~ 10 ~

Zoals gezegd had de vader van Auxil de politie gebeld. Er was nog even verwarring geweest aan de andere kant van de lijn, omdat ze nog niet goed wisten dat er sprake was van een vermissing waarbij er ook moord in het spel kon zijn geweest. Nadat Matthias dit als een echte zakenman die zijn gevoelens kon beheersen had uitgelegd, werd hem verteld dat de politie binnen enkele minuten ter plaatse zou zijn.

Ongeduldig hadden ze alle drie op het opstapje voor de deur zitten wachtend. Precies zoals er beloofd was, was de politie er binnen enkele minuten. Er kwamen twee wagens aangereden. Zonder loeiende sirenes weliswaar, omdat er immers sprake was van een vermissing waarbij er niet zeker van een kritieke situatie zoals een moord uit kon worden gegaan.

Uit de twee politieauto's stapten in totaal vier agenten, drie mannen en één vrouw. Eén van de drie mannen stapte naar voren en schudde Annelies, Matthias en Ossan de hand. "Frank Tempelaar," stelde hij zich voor. "Rechercheur gespecialiseerd op het gebied van vermissingen en moord. Wij komen met vier man een kijkje binnen nemen." De man zag eruit alsof hij al een aantal jaren in het vak zat, en afgezien van wat grijze haren die nog op zijn hoofd zaten was hij volledig kaal. Hij had lachrimpels bij zijn ogen, maar het viel te betwijfelen of dat werkelijk van het vele lachen kwam. Een baantje zoals hij had, zou namelijk niet altijd de meest lachwekkende situaties opleveren.

Matthias kuchte even, om er zeker van te zijn dat hij zijn stem onder controle had, en knikte. "U kunt de tekenen van de mogelijke moord of ontvoering vinden op de kamer van mijn zoon. Die bevindt zich boven, de eerste deur links vanaf de trap."

Ossan was er wel blij mee dat de vader van Auxil het voortouw nam en de rechercheurs aansprak. Hij zou niet goed weten hoe je tegen zulke mensen zou moeten praten, dus hij was blij dat hij dat voorlopig nog niet hoefde te doen. Eerlijk gezegd was hij een beetje bang voor de vragen die de agenten zouden gaan stellen. Zouden ze misschien vinden dat hij de verkeerde keuze had gemaakt door niet direct te bellen? Zagen ze hem misschien zelfs aan als een verdachte? Nee, dat kon niet. Er zouden vast wel beveiligingscamera's in het huis hangen waarmee aangetoond kon worden dat hij onschuldig was. Misschien dat er zelfs camera's op de slaapkamer van Auxil hingen. Dat zou geweldig zijn, dan zouden ze misschien de ontvoerder of de moordenaar op beeld hebben.

Intussen had de moeder van Auxil snel de voordeur geopend, zodat de agenten naar binnen konden stappen. De vier personen begaven zich naar binnen toe. De deur lieten ze achter zich open staan en zo lieten ze direct de weinige warmte die nog in het huis samengepakt zat, ontsnappen.

Als eerste moest er altijd een ronde door een huis worden gedaan. Dit werd gedaan voordat er onderzoek verricht kon worden. Tijdens deze ronde over het plaats van delict werd er een plan gemaakt in welke volgorde het onderzoek zou gebeuren. Er was namelijk structuur nodig tijdens het onderzoek om zo alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Natuurlijk letten de agenten op dat ze niets aan raakten, want alles moest intact blijven.

De agenten waren heel wat gewend, maar geen van allen had verwacht een dergelijk heftig iets aan te treffen als ze te zien kregen zodra ze een blik in de kamer van Auxil naar binnen wierpen. Ondanks dat ze over het algemeen redelijk kalm waren en niet vaak spanning voelden wanneer ze op plaats delict waren, hapten sommigen van hen nu toch even naar adem. Hoe kon dat ook anders. Het beeld was angstaanjagend, de tekst was angstaanjagend. Het gehele schouwspel in de kamer liet de rillingen over je rug lopen en gaf je het idee dat je in een horrorfilm was gestapt.

