4. Slimme kleding
'Ben je er klaar voor?' Mirren staat in de deuropening van mijn kamer met haar beste kleding en perfecte make-up. Ze weet waar de reservesleutel van ons huis ligt - onder de deurmat - en komt eigenlijk altijd binnen zonder aan te bellen. Niemand heeft er problemen mee.
'Nee,' zeg ik enkel en ik sla de dekens van mij af om vervolgens uit bed te stappen. Ik ben alles behalve klaar. Mijn haar ziet eruit als een vogelnest en ik heb donkere kringen rond mijn ogen. Het komt door gisteren. Na die vreselijke dag heb ik niet meer goed kunnen slapen.
Ik open gapend mijn kledingkast en haal een voor een de gekleurde shirtjes eruit. Nu alle zwarte kleren weg zijn, valt er niet veel uit te kiezen.
'Mijn god, hoe weinig heb je eigenlijk geslapen?' vraagt Mirren, terwijl ze voor de derde keer waarschijnlijk haar mascara bijwerkt.
Ik zeg niks en pak een wit shirtje en een lichte spijkerbroek uit de kast. Uiteindelijk pak ik ook nog mijn grijze sneakers zodat ik vergeleken met Mirren de meest basic en onopvallende outfit ever aan heb. Precies goed.
'Sorry,' zegt Mirren als ik zwijgend mijn veters strik.
Ik draai me naar haar toe. 'Ik ben gisteren in het huis van mijn moeder geweest.'
'Wat?' Mirren legt de mascara weg en komt naast mij op bed zitten. 'Waarom?'
Zuchtend smeer ik wat van Mirrens make-up up mijn gezicht om er niet als een complete zombie uit te zien. 'Voor oude spullen. Maar ik wil het er niet over hebben. Ik heb nu liever wat afleiding van school.'
Mirren knikt en knijpt bemoedigend in mijn hand. Nadat ik mijn vader gedag heb gezegd vertrek ik samen met Mirren in stilte naar school.
~*~
'Volgens mij is dat hem,' fluistert Mirren opgewonden als we plaatsnemen in het klaslokaal. 'De nieuwe jongen.'
Het is druk in de klas, iedereen rent gillend op elkaar af alsof ze elkaar al jaren niet hebben gezien, omhelzen elkaar en vertellen wilde vakantieverhalen. Achter in de hoek zit een jongen die ik nog niet eerder heb gezien. Hij kijkt een beetje ongemakkelijk om zich heen met zijn blauwe ogen. Zijn donkerblonde haar valt op doordat de zon erop schijnt en hij heeft een leuk bloesje aan.
'Niet verkeerd,' zegt Mirren. 'Maar hij ziet er te slim uit voor mij. Jij mag hem hebben.'
'Mirren!' Ik ga lachend naast haar zitten. 'Doe normaal. Ik hoef helemaal niemand.'
Mirren rolt met haar ogen, maar voordat ze kans krijgt iets te zeggen, komt de leraar binnengelopen en langzaamaan wordt iedereen stil. Hij heeft een echte lerarenoutfit aan, een kop koffie in zijn hand en een bril op. Ik heb nog nooit les van hem gehad, maar volgens mij geeft hij wiskunde.
'Hallo allemaal,' zegt hij. 'Mijn naam is Jonas Donaldson. Maar dat is voor jullie dus meneer Donaldson.' Hij legt zijn kop koffie neer op zijn bureau voordat hij verdergaat. 'Zoals jullie misschien weten is er een nieuwe leerling op school, dus ik denk dat we het beste met een voorstelrondje kunnen beginnen.' Hij wendt zich tot de nieuwe jongen. 'Isaac, wil jij beginnen?'
De jongen knikt en alle ogen zijn op hem gericht.
'Nou, ik ben dus Isaac Recer,' zegt hij.
