21

POV RALPH:

Ik sloot de deur zachtjes achter me en bleef een moment stilstaan in de gang. Mijn hand rustte tegen het hout, terwijl mijn kaken gespannen bleven. Het gesprek met Viper speelde zich nog steeds af in mijn hoofd, haar woorden die zich keer op keer herhaalden. "Je kunt me niet eeuwig hier houden."

Ze begreep het niet. Of misschien wílde ze het niet begrijpen. Ik wist dat ze sterk was—eigenwijs, vechtend tegen elke ketting die ik om haar heen probeerde te leggen. Maar ik deed dit niet om haar klein te houden. Ik deed het om haar veilig te houden.

Met een diepe zucht duwde ik mezelf weg van de deur en liep richting de trap. Maar halverwege bleef ik staan. Mijn blik ging naar beneden, naar de lichte inkeping in de houten reling—een oude kras van jaren geleden. Een herinnering aan hoe het was voordat zij hier was. Toen alles simpel was.

Of... nee, het was nooit simpel geweest. Niet echt. Maar met Viper in mijn leven voelde het alsof alles op zijn kop stond. En tegelijkertijd... alsof alles op zijn plaats viel.

Ik liet mijn hand over de reling glijden en draaide me om, mijn blik gericht op de gesloten deur van haar kamer. Ze had naar buiten gewild. De zon scheen, en het was een perfecte dag, maar dat maakte de wereld daarbuiten niet minder gevaarlijk. Zeker niet voor haar.

Ze denkt dat ik haar opsluit omdat ik controle wil.

Het was het tegenovergestelde. Het was geen controle die ik wilde—het was bescherming. Ik had dingen gezien, dingen gedaan, waar zij zich geen voorstelling van kon maken. De mensen die haar zouden willen vinden, zouden haar niet zomaar laten gaan. Niet als ze wisten wat ze kon, wie ze was.

Maar ik wist dat dat niet het hele verhaal was. Het ging niet alleen om wat ik haar probeerde te beschermen. Het ging ook om mezelf.

Ik wreef met mijn hand over mijn gezicht en voelde een zware vermoeidheid in mijn botten. Viper had gelijk—ik was haar bewaker geworden, niet omdat ik dat wilde, maar omdat ik niet anders kon. Vanaf het moment dat ik haar had ontmoet, had ze mijn gedachten overgenomen. Ze was een chaos in mijn hoofd, een storm die ik niet kon bedwingen.

Mijn voeten begonnen te bewegen voordat mijn brein een besluit had genomen. Ik vond mezelf opnieuw voor haar deur, mijn hand op de deurknop. Maar ik deed hem niet open. Niet meteen.

In plaats daarvan liet ik mijn hand zakken en leunde met mijn voorhoofd tegen het hout. Ik kon haar binnen horen. Ze was stil, maar ik wist dat ze daar was. Waarschijnlijk zat ze nog steeds op het bed, haar armen gekruist, haar blik op de grond gericht. Misschien was ze boos. Misschien was ze gefrustreerd. Misschien zat ze gewoon na te denken over hoe ze me kon dwarsbomen.

Het beeld van haar gezicht kwam in mijn gedachten naar boven—haar ogen die me aankeken, gevuld met vuur en verzet. Maar ook met iets anders. Iets zachts, iets wat ze probeerde te verbergen.

Ik wist dat ik moest ingrijpen. Dat ik haar moest laten begrijpen waarom ik deed wat ik deed. Maar hoe? Hoe kon ik haar uitleggen dat ik haar niet opsloot omdat ik haar niet vertrouwde, maar omdat ik haar niet kwijt wilde?

Een geluid uit haar kamer trok mijn aandacht. Een zachte zucht, misschien een beweging op het bed. Mijn hand ging weer naar de deurknop, maar opnieuw bleef ik staan.

Ze haat me nu al. Als ik naar binnen ga, maak ik het waarschijnlijk alleen maar erger.

Ik balde mijn vuisten, voelde mijn nagels in mijn handpalmen drukken. Maar toen draaide ik me om en liep weg van de deur. Ik kon het haar niet uitleggen. Nog niet. Niet zonder haar verder van me weg te duwen.

Toen ik de trap afliep, voelde ik het gewicht van mijn keuzes op mijn schouders drukken. Ik had alles voor haar over, maar wat als dat nooit genoeg was? Wat als ze me nooit zou begrijpen?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top