Hoofdstuk 2 - 1863

'Luciana, houd eens op met wiebelen! Zo krijg ik uw haar nooit in model!'
Ik probeer zo stil mogelijk te zitten terwijl Clara aan mijn haar trekt. Het kost me een heleboel moeite. Hoe kan ik rustig blijven als ik vol zit met adrenaline?
'Gelukkig zijn de brandwonden bijna genezen,' zegt Clara met een zucht. 'En nauwelijks meer zichtbaar. Ik kan nog steeds niet geloven hoe dicht u bij de dood bent geweest!'
Ik zwijg. Ik denk terug aan die dag, een paar weken geleden. Het was waarschijnlijk mijn eigen schuld. Ik was 's avonds in onze oudste schuur en heb vermoedelijk een kaars omgeschopt zonder dat ik het merkte. In deze schuur stonden geen paarden, hij was alleen gevuld met hooi en herinneringen aan mijn jeugd. Ik speelde graag met het hooi, worstelde er als kind met Clara en heb ooit een touw aan een balk vastgemaakt zodat ik van de ladder kon springen en door de lucht vloog.
'Die jongen heeft me gered,' zeg ik. Ik weet niet waarom ik het nu opeens vertel, waarschijnlijk om niet te hoeven denken aan straks. Clara is de enige die van mijn dromen weet. Ze is niet alleen mijn kamermeisje, maar ook mijn beste vriendin. 'Toen ik ingesloten was door het vuur en bijna niet meer kon denken door de rook, zag ik die jongen uit mijn dromen. Hij wees me de veiligste weg.'
'Waarschijnlijk was dat de manier waarop uw onderbewuste u de uitweg liet zien,' zegt Clara, terwijl ze nog een speld in mijn haar steekt. 'Het is niet vreemd om te hallucineren met al die rook.'
'Nee,' ben ik met haar eens. 'Maar die hallucinatie heeft mijn leven wel gered. Ik zou bijna geloven dat ik een beschermengel heb.'
Clara glimlacht. 'Ik hoop dat u uw engel straks gaat ontmoeten.'
Meteen wordt de knoop in mijn maag weer strakker. Ik ga straks uit met Dominic Donovan, een rijke jongeman die maar een paar jaar ouder is dan ik. Het is niet meer gebruikelijk dat ouders zich met het liefdesleven van hun kinderen bemoeien, maar onze ouders kennen elkaar en het leek hen een goed idee als we elkaar een keer zouden ontmoeten. Ik zou me er niet zoveel zorgen over moeten maken, het is niet alsof we gaan trouwen, het is maar één afspraak. Maar in werkelijkheid weet ik helemaal niet hoe ik met jongens moet omgaan. Ik heb geen broers of neven van mijn leeftijd. Ik heb geen flauw idee hoe ik me moet gedragen, ik ken alleen de regels uit de etiquetteboeken die ik heb moeten leren. Ik heb echter zo'n vermoeden dat je daar in de praktijk weinig aan hebt.
Ik vraag me af wat voor persoon Dominic is. Ik hoop dat hij lijkt op de jongen uit mijn dromen.
'Clara?' zeg ik. 'Hoe denk je dat het komt dat ik droom over een jongen in heel rare kleren? Zo raar, dat ik het nooit zelf kan bedenken? En ik zie ook heel vreemde dingen in zijn leven. Zoals metalen rijtuigen zonder paarden ervoor. Of een doos waarop beelden flitsen en waar geluid uitkomt. Dat bedenkt toch niemand?'
'Ik denk dat u een heel rijke fantasie hebt,' zegt Clara. 'En dat u klaar bent voor de liefde. Ik weet zeker dat uw dromen binnenkort alleen nog maar over Mister Dominic gaan.'