Nadat zo'n beetje iedere vierkante millimeter van de kamer was geïnspecteerd en zorgvuldig was bekeken, kwamen de vier agenten weer naar beneden toe, waar Ossan en de ouders van Auxil stonden te wachten.

"We zouden u graag één voor één even willen spreken," vermeldde één van de mannelijke agenten. "Dat kan nu, later op het bureau of we maken een afspraak om het later te doen. Aan u de keuze."

"Doe nu maar," zei Annelies snel. Ze wilde alles het liefste zo snel mogelijk gedaan hebben. Hoe sneller zij zouden mee werken, hoe sneller ze haar zoon misschien terug zou vinden en hoe meer kans ze zou hebben om alles voor een moment uit haar hoofd te zetten.

De agent knikte. "Dan zouden we graag met u beginnen. Als u ons even zou willen volgen." De man begon, samen met een van de andere mannelijke agenten, richting een houten bankje dat aan de straat stond te lopen. Annelies volgde de twee snel nadat ze even een angstvallige blik had geworpen op Ossan en Matthias. Ze was waarschijnlijk bang voor wat er komen ging, bang voor de persoonlijke en pijnlijke vragen die de mannen zouden gaan stellen.

Ossan had gezien dat achter de ogen van Annelies alweer tranen prikten. Hij had het erg met haar te doen. De wereld van iedere normale moeder - niet de zijne dus - zou instorten wanneer er haar kind iets overkomt. Nu het zelfs niet duidelijk was of Auxil nog wel in leven was, was alles al helemaal niet uit te houden. De onwetendheid was vreselijk.

Vanaf het punt waar Ossan stond, voor de verhoogde voordeur van het huis van de familie Carissi, kon hij net over de heg heen kijken. Hij zag hoe Annelies naast de twee agenten op het bankje aan de straat ging zitten. Eén van de twee agenten zei iets dat er voor zorgde dat Annelies knikte en even diep in en uit ademde. Waarschijnlijk had hij haar geboden om rustig te blijven en gewoon zo goed mogelijk antwoord te geven op de vragen.

Ossan wendde zijn blik af. Hij wilde niet overkomen als een gluurder, of iets wat in die richting kwam. Misschien hadden die agenten al een vreemd beeld van hem, dan wilde hij dat beeld niet nog erger maken.

De andere twee agenten, degene die zich voor had gesteld als Frank Tempelaar en de vrouwelijke agente, liepen intussen naar de politiewagens toe. De kofferbak werd geopend en als eerste werd er een politielint tevoorschijn getoverd. De man spande vanaf de buitenkant van het hek dat op de grens van het perceel van de familie Carissi stond het lint naar een lantaarnpaal aan de weg, waarna ze het weer naar het hek spande. Op die manier zette hij het gebied voor de ingang van het terrein voor het huis af, zodat er geen mensen op konden lopen. Nieuws over een verdwijning of een moord verspreidden zich altijd razendsnel en de politie zat niet te wachten op nieuwsgierige mensen die in de weg zouden gaan lopen.

De vrouwelijke agent haalde een portofoon - een soort van mobiele telefoon - tevoorschijn. Deze zat aan de riem die om haar middel hing. Ze drukte een knopje op het apparaat in en begon te spreken. "Versterking nodig op Zonnestraat 48 in Flevum. Ik herhaal, er is versterking nodig op Zonnestraat 48 in Flevum. Er is een rechercheursteam met onderzoekswagen nodig. Ik herhaal, een rechercheursteam met onderzoekswagen is nodig. Er zit spoed achter." Ze borg de portofoon weer op en haalde rubberen handschoenen uit de politiewagen. Daarna haalde ze er ook nog een digitale camera uit. Zij zou nu nogmaals een ronde maken door het huis en verschillende dingen fotograferen.

