Hoofdstuk 18 - 1863
Ik word verpletterd door twijfel en schuldgevoel. Ik heb met Darren gezoend. Niet alleen heb ik Dominic daarmee verraden, maar ik begin ook te twijfelen aan wat ik voor hem voel. Als ik Dominic zoen, voel ik vlinders in mijn buik. Ik dacht dat dat betekende dat ik verliefd op hem was. Maar het stelde werkelijk niks voor bij wat ik voelde toen ik Darren zoende. Wat betekent dat? Heb ik alleen maar vlinders in mijn buik omdat ik het spannend vind om zo intiem te zijn met een jongen? Omdat ik het spannend vind dat ik mogelijk met deze jongen zal trouwen? Ben ik helemaal niet verliefd op Dominic? Of slechts een klein beetje en houd ik eigenlijk van Darren?
Ik kreun en laat me achterover op mijn bed vallen. Het is zo gemeen! Ik kan helemaal niet samen zijn met Darren, terwijl ik wel een relatie kan hebben met Dominic. Ik wil van Dominic houden en niet van Darren. Waarom kan ik mijn gevoelens niet sturen? Waarom zou ik niet van Dominic kunnen houden? Hij is vriendelijk, zorgzaam, teder, zelfverzekerd, slim en hij houdt van me. En ik heb hem al bedrogen voor we zijn getrouwd. Dominic verdient beter. Misschien moet ik hem de waarheid vertellen, zodat hij me kan afwijzen.
'Luciana?' Er wordt op de deur geklopt. Nancy. Clara kwam altijd gewoon binnen, maar ik ben blij dat Nancy dit niet doet.
'Kom binnen.'
'Goedemorgen, Miss Gray,' zegt Nancy en ze komt binnen met een dienblad. 'Hebt u zin in ontbijt?'
Ik voel opeens genegenheid voor het meisje dat zo hard haar best doet. 'Noem me alsjeblieft Luciana. Dat ziet er heerlijk uit. Dankjewel. Wil je het op mijn bureau zetten? Ik zal me eerst aankleden.'
'Zal ik u helpen? Ik kan uw haar opsteken, als u wilt.'
'Bedankt, Nancy, maar ik doe het liever zelf.'
'Zoals u wilt,' zegt Nancy en ze loopt naar de deur. Halverwege bedenkt ze zich en draait ze zich weer om. 'Ik begrijp dat u het gevoel hebt dat u Clara verraadt als u mijn hulp aanneemt. Maar ik denk dat Clara zou willen dat er goed voor u wordt gezorgd.'
Mijn eerste instinct is om te roepen dat zij Clara nooit heeft gekend en dus helemaal niet weet wat Clara zou willen, maar ik slik mijn woorden in als ik bedenk dat ze het beste met me voorheeft. Bovendien heeft ze gelijk. 'Dat is waar.' Ik zwijg een moment en neem dan een beslissing. 'Heb je zin om samen met mij te ontbijten, Nancy? Ik wil je graag beter leren kennen.'
Er breekt een brede glimlach door op Nancy's gezicht. Het valt me op dat ze heel mooi is. 'Heel graag.'
We gaan op het balkon zitten en ik deel mijn ontbijt met haar. Dat bestaat uit brood, eieren, ham, fruit en koffie. Ik krijg het nooit op. Het liefst eet ik alleen een appel, maar dat vindt mijn moeder beneden mijn stand. Het komt mij goed uit dat ik nu de helft kan weggeven. 'Waar kom je vandaan? En wat is je volledige naam?'
'Ik kom uit Pittsburgh. Mijn volledige naam is Nancy Watson.'
'Hoe ben je hier verzeild geraakt?'
'Ik was in Erie op zoek naar werk en hoorde van mijn nicht dat jullie een kamermeisje zochten. Mijn nicht werkt voor de Donovans.'
Dat klinkt logisch. Dominic woont in de stad Erie.
'Waarom zocht je geen werk in Pittsburgh? Het is een grotere stad, er zijn vast meer banen.'
Nancy wendt haar blik van me af en kijkt nietsziend over onze tuin heen. 'Te veel herinneringen.'
Ik wacht tot ze verder gaat.
'Mijn vader en broer zijn begin mei omgekomen. Ze vochten in het leger van de Unie.'