Ik lach. 'Ik hoop dat Dominic net zo knap is.' Want ondanks die rare kleren zag ik best dat de jongen uit mijn dromen leuk was. Met twinkelende, bruine ogen, donker haar dat over zijn voorhoofd valt en een aanstekelijke lach met tanden die witter zijn dan die van de meeste mensen die ik ken. Misschien lijkt hij wel sprekend op Dominic, bedenk ik me, terwijl mijn binnenste wordt vervuld van opwinding. Misschien was Dominic wel mijn beschermengel in het vuur.
Ik ben ruim van tevoren klaar. Ik draag een groene jurk en mijn haar is opgestoken. De spelden prikken in mijn hoofdhuid en de jurk zit strak. Ik heb het warm onder alle lagen van mijn rok. 'U ziet er prachtig uit,' zegt Clara tevreden en ze pakt een paar handschoenen, dat ik zwijgend aantrek. We wachten in de woonkamer, terwijl Clara babbelt over flirten en mannen in het algemeen. Ik weet dat ze me gerust probeert te stellen, maar ik zou willen dat ze ophoudt. Clara is zes jaar ouder dan ik. Ze heeft blond haar, groene ogen en een onopvallend gezicht. Ik weet dat ze prachtig is wanneer ik haar opmaak, maar mijn moeder heeft liever niet dat ze mijn spullen gebruikt, daarom doe ik het niet vaak. 'Hoe zit het met jouw liefdesleven?' onderbreek ik haar. Ik wil het niet meer over mezelf hebben, ik wil afleiding. 'Die man van de markt? Heeft hij je al mee uitgevraagd?'
Clara glimlacht. 'Als hij dat had gedaan, had ik het u meteen verteld. Maar ik verwacht binnenkort een uitnodiging.'
Ze houdt haar mond als mijn moeder plotseling binnenkomt. 'Luciana!' zegt ze. 'Wat zie je er beeldschoon uit. Als Dominic nu niet meteen verliefd op je wordt, weet ik het ook niet.'
'Dat heeft Clara allemaal gedaan,' zeg ik.
'Goed werk,' zegt mijn moeder goedkeurend, maar ze kijkt Clara nauwelijks aan. Mijn moeder bewaart altijd afstand van het 'gewone volk' zoals zij het noemt. Ze vindt standverschillen belangrijk. Ik wens regelmatig dat ze wat minder bekrompen en hooghartig zou zijn.
Er wordt op de deur geklopt en ik schiet meteen overeind. Mijn moeder werpt een tevreden blik op de wandklok. 'Hij is precies op tijd.'
Clara loopt voor ons uit naar de deur. Ik houd mijn adem in als ze open doet.
Het eerste wat me opvalt, is dat de jongen op de veranda in de verste verte niet lijkt op de jongen uit mijn dromen. Het tweede is dat hij knap is. Hij heeft golvend blond haar en blauwe ogen. Hij is breder en gespierder dan de jongen uit mijn dromen en heeft een krachtige, zelfverzekerde uitstraling. 'Miss Luciana Gray,' zegt hij met een betoverende glimlach en hij drukt een kus op mijn hand. 'Ik ben vereerd u te mogen ontmoeten. U bent nog veel mooier dan ik had durven hopen.'
'De eer is geheel wederzijds,' zeg ik. Hij begroet vervolgens mijn moeder en vertelt haar dat we om tien uur thuis zullen zijn. Hij geeft me zijn arm en we lopen naar zijn rijtuig. Mijn moeder heeft de voordeur gesloten, maar ik weet dat ze door het raam naar ons kijkt.
Ik ben nog zenuwachtiger nu ik weet dat Dominic knap en zelfverzekerd is. Zijn zelfvertrouwen onderstreept mijn gebrek eraan. Het is duidelijk dat hij precies weet wat hij doet, terwijl ik zelf geen flauw idee heb. Het was makkelijker geweest als hij net zo zenuwachtig was als ik.