Ze liep langs Ossan en Matthias af weer naar binnen toe. In iedere kamer maakte ze enkele foto's. Er moest altijd eerst beeldmateriaal verzameld worden tot er echt onderzoek gedaan kon worden. Het moest terug te zien zijn hoe de plaats van delict erbij lag op het moment dat het aangetroffen werd. Ieder detail kon de sleutel zijn naar de dader. Op het politiebureau hadden ze specialisten die het volhielden om tijden lang naar de afbeeldingen te staren, om zich daarna een soort van scène voor te stellen over hoe de ontvoering of moord mogelijk zou zijn verlopen.

Van werkelijk waar alles werd een shot gemaakt. De letters op de muur van de kamer van Auxil, het bureau van Auxil, de krassen en het bloed op de vensterbank. Ook werden de foto's vanuit verschillende hoeken genomen. Zo waren er misschien wel vijf afbeeldingen van het raam, allen vanuit een ander perspectief. Deze foto's waren erg nuttig voor tijdens het onderzoek en zouden allemaal in een dossier gestopt worden, enkelen werden misschien zelfs op een prikbord gehangen. Als je later de afbeeldingen kon bestuderen, zag je misschien dingen die je op het moment zelf niet met het blote oog kon zien. Deze onopvallende details konden zomaar essentieel zijn om verder te komen met het onderzoek.

Terwijl de agente nog bezig was met fotograferen, keerde Annelies terug naar haar man en Ossan. "Jij moet naar ze toe," vertelde ze Ossan met een zachte stem, gevolgd door een klein snikje.

Zenuwachtig knikte Ossan. Hij trok zijn jas recht, zuchtte even en hupte toen op zijn krukken naar de twee agenten op het bankje toe. Eenmaal daar liet hij zich voorzichtig neer zakken op de houten planken.

De ene agent leek aan Ossans lichaamshouding te zien dat hij gespannen was. "Ontspan je maar, hoor," stelde hij de jongen gerust. "We gaan je alleen wat vragen stellen. Je hebt recht van zwijgen, maar alles wat je weet zou ons kunnen helpen bij het onderzoek."

Ossan knikte terwijl hij zichzelf mentaal voorbereidde op de vragen die er gesteld zouden worden.

"Goed, het betreft dus Auxil Carissi. Waar ken je hem van?" De ene agent stelde de vragen en de andere had zijn pen in de aanslag om eventuele belangrijke informatie op zijn notitieblokje neer te kunnen pennen.

"Ik ken hem van school. In de brugklas kwamen we bij elkaar in de klas en toen raakten we bevriend, en nu zijn we nog altijd vrienden." Ossan probeerde goed en duidelijk te vertellen. Zo hoopte hij de agenten het beste te helpen, al dacht hij niet dat ze ver zouden komen met de informatie die hij over Auxil had.

"Hoe zou jij de relatie tussen Auxil en zijn ouders beschrijven?"

Ossan dacht heel even na. "Zijn ouders zijn hard werkende mensen en zijn redelijk vaak weg, maar ze geven heel erg veel om Auxil. Ze hebben een erg goede band," zei hij toen, geheel naar waarheid.

De agent met het notitieblokje schreef iets op terwijl de volgende vraag alweer werd gesteld. "Heeft Auxil vijanden, mensen die hem echt niet mochten of was er iemand waar hij vaak ruzie mee had?"

Ossan schudde direct van nee. "Totaal niet. Auxil is heel aardig tegen iedereen en erg sociaal. Hij kan het met iedereen wel vinden en respecteert de mening van anderen, dus hij heeft zeker geen vijanden."

De agent knikte en dacht heel even na over zijn volgende vraag. Hij besloot over te schakelen op hetgeen wat er gebeurd was na of tijdens de verdwijning, waar Ossan al bang voor was. "Waar was jij op het moment dat hij verdween?" vroeg hij.

"Bij hem thuis," vertelde Ossan. "Ik ging naar beneden om drinken te halen en toen ik weer boven kwam was hij ineens verdwenen."

