9.3
Als het paleis eenmaal in zicht komt hoor ik een harde knal. En daar bleef het niet bij want er kwamen er meer. Ineens voelde ik een harde klap tegen mijn hoofd en voor ik het wist was ik buiten bewustzijn.
Ik opende mijn ogen en zag dat ik benen had. Ik zat op het zand en Ethan zat naast me. Hij sloeg met een kokosnoot op een steen, net zoals ik gedaan had. Ik moet erom glimlachen, het zag er ook zo dom uit.
Toen realiseerde ik me ineens dat Ethan naast me zat en dat ik de enige was die mijn staart in benen had kunnen veranderen terwijl ik toch vrij zeker was dat ik de laatste keer een staart had gehad.
'Ethan?' vraag ik schor. 'Ah je bent ontsnapt.' zei hij. Ontsnapt? Ze hadden me toch vrijgelaten? Waar had hij het over? 'Ontsnapt?' vroeg ik. 'Het spijt me, jij staarde in mijn ogen en ik in de jouwe en daardoor kwam je in een Fake Reality Trans, FRT, terecht. Alles wat je zojuist gezien hebt vanaf het moment dat je in mijn ogen keek tot het moment dat je wakker werd op het strand is niet echt.'
Dit moest ik echt even verwerken. Het leek zo echt, het was net alsof ik het water kon voelen, het bos kon ruiken en de rivieren zag stromen.
'Dus Athena is niet mijn moeder?' vroeg ik hem. Het enige wat me dit opleverde was een zacht gegrinnik. Ik vond het echter niet grappig aangezien ik dacht dat het echt gebeurd was. Het valt me nu pas op dat ik totaal niet verbaasd was dat Goden bestonden. Misschien kwam dat omdat ik in FRT zat.
'Je viel flauw en toen heb ik je naar het strand gebracht.' zei Ethan ineens. 'Dankje.'
Ik was best opgelucht dat Ethan me niet verraden had, maar ik kon nog steeds niet geloven dat alles nep was. Waarom raakte ik eigenlijk in die trans door Ethan? Ik besloot het te laten rusten en verder te leven met de werkelijkheid.
'Ethan? Over hoeveel dagen word je precies 16?' vroeg ik de persoon in kwestie. 'Nog 5.' antwoordde hij.
5, dan zou ik hem, als hij een meerman was, nog mee kunnen nemen naar Valeria voor de oorlog begon. Ten minste als ik geluk had.
'Ik moet gaan, tot morgen!' riep ik enthousiast toen ik de golven in rende. Ik hoorde nog net hoe Ethan tot morgen riep en verdween toen onder de golven. Mijn staart kwam weer terug en ik zwom weg.
Het paleis doemde op in de verte. Doordat het al donker geworden was zag het er prachtig uit met allerlei lichtjes.
Ik zwom via het raam mijn kamer in, hopend dat niemand mijn afwezigheid gemerkt had.
Ik zwom naar een fakkel toe en stak hem aan met een klein vlammetje van mijn pink. 'Kuch kuch, dus waar kom jij vandaan?' hoorde ik een stem achter me zeggen.
Als verstijfd bleef ik staan terwijl ik me langzaam omdraaide. Het gezicht van Venna verscheen op mijn netvlies. 'Venna?' vroeg ik verbaasd aan de meermin die op mijn bed zat. 'Ja, ik ben het. Dus waar heb je uitgehangen?' vroeg ze een tikkeltje ongerust.
'Ik eh...' stotterde ik. Zou ik haar de waarheid vertellen? Ik besloot het te doen, het had immers geen nut om het achter te houden.
'Er is een mens, op dezelfde plek als waar ik mijn tijd als mens doorbracht. Hij heeft ook geen herinneringen meer en.' Venna onderbrak me. 'Hij zei je? Is het een jongen? O Moira, waarom heb je me dit niet eerder verteld?' zei ze. Blijkbaar vond ze het feit dat Ethan een jongen was interessanter dan het feit dat hij hetzelfde als mij meemaakt.
'Het is pas sinds twee dagen, ik ben hem nog aan het leren kennen. Hij heet Ethan en hij zit op het strand.' zei ik. 'Dan moeten we daar morgen maar eens langs.' zei Venna samenzweerderig. 'Oké maar op één voorwaarde, je haalt niks uit.'
Ik wist dat Venna het ons waarschijnlijk heel ongemakkelijk ging maken en dus stelde ik deze voorwaarde op. Gelukkig stemde ze er mee in, ook al kon ik wel merken dat ze het er niet helemaal mee eens was.
Venna zwom mijn kamer uit en ik ging gelijk onder de dekens van mijn bed liggen. Een goede nachtrust na deze bizarre ervaring genaamd FRT had ik wel verdiend.
Ik mocht het dan wel verdiend hebben, blijkbaar waren er ook die vonden dat ik het niet verdiend had. Ik kon de slaap maar niet vatten, wat ik ook probeerde. En zo bleef ik dus een hele poos liggen woelen tot ik besloot om naar de keuken te zwemmen. Misschien zou een glaasje water me goeddoen.
Ik verliet mijn kamer en zwom naar de keuken. Er was niemand, iets wat niet zo gek was aangezien er 's nachts niemand at en er dus ook niemand hoefde te koken.
Ik pakte een glas en schonk wat water voor mezelf in. Zoet water weliswaar. Doordat deze glazen speciaal waren werd zoet water er wel toegelaten maar zout water niet, ideaal dus als je in zout water leeft.
Ik dronk het glas leeg en zette het toen op het aanrecht. Ik zwom weer naar boven en hoopte dat ik nu wel zou kunnen slapen.
Eenmaal ik in mijn bed lag viel ik bijna gelijk in slaap, dit keer wel. Dat glaasje water hielp dus toch.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top