We stappen in zijn rijtuig en ik probeer iets te bedenken om te zeggen als het in beweging komt. Hij is me voor. 'U zult zich wel afvragen wat we gaan doen,' glimlacht hij. 'Ik zat eerst te denken aan een opera of theaterstuk, maar bedacht me dat er dan maar weinig gelegenheid zou zijn om elkaar te leren kennen. Daarom neem ik u mee naar een goed restaurant in Erie, de stad waar ik woon. Ik ben er vaker geweest met mijn familie en de kwaliteit van het eten, de locatie en de bediening zijn uitstekend.'
Het maakt mij niet uit wat we gaan doen. In mijn hoofd ga ik de etiquetteregels voor dineren nog eens bij langs. Het stelt me gerust dat ik ze allemaal nog weet. 'Dat klinkt heel goed, ik kijk ernaar uit.'
De rest van de weg praten we over het uitzicht, de weg en de plek waar we wonen. Dominic blijkt eveneens in het bos te wonen, nog dichter bij het meer dan ik. Hij gaat elke ochtend zwemmen, maar ik kan het niet eens. In het begin houdt vooral Dominic het gesprek gaande, maar ik ga me steeds beter op mijn gemak voelen en praat daarom hoe langer hoe meer.
Het restaurant is ontzettend luxe, met uitzicht op het meer. We krijgen een tafel bij het raam met een rood tafelkleed en een vaas met bloemen. Ik ben luxe wel gewend, onze eetkamer is een toonbeeld van weelde. Ik heb echter nog nooit in een restaurant gegeten.
Dominic schuift mijn stoel aan en neemt tegenover me plaats. Er komt meteen een bediende en als voorgerecht bestellen we allebei soep. Dominic steunt zijn kin op zijn gevouwen handen en kijkt me aan. 'Wat doet u graag in het dagelijkse leven, Luciana?'
Door het bos rennen, hoog in een boom klimmen om te genieten van het uitzicht en andere activiteiten die veel energie kosten. Die zijn echter niet bepaald damesachtig. 'Ik houd van piano spelen, naar de sterren kijken en lezen,' antwoord ik. Het is geen leugen, ik vertel hem alleen een selectie.
'Mag ik vragen wat u zoal leest?'
Ik denk niet dat Dominic onder de indruk zal zijn als ik hem vertel dat ik graag Charles Dickens lees, wat beschouwd wordt als literatuur van de middenklasse. zal hij al helemaal niet waarderen. En ik wil hem ook niet vertellen dat ik graag mijn vaders werkkamer binnenglip om filosofische en wetenschappelijke boeken te stelen. 'Ik lees graag het werk van Shakespeare,' antwoord ik, plotseling blij dat mijn gouvernante me zijn boeken heeft laten lezen. Het had me echter wat moeite gekost om er doorheen te komen, ik houd meer van directe taal, ook al begrijp ik heus wel hoe knap het is van de auteur om zo poëtisch te schrijven. 'Othello vond ik heel goed.' In werkelijkheid vond ik Othello nogal deprimerend. Wie steekt nou zijn eigen vrouw neer vanwege een zakdoek?
'Othello onderstreept het belang van vertrouwen in een relatie,' knikt Dominic. 'Zelf vind ik Romeo en Julia nog beter.'
'Wat ook een deprimerend einde heeft,' merk ik op. Dominic lacht. 'Dat zeker,' zegt hij. 'Shakespeare hield van drama.'
'Waar houdt u van?' vraag ik nieuwsgierig. We onderbreken het gesprek even als de soep wordt geserveerd.
'Ik zoek uitdagingen,' antwoordt Dominic. 'Ik houd van paardrijden en doe graag mee aan wedstrijden; paardenrennen, ringsteken, noem maar op.' Er schitteren pretlichtjes in zijn ogen. 'Ik moet zeggen dat ik daar best goed in ben. Ik heb zelf een aantal paarden, maar mijn favoriet is een zwarte hengst die ik Runner heb genoemd. Echt een prachtpaard, op hem rijd ik alle wedstrijden. Daarnaast houd ik van jagen.'
