17

POV RALPH:

Toen ik eindelijk mijn adem weer onder controle heb, kijk ik naar Viper. Ze staat daar, met haar armen strak over elkaar gekruist, haar gezicht strak van woede. De spanning tussen ons is bijna tastbaar, maar ik weet dat ik iets moet doen om haar kalm te krijgen. Ze heeft geen idee hoeveel moeite het me kost om mezelf te beheersen.

"Kom," zeg ik, mijn stem koeler dan ik me voel. Ik loop naar haar toe en pak haar bij haar pols. "Je gaat nu slapen. Je hebt rust nodig."

Viper probeert mijn hand van haar pols af te trekken, maar ik houd haar stevig vast. Haar woede is nog niet voorbij, en ik voel haar lichaam zich verzetten, maar het maakt me niet uit. Ik trek haar langzaam naar het bed toe. Ze is sterk, maar ik ben sterker.

Toen we bij het bed aankomen, duw ik haar zacht maar resoluut op het matras. Ze probeert zich onmiddellijk omhoog te drukken, maar ik blijf naast haar zitten, mijn hand stevig op haar schouder. Het voelt niet goed, maar het moet. "Rust," zeg ik, mijn stem kalm. "Je kunt nu niet weg."

Ze draait zich naar me toe, haar ogen vol verzet, maar uiteindelijk zakt ze terug in het bed. Ze is uitgeput, en ik voel haar lichaam ontspannen, ondanks alles. Ik leg mijn hand op haar middel, zonder haar pijn te doen, maar genoeg om ervoor te zorgen dat ze niet zomaar kan ontsnappen.

"Je blijft hier vannacht," zeg ik, een lichte dreiging in mijn stem. "En je blijft rustig. Begrijp je?"

Ze zegt niets, maar haar blik zegt alles. Terwijl ik daar naast haar blijf liggen, blijf ik alert. Ze kan niet zomaar gaan, en ik ben niet van plan haar los te laten. Maar voor nu, moeten we allebei rust krijgen.

Viper draait zich op haar zij, haar rug naar me toe, maar ik merk de spanning in haar lichaam. Ze probeert zich los te maken van mijn grip, maar ik blijf naast haar liggen, mijn hand nog steeds op haar middel. De stilte tussen ons is intens. Ze zegt niets, maar ik voel de boosheid en frustratie die uit haar straalt. Het is moeilijk om haar zo te zien, maar ik weet dat dit nodig is. Als ze eenmaal weer kalm is, zal ze het begrijpen, hoop ik.

Ik blijf alert, mijn ogen nooit van haar afwending, terwijl ik langzaam mijn eigen ademhaling weer in bedwang probeer te krijgen. Ik voel haar lichaam ontspannen, stap voor stap, maar ze blijft zichzelf beschermen, haar grenzen duidelijk afgebakend.

"Rust," herhaal ik zacht. "Je kunt me niet ontvluchten."

Haar reactie is een korte zucht, een geluid dat haar ongenoegen verraadt, maar ze geeft niet meteen antwoord. Langzaam valt de spanning tussen ons wat weg, al blijft er een onuitgesproken spanning in de lucht hangen. Uiteindelijk lijkt ze in slaap te vallen, haar ademhaling verdiept zich en haar schouders komen wat losser. Maar ik blijf waakzaam.

Het duurt even voordat ik mezelf toestaan om wat meer te ontspannen. Ik blijf met mijn hand op haar middel, vastberaden om ervoor te zorgen dat ze niet opnieuw probeert te ontsnappen. Maar ik moet toegeven, een deel van me voelt iets anders, iets wat ik niet helemaal kan plaatsen. Het is niet alleen de controle over haar die ik wil, het is... iets meer. Iets wat ik liever niet erkende.

De nacht valt verder, maar ik blijf alert, terwijl zij langzaam in een diepe slaap valt. We slapen beiden, ieder met zijn eigen gedachten, maar voor nu, in dit moment, kan ik tenminste haar rust bewaren.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top