9

POV VIPER:

Mijn ogen schoten open, mijn ademhaling was zwaar en gejaagd. De kamer om me heen was onbekend, kil, en mijn hoofd voelde alsof het gevuld was met mist. Ik knipperde een paar keer om mijn zicht te verhelderen, en het duurde niet lang voordat ik doorhad dat ik ergens anders was. Niet mijn huis. Niet mijn bed. Mijn hart begon sneller te kloppen, en toen voelde ik de stof van een shirt dat ik niet had aangetrokken.

Het besef sloeg in als een mokerslag. Hij had me hierheen gebracht. Hij had me... omgekleed. Een golf van pure woede overspoelde me, mijn handen balden zich automatisch tot vuisten. Ik stond op, mijn lichaam strak van spanning, terwijl de herinneringen aan gisteravond zich als flitsen aan me opdrongen. Die klootzak.

Ik hoefde niet na te denken. Mijn spieren waren al in beweging, mijn voeten brachten me naar de deur en de trap af. Ik voelde de adrenaline door mijn lijf pompen terwijl ik me voorbereidde om hem onder ogen te komen. Hij ging hier niet zomaar mee wegkomen. Dat zwoer ik.

Beneden hoorde ik stemmen. Laconiek. Alsof dit allemaal de normaalste zaak van de wereld was. Toen ik de woonkamer binnenstormde, zat hij daar, Raph, op een stoel, nonchalant achteroverleunend met een lichte grijns op zijn gezicht. Zijn houding alleen al maakte me woest.

"Wat. Heb. Je. Gedaan?" siste ik, mijn stem geladen met woede. Zonder te aarzelen stormde ik naar hem toe, greep zijn kraag en trok hem omhoog, bijna uit zijn stoel. "Wie denk je wel niet dat je bent?! Je gaat hier niet zomaar mee wegkomen."

Hij keek me aan, zijn gezicht verrassend kalm. Zijn ogen volgden elke beweging die ik maakte, alsof hij me aan het bestuderen was. Toen verscheen er een kleine glimlach op zijn lippen. "Raph," zei hij simpel, zijn stem diep en zelfverzekerd. "Aangenaam."

Dat was het breekpunt. Zijn luchtige toon, alsof dit allemaal een grap voor hem was, deed mijn woede alleen maar verder oplaaien. "Raph?" spuugde ik, mijn vingers nog steeds strak om zijn kraag geklemd. "Ik geef geen fuck wie je bent. Wat je gedaan hebt—"

Mijn woorden werden afgebroken door een sterke hand die mijn pols vastgreep. "Rustig, rustig," zei een andere stem. Een man met donker haar en scherpe ogen stond plotseling naast me. Zijn grip was ijzersterk, en hij trok me weg van Raph, die nog steeds zo belachelijk ontspannen leek.

"Laat me los!" gromde ik, terwijl ik met mijn vrije hand naar Raph probeerde te slaan. Maar de man hield me stevig vast, zijn blik ergens tussen geamuseerd en waarschuwend. "Hé, geen paniek. Je bent veilig hier," zei hij, alsof dat me zou kalmeren.

"Veilig?" Ik draaide me fel naar hem toe, mijn ogen schoten vuur. "Hij heeft me meegenomen, me aangeraakt, en je verwacht dat ik kalm blijf?!"

Raph leunde achterover in zijn stoel, alsof hij zich prima vermaakte. "Ik moest je wel meenemen," zei hij, zijn stem zo casual dat het bijna klonk alsof hij me een lift naar huis had aangeboden. "Je bleef maar zo koppig doen. Dit was de enige manier."

Mijn vuist balde zich opnieuw, maar de andere man trok me iets verder van hem vandaan. "Rustig aan," zei hij. "We kunnen praten."

Ik keek tussen hen heen en weer, mijn borst ging snel op en neer van de woede. Praten? Wat was er nog te bespreken? Mijn blik keerde terug naar Raph, die me nog steeds aankeek met die zelfvoldane grijns. Dit was nog lang niet voorbij.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top