Ik voel mijn maag samentrekken bij dat nieuws. 'Het spijt me,' zeg ik. Ik leun naar voren en leg een hand op haar arm. 'Ik gedroeg me de hele tijd als de rouwende die groot onrecht was aangedaan, en ondertussen was jij degene die recent meer dierbaren had verloren.'
'Je wist het niet,' zegt ze en ze glimlacht triest naar me. 'En ik probeer er niet te veel aan te denken. Ik kan jou ook aanraden om afleiding te zoeken. Sluit je niet steeds op in je eigen kamer en al helemaal niet in die van Clara.'
Ik knik. 'En heb je nog andere familie? Een moeder?'
'Nee. Ze stierf in het kraambed.'
'Het spijt me.' Nancy is wees. Ze heeft helemaal niets meer; geen familie en geen bezit. Het doet me beseffen wat ik allemaal heb.
'Laten we het niet meer over mij hebben,' zegt Nancy. 'Uw vriend is gisteravond langs geweest. We konden u alleen nergens vinden. Waar was u, als ik vragen mag? Dan weet ik de volgende keer waar ik moet kijken.'
Ik voel mijn wangen direct verkleuren. Maar Nancy weet niet dat ik er met Darren vandoor was gegaan. 'Ik was in slaap gevallen terwijl ik aan het lezen was. Wat erg dat ik Dominic heb gemist, ik had hem zo graag gezien. Heeft hij gezegd wanneer hij terug zou komen?'
'Vanavond. Hij zei dat hij een verrassing heeft waar u naar uit moet kijken.'
Ik grijns. Ik moet die zoen van gisteravond vergeten en me focussen op Dominic.
'Nancy, wil je nog steeds mijn haar opsteken?'
Het is een uur of vijf als ik door mijn moeder wordt geroepen. Ze zit in een comfortabele, zachte stoel bij de open haard en wijst op de stoel tegenover haar. Ik dacht dat we gewoon thee gingen drinken, maar merk meteen dat de sfeer anders is. Ik ken mijn moeder goed genoeg om te weten dat ze boos is. Haar wenkbrauwen zijn gefronst en dat doet ze nooit als ze in een goed humeur is. Ze denkt dat ze er rimpels van krijgt.
'Was je gisteren in een bar met een andere jongen?'
Ik ben als aan de grond genageld. Dit had ik niet zien aankomen.
'Hoe weet u dat?'
'Tientallen mensen hebben je gezien. Of dacht je dat een oude jurk genoeg zou zijn om niet herkend te worden als iemand van hoge klasse?'
Ik bijt op mijn lip en zeg niets.
'Wie was die jongen? Maak je vaker uitstapjes met hem? Heb je een geheime relatie achter Dominics rug om?'
'Nee!' roep ik. 'Dat zou ik nooit doen.' Opnieuw voel ik hoe Darren me kuste en ik duw de herinnering weg. 'Het was de jongen die me heeft gered. De jongen die me helemaal naar het huis van de veearts heeft gedragen. Hij kwam langs om te vragen hoe het met me ging. Ik had hem verder nog nooit gezien. Hij heet Darren Adams.'
Ik zie dat mijn moeder zich ontspant. 'Werkelijk? Waarom heb je hem niet aan ons voorgesteld? We hadden hem royaal willen bedanken.'
'Hij wilde geen beloning of eer voor iets wat iedereen zou hebben gedaan. Dat zijn zijn woorden.'
'En hij was ook zo snel verdwenen.' Mijn moeder heeft het niet tegen mij, maar zet duidelijk haar eigen gedachten op een rijtje. 'Hij wil graag onbekend blijven. Een deserteur, misschien?' Mijn moeder kijkt me weer aan. 'Maar dat verklaart nog niet wat je in die bar deed met mensen ver beneden onze stand.'
'Ik was nieuwsgierig. Ik heb er altijd al eens heen willen gaan. Het lijkt altijd zo gezellig en ik wilde weten hoe het was. Darren was mijn kans; niemand anders zou ooit met me meegaan. En het was geweldig.'
'Ik hoop dat het het waard was,' zegt mijn moeder met een scherp randje in haar stem, en ik weet meteen dat ze nog steeds boos is. 'Dat uitstapje van je was ontzettend slecht voor ons imago. Als ik het gehoord heb, zullen anderen het ook horen. Wat voor gevolgen zal dat hebben? Niet alleen zullen ze zeggen dat wij je slecht hebben opgevoed en dat jij een rebels, onfatsoenlijk meisje bent dat haar vriend bedriegt. Dominic zal in dit verhaal bekend staan als de jongen die gedumpt wordt voor een andere jongen van lage komaf. Die mogelijk ook nog een deserteur is.'