"En toen?"

"Toen ben ik hem gaan zoeken. Eerst in zijn kamer, maar toen ik hem niet vond door heel het huis." Nog een keer het hele verhaal vertellen beviel Ossan niet. Hij zag het weer helemaal voor zich hoe alles was verlopen, hij kreeg weer kippenvel op zijn armen en de angst zorgde er voor dat zijn hart weer in zijn keel schoot. "Ik was boven op zolder toen ik ineens vreselijk gekrijs hoorde. Ik rende zo snel als ik kon naar beneden, maar toen ik de kamer van Auxil binnen kwam was hij er niet. In plaats daarvan zag ik dat bloed en dat..." Een rilling liep over zijn rug en hij balde zijn handen tot vuisten, om te voorkomen dat ze gingen trillen.

Kort nadat Ossan zijn woorden had gesproken hoorde hij vanuit de verte het geluid van sirenes. Het geluid werd snel harder en hij zag hoe enkele politiewagens met zwaailichten en loeiende sirenes aan kwamen gereden. Rechercheur Tempelaar hield het afzetlint omhoog zodat de auto's er onderdoor konden en zo het terrein voor het huis op konden rijden.

"Dank je wel voor je medewerking," bedankte de agent Ossan. "We weten voor nu genoeg." Na die woorden beende hij weer richting de andere agenten en rechercheurs toe. Dat waren er intussen heel wat meer geworden. Mensen in witte jassen, met van die rare mutsjes op hun hoofd en handschoenen aan liepen naar binnen om het forensisch onderzoek te starten.

Ossan liep de agenten achterna en voegde zich weer bij de ouders van Auxil. Er kwam een rechercheur op hen afgestapt en hij richtte zich tot Matthias. "Heeft u misschien beveiligingscamera's? Zo ja, zouden wij graag de informatie van die camera's verkrijgen als ondersteuning bij het onderzoek."

"Euhm, dat heb ik ja," mompelde Matthias terwijl hij met zijn hand ongemakkelijk in zijn nek wreef. "Maar ik heb het in geen eeuwen gebruikt, dus ik zou niet weten of ze nog werken en hoe ik de beelden moet bekijken."

"Welk merk heeft u?" vroeg de rechercheur.

Matthias dacht met een frons op zijn gezicht na. Je zag dat hij ver in zijn geheugen moest graven en je hoorde bijna zijn hersenen kraken. "Rol... Rof... Rotex? Kan dat kloppen?" 

"Jazeker, Rotex. Wacht u even, het programma daarvan staat wel op de computer." De rechercheur, die waarschijnlijk het enige verstand had van technologie en beveiligingssystemen, haastte zich naar de wagen waar hij uit was gestapt. Uit de kofferbak haalde hij een laptop, die hij inschakelde terwijl hij weer terug naar Annelies, Matthias en Ossan liep.

"Ik heb hier het programma van Rotex. U moet inloggen met uw gegevens en dan kunnen we de camerabeelden bekijken."

Hij startte het programma op en overhandigde Matthias de laptop. Die keek met een bedenkelijk gezicht naar het blokje "inloggen". Hij had een e-mail en een wachtwoord nodig, maar hij wist niet meer goed welk e-mailadres hij had gebruikt en welk wachtwoord hij had ingesteld. "Sorry, ik weet het allemaal niet meer zo goed hoor," verontschuldigde hij zich. "Even wat proberen."

Na drie keer een foutmelding te hebben gekregen leek het te lukken. Op het scherm verschenen inderdaad live-beelden van de camera, waarop je mensen in de weer zag met het onderzoek.

De rechercheur mompelde iets in zichzelf terwijl hij de datum instelde op de dag ervoor. Hij klikte camera vier aan, degene die in de kamer van Auxil hing.

"Hoe laat ongeveer?"