Hij kijkt ongemakkelijk rond en Donaldson kijkt hem verwachtingsvol aan. 'Eh, ik ben zeventien jaar oud, ik ben in de vakantie hierheen verhuisd en ik speel piano in mijn vrije tijd.'
Ik denk terug aan de pianomelodie die ik vorige week gehoord had. Zou dat van hem geweest zijn? De boomhut ligt niet ver van de boerderij af.
De rest van de klas stelt zich ook voor. Ik zie een paar nieuwe gezichten, maar de meesten ken ik wel. Ik luister daarom ook niet echt meer en staar uit het raam. Terwijl de vogels voorbij vliegen en de bladeren van de bomen bewegen in de wind, teken ik zo onopvallend mogelijk wat figuurtjes op de tafel.
In de weerspiegeling van het raam kijk ik naar de nieuwe jongen. Hij probeert zo goed mogelijk op te letten. Mirren heeft gelijk. Hij ziet er slim uit. Of komt dat alleen door zijn kleding?
Vanuit mijn ooghoek zie ik hem opeens grinniken en ik merk dat er niemand meer aan het praten is. Met een rood hoofd kijk ik op als ik besef dat ik aan de beurt ben. Ik moet mezelf voorstellen.
Ik haal even diep adem en zet dan een glimlach op. 'Ik eh... ik ben Sera.' Meneer Donaldson kijkt me afwachtend aan.
Ik ben geobsedeerd door romans, mijn vader is een toekomstige, gestoorde wetenschapper en mijn broer is een toekomstige, diepzinnige schilder. En ik heb sinds drie weken geleden geen moeder meer, maar voor mijn gevoel al dertien jaar niet meer.
'Ik ben zeventien jaar en ik wil later iets met astronomie doen.'
Zo, klaar nu. Ga maar naar de volgende. Richt jullie aandacht op elk ander persoon, maar niet op mij. Bedankt.
'Ik heb gehoord van je moeder,' zegt meneer Donaldson. Hij kijkt me met een bezorgde blik aan en ik krimp ineen wanneer hij die vreselijke woorden zegt. 'Wat. Erg. Voor. Je.'
Ik knik voorzichtig en wend mijn blik af. Wat weet hij er nou weer van? Die vent geeft wiskunde. Hij begrijpt het net zo min als iedereen.
Gelukkig zijn de volgende persoon redelijk snel en voor ik het weet is het alweer pauze. Mirren en ik snelwandelen - we mogen niet rennen door de school - naar onze vaste plek bij het raam in de aula. Mirren heeft weer een of andere vegetarische maaltijd en neemt hongerig een hap van haar lunch.
'Mag ik erbij komen zitten?'
Ik kijk op en staar in de blauwe ogen van Isaac. Ik kijk naar Mirren, maar zij lijkt opeens heel erg gefascineerd door haar vegetarische broodje. Uiteindelijk schuif ik een stukje opzij als teken dat hij kan gaan zitten. Hij knikt dankbaar en wil net gaan zitten als Mirren opeens opkijkt en hem tegenhoudt.
'Die zakjes zijn slecht voor het milieu.' Ze wijst naar het plastic zakje in Isaacs hand waar een appel in zit. Wel leuk dat iemand die vernoemt is naar Isaac Newton een appel bij heeft.
'Dit is gerecycled,' zegt hij, een beetje verbaasd.
Mirren kijkt hem even met samengeknepen ogen aan. 'Oké, dan. Ga maar zitten,' zegt ze uiteindelijk.
Isaac gaat zitten, neemt een hap van zijn appel en kijkt me aan. Ik doe alsof ik het niet zie en eet mijn lunch op. Mirren kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan en uiteindelijk draai ik me naar Isaac toe.
'Ik eh, ik heb gehoord wat er met je moeder is gebeurd,' zegt hij aarzelend. 'Moet vast klote zijn.'
Ik knik. Eindelijk iemand die de waarheid zegt. Al is klote nogal zacht uitgedrukt. Het is verschrikkelijk.