Ik voel mijn mond kurkdroog worden. Ze heeft gelijk. Maar mijn woede overheerst de schaamte. 'Hij is geen deserteur, hij is achttien en dus te jong voor de dienstplicht. Ik snap niet dat je zo afschuwelijk praat over de jongen die mijn leven heeft gered. Betekent dat dan helemaal niets voor je?'
Ik storm de kamer uit en gooi de deur hard achter me dicht. In werkelijkheid ben ik niet zo kwaad dat mijn moeder Darren beledigde. Ik ben vooral kwaad op mezelf. Hoe heb ik het zo ver kunnen laten komen? Mijn imago kan me weinig schelen, maar dat van Dominic wel. En nu zal hij vragen gaan stellen over gisteravond. Kan ik glashard in zijn gezicht liegen? Doen alsof Darren niets betekent, terwijl ik hem heb gezoend? Dan ben ik ook nog een enorme leugenaar.
Tot gisteren bestond Darren slechts in mijn wereld en hoofd. Nu is hij echter dan ooit en ik denk niet dat dat een positieve ontwikkeling is.
'Luciana,' zegt Dominic breed glimlachend als ik de voordeur open. Hij is duidelijk blij om me te zien. Mijn schuldgevoel wordt alleen maar groter. 'Herinner je je nog die avond dat ik steentjes tegen het raam gooide?'
Natuurlijk, dat was mijn eerste officiële sterfdag. Hoe kan ik die ooit vergeten?
'Ik wilde je toen iets laten zien, maar toen werd je aangevallen en... In elk geval, nu je weer op de been bent, wil ik je alsnog meenemen.'
Vandaag is inderdaad de eerste dag dat ik het huis weer kan verlaten. Gisteren niet meegerekend. Ik glimlach. 'Ik ben heel benieuwd.'
'Maar voor we gaan...' Dominic haalt iets onder zijn jas vandaan en ik voel de kleur uit mijn gezicht trekken. 'Herken je dit?'
Het zijn de kleren van de tuinman, de kleren die Darren gisteravond droeg. Hoe komt hij eraan? Ik weet nu zeker dat Darren terug is in zijn eigen wereld, maar wat heeft hij in het dorp gedaan nadat ik weg ben gegaan?
Ik besluit Dominic de waarheid te vertellen voor hij het van iemand anders hoort. Of in elk geval de halve waarheid. Ik pak zijn hand en trek hem naar het bankje op onze veranda. Als we zitten, zeg ik: 'Gisteravond kwam de jongen langs die me heeft gered. Hij wilde weten hoe het met me ging. Nu is er in het dorp een plek waar ik altijd al heen heb gewild. Een plek met gezellige muziek waar mensen elke week volksdansen. Ik ken geen mensen die er met me heen zouden willen, dus kwam ik op het gekke, impulsieve idee om er met deze jongen heen te gaan. Het spijt me. Ik had er helemaal niet aan gedacht dat het je imago zou kunnen schaden.'
Ik wacht af of Dominic boos wordt. En als hij echt kwaad wordt, passen we waarschijnlijk toch niet bij elkaar. Ik houd nou eenmaal van impulsieve ideeën.
Het blijft een paar seconden stil. Ik voel mijn hart in mijn keel kloppen.
'Ik maak me niet druk om mijn imago, Luciana,' zegt Dominic en hij glimlacht warm naar me. 'Ik weet dat je impulsief bent en graag gekke dingen doet. Die wildere kant van je is een van de redenen dat ik van je houd. Ik ben alleen teleurgesteld dat je mij niet hebt meegevraagd.'
Ik ben compleet verrast. Niet alleen omdat hij me vergeeft en zelfs zegt dat hij deze kant van me leuk vindt. Maar nog meer omdat hij mee zou willen.
'Het kwam niet in me op. Ik bedoel, ik dacht dat je meer houdt van chique diners en formele bals.'
'Dat klopt. Maar je had het wel kunnen vragen. Voor jou wil ik best zoiets doen. Ik vind jou veel belangrijker dan wat de mensen in mijn omgeving denken. Het maakt me niet uit wat we doen, het belangrijkste is dat ik bij jou ben.'