Het idee dat hij dieren doodt voor zijn plezier, bevalt me niet. Aan de andere kant trekt de liefde waarmee hij over zijn paarden spreekt me juist aan. We praten verder over paarden wanneer we onze soep eten. Daarna kiezen we een nieuw gerecht en wordt er wijn geschonken. Ik kijk ondertussen om me heen, want de mensen zijn nog interessanter dan de zilveren kroonluchters en schilderijen. Aan de tafel naast ons zit een oud stel. 'De kip is niet zacht genoeg,' klaagt de vrouw. 'En de wijn is slecht. Je betaalt er een heleboel geld voor, maar ik weet zeker dat het goedkope wijn is uit de achtertuin.
'Wat denkt u?' Dominic grijnst en ik besef dat hij ook meeluistert. 'Houden ze het voor zich of gaan ze klagen bij de chef?'
'Dat laatste,' zeg ik overtuigd. Het zijn duidelijk irritante lui.
'Dan ga ik voor het eerste. Pardon?' zegt Dominic tegen een ober aan de tafel achter mij. Die komt direct naar ons toe. 'Ik wilde u complimenteren met de wijn,' zegt hij luid. 'Deze komt uit Bordeaux, of niet? De aroma is duidelijk herkenbaar en de smaak uitstekend.'
'Dat klopt,' zegt de ober met een glimlach. 'Ik ben blij dat hij u smaakt.'
Ik vraag me af of Dominic echt gelijk heeft of dat de ober doet alsof om Dominic gunstig te stemmen. Als hij weg is, eet het koppel naast ons verder in stilte.
We kijken elkaar even aan en beginnen zachtjes te lachen. 'U houdt inderdaad van winnen,' zeg ik. 'Hebt u echt zoveel verstand van wijnen?'
'Nee, slechts een beetje. Maar er komt zoveel wijn uit Bordeaux dat het best een veilige gok was.'
'U bent ongelofelijk,' zeg ik hoofdschuddend.
Dominic grijnst en zijn ogen schitteren plagend. 'Is dat positief bedoeld?'
'Jazeker.' Ik leun naar achteren wanneer een bord met zalm wordt neergezet. Er zijn veel gangen en gerechten, maar het zijn kleine porties.
'Hoe is het om de dochter te zijn van een wapenfabrikant die helpt de oorlog te winnen?' vraagt Dominic belangstellend.
Ik haal mijn schouders op. Mijn vader is de directeur van een wapenfabriek. Hij levert wapens aan het noorden en produceert ook de nieuwste uitvindingen op dit gebied, zoals de Minié-bal en een wapen dat wel vijftien patronen tegelijk kan laden. Dat is de reden dat we zo rijk zijn. En door het uitbreken van de oorlog worden we in korte tijd nog veel rijker. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het geen fijn idee vind dat we leven van geld dat verdiend wordt met het produceren van moordmachines. En nog minder dat we profiteren van de oorlog. Ik had liever gehad dat mijn vader meubels verkocht. Maar aan de andere kant: wapens zijn wel nodig om de oorlog te winnen. En als mijn vader eraan bij kan dragen dat wij winnen, mag ik trots op hem zijn. Dominic lijkt in elk geval wel onder de indruk.
'Mijn vader praat graag over wapens tijdens het eten. Hij beschrijft in detail hoe ze eruitzien en hoe ze werken. Mijn moeder wordt er gek van, ze vindt het geen onderwerp om met vrouwen over te praten.' Ik merk dat ik opeens heel eerlijk ben. Blijkbaar ben ik al minder op mijn hoede.
Dominic grijnst. 'En u hebt geen broers bij wie hij die passie kan uiten, of wel?'
Ik schud mijn hoofd. Ik weet dat mijn vader graag een zoon had gehad die net zo enthousiast over wapens was als hij. Iemand die hij kon leren schieten. 'Ik ben enig kind.' Ik had wel graag broers of zussen willen hebben. Het huis waar ik woon lijkt nog groter en leger als je met zo weinig bent. Mijn vader is niet vaak thuis, dus het zijn alleen mijn moeder, ik en het personeel. Als kind verveelde ik me vaak.
