indruk van mijn uitbarsting en blijft volkomen kalm en rationeel. 'Ik heb gedroomd over jouw leven in 1863. Zoals ik al zei trouw je met Luciana. Zij wordt niet vermoord, ik weet niet waarom niet. En jij zit in mei 1863 in het leger.'
'Dat klinkt niet als iets wat bovenaan mijn lijstje staat,' zeg ik met een bittere ondertoon in mijn stem.
'In 1863 werd de dienstplicht ingevoerd. Alleen mensen die driehonderd dollar betaalden of een vervanger stuurden, werden vrijgesteld. Je had het geld, maar besloot blijkbaar om toch te gaan. Jij voorkomt vervolgens de dood van vier mannen bij de slag van Chattannooga in Tennessee.'
Ik heb geen flauw idee wat ik met al die informatie aan moet. 'Mannen van het noorden of van het zuiden?' zeg ik dan alleen maar flauwtjes.
'Maakt het uit? Het zijn vier mannen die elk kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen krijgen. Net zoals jij en Luciana ook kinderen zouden krijgen. En al deze nakomelingen doen ook weer goede en minder goede dingen met hun levens en laten hun stempel achter op de mensen in hun omgeving. Nu jij in 2014 bent geboren, is dit allemaal gewist en lopen talloze levens heel anders. Want dat, Darren, is hoe het leven werkt. Elk individu laat iets achter en onze keuzes kunnen grote gevolgen hebben. Als ik iets heb geleerd van mijn gave, is dat het wel. Ik heb de taak om sommige van die keuzes te beïnvloeden, recht te zetten of te veranderen.'
Ik haal een paar keer diep adem. 'Oké,' zeg ik. 'Wat nog meer?' Ik besluit me nu gewoon te laten overvallen en later te bedenken wat ik er allemaal mee moet. Dat andere leven, waarin ik met Luciana trouw en vier mannen red, klinkt als een leuk verhaal dat over iemand anders gaat, en zo beschouw ik het voorlopig ook. Ik ben bang dat ik anders helemaal geen controle meer over mezelf houd. Eén ding tegelijk.
'Maar als ik zoveel verschil had gemaakt in 1863, wat kan er dan nu in vredesnaam belangrijker zijn? Voorkom ik een bomaanslag? Doe ik een geweldige uitvinding? Ik bedoel: ik wil geschiedenisleraar worden en schilderen, zo bijzonder kan dat niet zijn.'
'Het kan iets groots zijn, zoals de voorbeelden die je net noemde. Maar de kans is groter dat je het niet eens merkt. Heb je ooit gehoord van het vlindereffect?'
Ik knik. 'De vleugelslag van een vlinder zou een tornado kunnen veroorzaken aan de andere kant van de wereld.'
'Precies. Vaak zijn we ons helemaal niet bewust van de gevolgen van onze daden. Iemand kan over tien jaar terugdenken aan iets wat ik gisteren heb gezegd en daardoor zijn keuze laten beïnvloeden. Of iets wat ik hier doe, kan gevolgen hebben in Afrika. Ik zal je een concreet voorbeeld geven. Heb je een zusje, Darren?'
Ik schud mijn hoofd.
'Beeld je eens in dat je een schattig, klein zusje hebt en een vriend die van vissen houdt. Die vriend heeft zijn hobby overgenomen van zijn vader, die hem als klein kind al mee het water opnam. Jouw vriend nodigt je uit om een keer samen te gaan vissen. Omdat jij er niet bent, vraagt jouw moeder aan jouw zusje of ze even naar de markt wil gaan om een bloemkool te kopen. Die zegt vervolgens een paar vriendelijke woorden tegen een vreemdeling. Deze man was van plan om een zelfmoordaanslag te plegen, maar als hij jouw kleine, lieve zusje ziet, krijgt hij last van zijn geweten en besluit hij het niet te doen. Oftewel: doordat de vader van jouw vriend besloot zijn zoon te leren vissen, heeft hij die dag een heleboel levens gered.'
'Ehm, oké,' zeg ik. 'Het klinkt erg vergezocht, maar ik snap wat u bedoelt.'
'Ik weet nog wel een realistisch voorbeeld, één dat ik zelf ben tegengekomen. Jij besluit om met een buurjongen te gaan basketballen en sluit een weddenschap af. De verliezer neemt een duik in het meer, ook al is het winter. Je verliest maar net, waarna je je aan de weddenschap moet houden. Jij wordt ziek en steekt kort daarna een andere vriend aan. Doordat deze vriend met griep in bed ligt en niet naar school gaat, loopt hij een automobilist die door rood rijdt en hem doodgereden zou hebben mis. En dat allemaal omdat jij die laatste worp miste.'
'En dat heb je echt meegemaakt?' zeg ik ongelovig.