Annelies en Matthias keken Ossan vragend aan, die pas na een paar seconden besefte dat hij degene was die antwoord moest geven. "Euhm... Half vijf, vijf uur... Zoiets," stamelde hij, hopend dat hij het juist had.

De man achter de laptop spoelde de tijd door tot half vijf en er verscheen inderdaad een beeld van Ossan en Auxil die bezig waren op de Playstation. "Hier?" vroeg de man, al kon hij waarschijnlijk zelf wel gokken dat het klopte.

Gespannen knikte Ossan, waarna de man op play drukte en het beeld begon te veranderen. Na twee minuutjes zag je gebeuren dat Ossan stuntelend op stond en de kamer uit liep.

"Hier ging ik drinken halen," verklaarde Ossan, al besteedde de rest er niet echt aandacht aan. Gespannen keken ze naar het scherm, Annelies met haar hand dicht bij haar ogen alsof ze een horrorfilm aan het kijken was, Matthias met zijn neutrale maar verbleekte gezicht en de rechercheur met een geconcentreerde frons.

Na een minuutje zag je een schaduw op de muur verschijnen. Ossan hapte naar adem en sloeg zijn hand voor zijn mond. Dat was de schaduw die hij had gezien zodra hij de trap op liep.

De schaduw leek de kamer binnen te sluipen, maar Auxil merkte het op. Met een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht legde hij zijn controller aan de kant en stond hij op om te kijken. Je hoorde hem op de achtergrond zacht iets zeggen, waarschijnlijk vragend of Ossan die schaduw was. Op dat moment sloeg ook het raam open, alsof er een windvlaag was die het open blies. Dat terwijl Ossan er zeker van was dat hij het gesloten had en dat hij het vergrendeld had.

Plots was de schaduw verdwenen. Het gleed over de muur naar beneden en tussen de planken door, als water dat wegstroomt. Het liet een verwarde uitdrukking achter op het gezicht van Auxil. Hij wierp een blik door de deuropening, maar aan zijn gezicht af te lezen was daar niets te zien geweest.

Op het moment dat hij weer weg wilde lopen van de deur gebeurde hetgeen dat rillingen over ieders rug liet lopen. Uit het niets sloeg zijn hoofd hard tegen de muur aan, alsof iemand hem had geduwd. Er was echter helemaal niets of niemand op de beelden te zien.

Herhaaldelijk raakte Auxils hoofd heel erg hard de muur. Het was alsof een onzichtbare kracht zijn hoofd vast pakte en het keer op keer tegen de muur aan sloeg. Het was niet gek dat Auxil geen geluid uit zijn keel had weten te krijgen. Voordat hij ook maar zijn mond open kon trekken werd zijn hoofd al weer tegen de wit geverfde muur aan geramd.

Annelies haar make-up werd nog meer geruïneerd door nieuwe tranen die over haar wangen stroomden en Ossan stond op zijn benen te trillen. Hoe kon het gebeuren? Het was onmogelijk.

Auxils hoofd werd met een harde klap nog een keer tegen de muur gebonkt, met als gevolg dat zijn lijf slap werd en op de grond viel. Wat er daarna gebeurde zorgde ervoor dat Ossans hart voor een moment op hield met kloppen, en waarschijnlijk dat van Annelies en Matthias ook. Auxils armen en benen vlogen de lucht in, alsof iemand hem optilde. Al snel volgde de rest van zijn lichaam. Alsof Auxil in de ruimte was zweefde hij een halve meter boven de grond richting zijn kast. Daarna rees hij met grote snelheid omhoog, waarbij hij hard tegen het plafond aan kwam. Weer zweefde hij een stukje verder richting de muur, waarbij zijn gezicht over het plafond schraapte en er zo schrammen ontstonden. Toen hij boven de kast hing viel hij plots weer naar beneden toe, wat ervoor zorgde dat hij in de hoek van de kamer, plat bovenop de kast kwam te liggen. Hij leek bewusteloos, of zelfs dood.