'Ik heb een zusje,' zegt Dominic en het valt me op dat zijn gezicht oplicht zodra hij over haar begint. 'Ze is zes jaar en vol energie. Ze drijft mijn ouders regelmatig tot waanzin.'
Dat klinkt alsof ze op mij lijkt toen ik zes jaar was. En ik drijf mijn moeder nu nog steeds tot waanzin. Qua uiterlijk lijk ik het meest op mijn moeder, maar onze karakters hadden niet verder uit elkaar kunnen liggen. Soms stel ik me voor dat mijn moeder werd geboren in een dure jurk en niet huilde omdat ze dat onbeleefd vond. Mijn moeder is namelijk een rustige, keurige vrouw; goede manieren lijken haar tweede natuur. Ze heeft nooit begrepen waarom ik niet kon stilzitten en graag in bomen klom. Waarom ik niet gewoon een nette dame ben zoals zij. Het is meestal mijn vader die het voor me opneemt.
'Mijn vader is de baas van een spoorwegbedrijf en bedenkt samen met de overheid waar de spoorlijnen moeten komen,' gaat Dominic verder. Dat wist ik. Mijn moeder heeft het in geuren en kleuren beschreven. Daarbij legde ze de nadruk op het geld dat ermee verdiend werd en dat Dominic het bedrijf zou overnemen. Ze heeft me duidelijk gemaakt dat ik gek zou zijn als ik Dominic zou afwijzen. Niet dat ik me ooit wat van haar mening aantrek. 'De wapens van uw vader worden dus eigenlijk vervoerd over onze spoorlijnen,' zegt Domonic. 'Best een bijzonder idee, of niet?'
Inmiddels zijn mijn zenuwen naar de achtergrond verdwenen, waardoor het gesprek veel vlotter verloopt. De tijd vliegt voorbij en als we uiteindelijk terugrijden naar mijn huis, rollen we nog steeds moeiteloos van het ene onderwerp in het andere. Ik ben blij dat het zo goed klikt.
'Ik moet zeggen dat ik van tevoren wat sceptisch was,' zegt Dominic, wanneer hij met me terugloopt over het pad op ons landgoed. 'Ik heb nooit een hoge dunk gehad van koppelen. Maar Luciana, ik ben zeer blij dat ik u heb mogen ontmoeten. Ik heb ontzettend genoten van uw gezelschap.'
'Dat geldt ook voor mij,' zeg ik. 'Dank u voor deze geweldige avond.'
'Ik hoop u snel weer te zien,' zegt Dominic en mijn hart springt op. Ik hoopte ook op een tweede keer. Ik vind Dominic een heel aardige en charmante jongen.
Wanneer we afscheid hebben genomen, ga ik niet meteen naar binnen, waar mijn moeder ongetwijfeld op me wacht om alle details te horen. In plaats daarvan loop ik het terrein af, het bos in.
Het bos is de plek waar ik tot rust kom. Soms zittend, zodat ik rustig na kan denken, met alleen de geluiden van de vogels en de ritselende bladeren. Soms rennend, zoals nu, zodat ik al mijn energie kwijt kan. Ik houd van rennen. Ik houd van snelheid, van de wind in mijn haren, de zuurstof die mijn longen vult en de vermoeidheid op het einde die aangeeft dat ik alles heb gegeven. Natuurlijk is het ongepast voor een dame om te gaan hardlopen, daarom doe ik dat pas als ik buiten de hekken ben, als ik weet dat mijn ouders het niet zien.
Ik ren nu nog langer dan anders. Eerst de heuvel af, dat is het makkelijkste. Het kapsel waar Clara zoveel werk in had gestoken, gaat langzaam los, waardoor de gezette krullen om mijn gezicht dansen. Het is zeker een uur later wanneer ik de heuvel weer opren, terug naar huis.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top