'Ik ben degene die heeft gezegd dat het een goed idee zou zijn om die vriend op te zoeken. Ik heb geen bewijs dat hij inderdaad gestorven zou zijn als hij die dag naar school was gegaan.' Delhi zucht en staart even in de verte. 'Het lastige aan mijn gave is dat ik nooit zeker weet hoe betrouwbaar die is. En anderen zien het al helemaal niet.' Hij kijkt me weer aan, glimlacht. 'Daarom was ik ook zo blij te horen dat je inderdaad over Luciana droomde. Jij bent mijn eerste, echte bewijs.' Hij gaat direct terug naar het onderwerp, alsof hij vindt dat we al te lang over hem praten. 'Dit was in elk geval een duidelijk voorbeeld. Alle verkeersslachtoffers waren op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Als ze een minuut eerder of later van huis waren vertrokken, zouden ze nog hebben geleefd. En hoe laat je van huis vertrekt, kan ook weer door zoveel kleine dingetjes beïnvloed worden. De plek waar je woont, de keuzes van de roostermaker, of je moeder je wel of niet 's ochtends nog even helpt je brood te smeren zodat je eerder weg kunt, of je een hond hebt die je nog even uit moet laten. Ik wil er alleen maar mee zeggen dat onze levens die van andere mensen beïnvloeden. We laten allemaal een stempel achter op de mensen in onze directe omgeving. Ik weet niet of de stempel die je hier achterlaat belangrijker is dan die je in 1863 zou hebben achtergelaten.'
'Misschien moet ik twee stempels achterlaten.' Ik spring opeens op, opgewonden door die gedachte. 'Misschien is dat de reden dat ik haar zie. Ik beïnvloed hier de levens van de mensen om me heen, maar ik voorkom ook dat Luciana sterft. Dat moet het wel zijn! Wat zou anders de reden zijn dat ik haar zie?'
Delhi glimlacht om mijn enthousiasme. 'Je spreekt mijn gedachten uit. Dat, of je bent in de verkeerde tijd geboren en hebt het tijdruimtecontinuüm is verstoord.'
'Ik weet niet waar ik vandaan kom. Ik ken mijn biologische ouders niet. Ik ben een vondeling.' Ik bedenk me dat dit wel eens belangrijke informatie kan zijn.
'Een vondeling?' Delhi vouwt zijn handen in elkaar terwijl hij nadenkt. 'Dat is hoogstens merkwaardig. Het kan toeval zijn, maar het kan ook zijn dat je wel in de negentiende eeuw geboren bent.'
Ik lach opnieuw, zo absurd is het. 'U bedoelt dat ik in 1845 ben geboren en als baby door de tijd ben gereisd?'
Delhi haalt zijn schouders op. 'Ik weet het echt niet, Darren. Het enige wat ik weet, is dat er een heleboel mogelijk is.'
'Ja, wie weet ben ik door een tijdgat gevallen, wat nooit had moeten gebeuren, en zit ik nu hier vast.' Ik bedoel het als een cynische grap, maar Delhi kan er niet om lachen. 'We weten het niet, Darren. Je moet overal rekening mee houden. Maar ik denk dat we het beter kunnen houden bij onze eerste theorie. Dat je een taak hebt in twee verschillende eeuwen. Iets wat eigenlijk niet zou moeten kunnen, iets wat het tijdruimtecontinuüm heeft verstoord, waardoor je zelfs glimpen ziet van een andere tijdlijn.' Delhi zucht. 'Eén ding weet ik wel, Darren. En dat is dat het universum vol raadsels zit die wij nog niet kunnen begrijpen. Wat er ook achter dit wonderlijke verschijnsel zit, het belangrijkste is dat je moet voorkomen dat Luciana Gray wordt vermoord.'
Als ik weer thuis ben, lig ik uren op mijn bed na te denken over alle informatie. Ik heb Nick afgescheept met de uitleg dat ik alles zelf nog moet begrijpen en later mijn geheim zou vertellen. Hij heeft me tot vrijdag de tijd gegeven.
Ik heb beloofd dat ik Delhi op de hoogte zou houden. Het was wel duidelijk hoe belangrijk dit hele verhaal voor hem was. Ik heb het gevoel dat hij heel onzeker was over zijn gave tot hij mij ontmoette. Dat zijn gave de reden is dat hij alleen is. Misschien heeft hij wel in een psychiatrische instelling gezeten. Ik heb hem er niet naar durven vragen, maar ik had al moeite genoeg om mijn eigen verstand te bewaren door alles wat ik te horen kreeg.
Ik ga Luciana niet vertellen over mijn bezoek aan Delhi. Als ik haar vertel dat we met elkaar zouden zijn getrouwd, zou ze het of afdoen als een gemene versiertruc of me geloven en zich ontzettend ongemakkelijk gaan voelen in mijn bijzijn. Ze heeft immers iemand anders op het oog. Ik kan haar echter wel vragen of ze iemand kent die Darren Mendez heet. Zo niet, dan weet ik bijna zeker dat het echt mijn naam was in het online register en dat Delhi's theorie waar is.
Ik kijk naar de Luciana op mijn schilderij, alsof ik verwacht dat ze dan werkelijk in mijn kamer zal verschijnen. Die blijft echter leeg en ik word plotseling overvallen door eenzaamheid.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top