Ik ben verrast. Ik dacht dat Dominic alles doet wat zijn omgeving van hem verwacht. Niet omdat hij doet alsof, maar omdat hij gewoon het toonbeeld is van een perfecte heer van hoge stand. Van nature.
'Je had het misschien geweten als je niet ziek was geworden op die dag dat ik je wilde verrassen,' glimlacht Dominic.
Ik sla mijn armen om hem heen. Hoe kon ik er ooit rouwig om zijn dat ik niet met Darren kan trouwen? 'Dank je wel.'
'Maar eerst deze kleren,' zegt hij als ik hem weer loslaat. 'Wat doen we ermee?'
Ik bedenk me dat ik meteen een probleem kan oplossen. 'Geef maar aan mij. Misschien komt hij nog terug om ze op te halen.' De tuinman zal nooit weten dat we zijn kleren hebben geleend.
'En nog één ding over het onderwerp, dan laten we het rusten en gaan we genieten van mijn verrassing,' zegt Dominic, wanneer ik opsta om de kleren naar binnen te brengen. Hij aarzelt even, alsof hij niet goed weet hoe hij het onder woorden moet brengen. Dan zegt hij voorzichtig: 'Vond jij ook dat er... iets raars was aan die jongen?'
'Nee. Hij leek me volkomen normaal.' Ik zal Darren vragen wat er is gebeurd zodra hij weer verschijnt. Ik word steeds nieuwsgieriger.
Dominic knikt, duidelijk nog steeds niet helemaal overtuigd. 'Oké,' zegt hij dan.
'Wat heeft hij gedaan?'
'Niets wat het waard is om er nog meer woorden aan te wijden.' Hij glimlacht naar me. 'Je rijtuig staat klaar.'
Er gaan twee bodyguards mee op onze afspraak. Gelukkig zijn ze zo discreet om veel afstand te bewaren. Ze zijn uit het zicht, maar zullen komen zodra we ze roepen. Dominic wordt namelijk ook geacht mij te kunnen beschermen.
Ons rijtuig stopt bij een hoge toren aan het meer. Hij is oud en verlaten. Tot mijn verbazing leidt Dominic me naar de ingang van deze toren. Een van de bodyguards geeft hem twee fakkels, waarvan één brandt. Ik wijs op het bordje bij de deuropening. Verboden toegang. Er zit geen deur in.
Dominic glimlacht. 'Ik dacht dat het je eerder aan zou trekken dan wegjagen. Laten we de regels gaan breken.'
Ik grijns en pak Dominics uitgestoken hand aan als we naar binnen lopen. De bodyguards blijven buiten.
Voor de trap blijft hij staan en de vlammen werpen schaduwen op zijn gezicht en een glans over zijn blonde haar. Hij geeft me de fakkel en voor ik iets kan zeggen, tilt hij me op. 'Jij mag de komende weken nog geen zware lichamelijke activiteiten doen, dus ik draag je naar boven,' zegt hij, terwijl hij de trap al begint te beklimmen.
'Is dat niet te zwaar?'
Dominic doet alsof hij beledigd is. 'Niets is te zwaar voor me als het om jou gaat.'
Ik zeg niets, houd hem stevig vast, terwijl ik geniet van zijn warmte. Als we boven zijn, zet hij me weer op mijn voeten. Dan zie ik de lichtjes en loop meteen naar de reling, dit keer zonder erop te leunen. Het zijn lichten van boten. En daarboven ontelbare sterren.
Dominic gaat achter me staan en legt zijn armen om mijn middel. 'Je kunt de sterren hier veel beter zien dan in het dorp of in het bos,' zegt hij in mijn haar. 'Ik dacht dat je die wel zou willen zien.'
Ik draai me om en lach naar hem. 'Het is prachtig!'
We genieten even van het uitzicht en ik vertel hem nog een paar weetjes over het heelal. 'Ik denk dat we voor elkaar zijn bestemd,' zegt Dominic, terwijl we nog steeds naar de sterren kijken. 'In welke eeuw of in welke plaats we ook zouden zijn geboren, ik zou je altijd hebben gevonden.'