Niet veel later kwam Ossan de kamer binnen lopen. Je zag hoe hij begon met praten, het raam opnieuw sloot en even later begon met zoeken. Het veroorzaakte tranen in Ossans ogen. Hij had zich nog nooit in zijn leven zo dom en zo schuldig gevoeld. Als hij naar boven had gekeken had hij Auxil op die kast kunnen zien liggen. Zijn vriend was gewoon in de kamer geweest. Als hij verder had gekeken dan zijn neus lang was, was alles misschien niet gebeurd. Wat was hij een enorme kneus geweest.

Tranen vormden zich ook in de ogen van Ossan en hij wist ze onmogelijk nog binnen te houden. Snikkend keek hij verder naar de beelden, doodsbang voor wat er verder nog zou komen.

Zodra Ossan uit het beeld verdwenen was, duurde het ongeveer een minuut voordat er weer iets gebeurde. Auxil rolde op onverklaarbare wijze van de kast af en belandde met zijn rug heel hard op de grond. Hij bleef nog altijd buiten westen, iets wat Ossan enorm verontrustte.

Ossan dacht dat het gekste al gebeurd was, maar zijn verwachtingen werden overtroffen. Zonder dat er ook maar iets was waar het door kon worden vastgehouden, kwam er een schaar van Auxils bureau naar zijn levenloze lichaam toe gezweefd. De scherpe kant kraste in de huid van Auxil, diepe sneden achterlatend. Het bloed begon uit zijn arm te stromen en Auxils lichaam werd plots over het laminaat naar zijn bed toe gesleept. Hij bleef daar even liggen, terwijl het stroompje bloed uit zijn arm een klein plasje op de grond vormde. Er vond plots beweging plaats in dat kleine plasje bloed. Uit het niets verschenen er plots de vegen op de muur. Het was alsof iemand ze op de muur had aangebracht, maar die persoon onzichtbaar was. Ze vormden de woorden die Ossan vanaf het moment dat hij ze had gezien achterna hadden gejaagd.

Auxil leek op de beelden weer een beetje bij zinnen te komen terwijl de woorden op de muur werden geschreven. Hij moest ongelofelijke pijn hebben aan zijn hele lichaam, en dat was ook duidelijk aan zijn gezicht te zien. Kreunend greep hij naar zijn telefoon in zijn broekzak. Je zag hoe hij heel even bezig was, de tijd waarin hij probeerde het alarmnummer in te tikken, maar hij was niet snel genoeg geweest. De tekst was voltooid en plots vloog Auxil de lucht weer in, waarbij hij met zijn hoofd bijna het plafond raakte. Auxil schreeuwde van de pijn terwijl zijn telefoon uit zijn hand viel en belandde op de plek waar Ossan het had aangetroffen.

Wat er daarna gebeurde liet Annelies haar handen voor haar betraande ogen slaan en gillend weglopen van het scherm. Terwijl hij midden in de kamer zweefde, begon Auxil over zijn hele lichaam te schokken en te trillen. Hij sperde zijn ogen wijd open en krijste de longen uit zijn lichaam.

Daarna volgde de ijselijke stilte die Ossan op het moment zelf al had gehoord. Auxil was opgehouden met trillen en vloog vliegensvlug richting het raam, dat op wonderbaarlijke wijze opnieuw was geopend. Hij raakte eerst nog even hard de vensterbank maar toen zweefde zijn levenloze lichaam weg, door het raam naar buiten. Luttele seconden later kwam Ossan binnen stormen, slechts een paar tellen verwijderd van het redden van Auxil.

A/N
Sorry als dit alles slecht beschreven is. Ik weet niet hoe alles er op crime-scene uit ziet en hoe het er aan toe gaat, dus ik heb het maar gedaan op de manier waarvan ik denk dat het ongeveer klopt. Ik kan het ook nergens goed vinden, dus tsja. Als er nu toevallig iemand onder jullie is die verstand heeft van crime-scenes, zou je er me er het een en ander over willen vertellen?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top