'Als je ooit ergens over wilt praten,' hij haalt ongemakkelijk zijn hand door zijn haar, 'dan kun je altijd bij me terecht. Alleen denk ik niet dat je dat zo gauw zou doen, aangezien we elkaar helemaal niet kennen,' voegt hij er met een lachje aantoe. Hij voelt zich duidelijk niet op z'n gemak.
'Jij woont toch op de boerderij in het dorp?' vraag ik, in een poging de sfeer wat gemakkelijker te maken, al gaat het meestal andersom bij gesprekken met mij.
Hij knikt. 'Ben je daar ooit geweest?'
'Ik woon daar in de buurt,' zeg ik. 'Aan de rand van het dorp, in dezelfde straat als de supermarkt.'
Isaac kijkt verrast op. 'Hoe kan het dat ik je nooit heb gezien? Ik woon er nu al een paar weken.'
Omdat ik de boerderij ontloop. Omdat ik altijd nieuwe mensen ontloop. Omdat dat een van mijn rare gewoontes is, net als kastjes openen in hotels.
Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee.'
Isaac doet zijn mond open om iets te zeggen, maar op dat moment komt er een meisje aan met zwarte haren, zwarte kleren en zwarte schoenen. Het is niet zozeer de kleding waardoor ik de rillingen krijg van haar - hoewel ik nu wel weer aan begrafenissen denk - maar meer door de chagrijnige blik in haar ogen. Als ze zou willen, zou ze de hele school kunnen vermoorden met alleen die blik. En iets zegt me dat ze dat ook heel graag zou willen.
'Isaac! Daar ben je!' Ze ploft tussen Isaac en mij op het bankje neer en gunt me geen blik waardig.
Voordat Isaac kan reageren, gaat ze alweer verder. 'Ik heb dus echt een kutklas. Iedereen is zo enthousiast en ze doen allemaal alsof ze er allemaal super veel zin in hebben en alsof ze gaan slagen en later iets kunnen bereiken. Nou, wat voor leven heb je dan?' Ze pakt een zak chips uit haar tas en voordat ze alles goed heeft kunnen verteren gaat ze weer verder. 'Ze hebben ook allemaal van die versierde schriftjes en gekleurde pennen. Om van te kotsen gewoon. En waarom heb je dat stomme bloesje aan? Je lijkt net op die jongens uit mijn klas. Gadverdamme.'
Mirren en ik wisselen kort een blik uit en Isaac kijkt me verontschuldigend aan. 'Eh, dit is mijn zus, Lauren. Lauren, dit zijn Sera en Mirren.'
Lauren kijkt ons aan alsof we een stuk vuil zijn. 'O, zijn dit je vrienden?' De toon in haar stem bevalt me niet, maar ik houd mijn mond.
We zeggen alle drie niks en Lauren staat met een zucht op. 'Ik ga maar eens. Ik zie je thuis wel,' zegt ze tegen Isaac. Tegen Mirren en mij zegt ze geen woord.
Isaac gaat met zijn hand door zijn haar terwijl hij ons ongemakkelijk aankijkt. 'Sorry,' zegt hij. 'Ze heeft het nogal moeilijk met de verhuizing. Ze had veel vrienden die ze heeft moeten achterlaten.'
Ik knik. Ik snap het, maar het lijkt me nogal vermoeiend om de hele tijd zo negatief te doen. Mirren lijkt hetzelfde te denken, want ze heeft weer haar wenkbrauwen opgetrokken.
'Het is ook moeilijk,' zegt ze. Maar het lukt haar niet om de sarcastische toon te verbergen.
Sorry, sorry, sorry ik heb echt de slechtste tijd gekozen om dit boek te publiceren, aangezien mijn toetsweek bijna begint, ik daarna drie dagen op vakantie ben en niet veel later is het zomervakantie en ga ik weer op vakantie. Dus sorry voor de trage updates, ik zal m'n best doen zo veel mogelijk te schrijven!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top