Ik glimlach. Als Darren gelijk heeft en ik getrouwd zou zijn met een jongen die Mendez heette als alles anders was gelopen, zijn Dominics woorden niet waar, maar ik vind het romantisch dat hij dat zegt. Dominic legt een kleed voor ons op de grond en we gaan zitten. Ik nestel me tegen hem aan en hij heeft nog steeds een arm om me heen. Ik voel me op dat moment intens gelukkig. Gisteravond is volkomen naar de achtergrond verdrongen. Dit voelt helemaal goed.
Ik besluit hem opnieuw te testen. Als we echt de rest van ons leven samen door willen brengen, kan hij maar beter alles over me weten. Een huwelijk moet ook stand houden als de eerste verliefdheid is weggezakt en onze relatie een sleur wordt.
'Ik weet niet of ik wel zo'n geschikte vrouw voor je ben, Dominic,' zeg ik eerlijk. 'Jij gedraagt je als een goede en beschaafde man, terwijl ik graag rondren, in meren spring, in bomen klim, regels overtreed en naar volksfeestjes ga. Ik wil niet dat je je later voor me moet schamen, dat ik je imago schaad of je je aan me gaat irriteren.'
Ik voel dat Dominic glimlacht. 'Toen ik zei dat ik van die wilde kant van je houd, meende ik elk woord.'
Ik kijk om. 'Nu, misschien. Maar hoe zit het in de toekomst? Wanneer je het bedrijf van je vader overneemt en een ontzettend belangrijke man wordt? Heb je dan geen vrouw aan je zijde nodig die van nature rustig, beschaafd en netjes is en geen enkel verlangen naar avontuur bezit? Iemand die jouw scherpe randjes ook weg kan nemen?'
'Nee,' zegt Dominic beslist. 'Ik wil geen rustige, beschaafde vrouw. Ik wil iemand die me scherp houdt en me verrast. Jij verrast me voortdurend. En zelfs als je mijn imago zou schaden, dan is dat een kleine prijs om bij jou te kunnen zijn. Bovendien weet ik dat je rustig en beschaafd bent bij sociale gelegenheden. Je kent alle etiquetteregels en bent werkelijk beeldig als je je best doet. Jij zou alle belangrijke mensen in kunnen palmen en na afloop alles kunnen doen wat je wilt. Met mij.'
'En wat als ik het niet volhoud? Als ik een keer een slechte dag heb en toch de regels overtreed bij zo'n sociale gelegenheid?'
Dominic kust me op mijn wang. 'Dan houd ik nog steeds van je. Heb ik je nu eindelijk overtuigd? Wat moet ik nog meer doen om mijn liefde aan jou te bewijzen?'
'Nog één vraag,' zeg ik. 'En ik beloof dat het de allerlaatste is.' Dan weet ik zeker dat ons huwelijk zou standhouden als het aan Dominic ligt. Ik moet mezelf alleen nog overtuigen van mijn liefde voor hem.
'Heb je eraan gedacht dat ik misschien onvruchtbaar ben geworden toen ik in mijn buik werd gestoken?'
Er valt een korte stilte. Dan zegt Dominic zacht: 'Daar heb ik inderdaad aan gedacht.'
'Wat als ik je nooit kinderen kan schenken? Dominic, dit risico is reëel en als het waar is, zou dat een enorme impact hebben op je leven. Ik wil er niet de oorzaak van zijn dat je nooit kinderen krijgt. Daarom zou ik het volkomen begrijpen als je besluit toch niet met mij te trouwen.'
Ik houd mijn adem in na deze woorden en vraag me af of ik nu mijn eigen ruiten heb ingegooid. Ik voel de angst diep in mijn binnenste en elke seconde die verstrijkt, doet fysiek pijn. Het zijn er echter weinig. Dominic legt zijn hand onder mijn kin, draait me naar zich toe en kijkt me recht aan. Hij legt zijn hand tegen mijn wang. 'Als jij onvruchtbaar bent, en ik bid dat dit niet zo is,' zegt hij, 'dan houd ik nog net zoveel van je en nemen we weeskinderen in huis die we zullen opvoeden alsof ze van onszelf zijn. Ik zal van je houden tot we oud en gerimpeld zijn en onze tanden uit onze monden vallen. Ik zal van je houden tot mijn dood.'
Ik voel de tranen in mijn ogen springen.
'Heb je nog meer vragen voor me?' vraagt Dominic met een tedere glimlach.
'Slechts één. Wil je me zoenen?'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top