6.2

Venna knikte. We pakten onze spullen weer, wat niet veel moeite was aangezien we ze niet uitgepakt hadden en gingen op weg. We lieten een briefje achter voor Nym aangezien zij nog heerlijk aan het genieten was van haar bed. 'Oké Venna, jij weet de weg naar dat strand toch nog wel?' vroeg ik voor de zekerheid. 'Ja, tuurlijk weet ik dat nog!' kreeg ik gelukkig als antwoord. We zwommen naar het strand en niet veel later kwamen we er aan. We waren dus helemaal naar Nym's doolhof gezwommen om vervolgens erachter te komen dat wat we werkelijk zochten eigenlijk veel dichter bij was. Misschien had mijn intuïtie me er wel op uitgestuur om de vijandschap tussen Venna en Nym bij te leggen. 'Ik kan hier niet verder.' deed Venna me opschrikken uit mijn gedachten. O ja, dat is waar ook. Ze is geen Luchtmeermin. 'Ik snap het, ik ben zo terug.' zei ik. Ik zwom zo ondiep mogelijk en concentreerde me toen op een beeld van mij met benen. Ik gebruikte het beeld van mezelf dat ik had gezien toen ik mezelf hier voor het eerst zag in het meertje. Na ongeveer een minuut had mijn staart plaatsgemaakt voor benen. Ik liep het water uit en begon te zoeken naar wat ik voor lange tijd als mijn slaapplek had beschouwd. Deze palmboom stond namelijk dicht bij de plek waar ik naartoe geteleporteerd was. Toen ik hem eenmaal gevonden had begon ik om me heen te kijken. Het doosje lag half ingegraven en dus moest het moeilijk te vinden zijn. Ik keek heel even snel naar de zee of Venna er nog was. Ze was er nog, gelukkig. Ik concentreerde mijn blik op het zand. Nadat ik het niet zag ging ik op mijn knieën zitten en begon ik door het zand te woelen met mijn handen. Dit deed ik een hele tijd tot ik uiteindelijk iets in het zand voelde. Ik trok het omhoog en zag dat het het zilveren kistje met de schelpen uit mijn dromen was. Ik wist dat dit het moment was dat ik het zou moeten openen, maar ik wachtte. Ik wist precies wat er in het doosje zat maar ik kon het nog niet openen. Ik rende terug naar de zee en veranderde weer in een meermin. Venna die haar ongeduld niet kon bedwingen vroeg me gelijk of het gewerkt had. Maar ik vertelde haar dat ik wilde wachten tot we onderwater waren. Venna dook gelijk onder, ik volgde haar. Uiteindelijk zaten onderwater in een koraalrif vlakbij het strand. Venna keek me ongeduldig aan, wachtend tot ik het kistje zou openen en de schelp zou pakken. Ik opende het kistje. Het eerste wat ik zag was de brief, hij was blijkbaar van wierpapier want hij kon tegen water. Ik las hem nogmaals, dit keer met mijn eigen ogen. Het deed me nog steeds best veel dat mijn ouders er niet meer waren, de andere wereld kon me echter niet zoveel meer schelen. Met mijn andere hand bewoog ik naar de schelp toe. Wat als ik niet de prinses was? Dan zou ik sterven. Maar hoe kon het ook anders, ik had twee elementen. En bovendien had ik deze schelp van mijn ouders, pleegouders, gekregen. Die zouden ze me vast niet hebben gegeven als ik niet de prinses was, hoe zouden ze er anders aan zijn gekomen? Venna zag mijn twijfels en probeerde me gerust te stellen door te zeggen dat alles wel goed kwam. Ik besloot dat ik haar moest geloven en dat dit het beste voor mijn volk was. Ik bewoog mijn vingertoppen nu langzaam naar de schelp toe. Ik raakte hem aan. Eerst gebeurde er niks maar toen voelde ik een enorme kracht in me opwellen. Ik voelde me alsof ik iedereen aankon, ook de Revillan. Ineens kwam mijn energie vrij, ik stootte een enorme energiegolf uit. Het proces was voorbij en ik leefde nog. Ik was de Varlir. En de prinses. Ik keek naar mijn staart, hij had weer een andere kleur. Dit keer zaten alle kleuren van de groepen meerminnen erin verwerkt. Ik was de Varlir. Die woorden drongen nog steeds niet helemaal tot me door. Het klonk ook allemaal zo onwaarschijnlijk. Hadden mijn pleegouders dit geweten? Dat moest haast wel, anders hadden ze me de schelp nooit gegeven. Ik keek naar Venna die met open mond naar me zat te staren. 'Wat is er?' vroeg ik haar, ook al wist ik dat die vraag eigenlijk best overbodig was. 'J-je bent de Varlir. En je uiterlijk is veranderd.' bracht ze uit. Ik vroeg me af hoe ik eruit zag, helaas kon had ik hier geen spiegel bij de hand. Nadat Venna van haar verbazing was bekomen zwommen we terug naar Valerion. Voordat we de stad ingingen had ik besloten om weer gewoon mijn oude uiterlijk aan te nemen, niet iedereen hoefde gelijk te weten dat ik de Varlir was. Handig als je ook Vormmeerminkrachten hebt. De verandering ging eigenlijk best gemakkelijk. Misschien kwam het omdat ik de Varlir was? We zwommen de stad binnen. Er waren overal versieringen aangebracht. Ik vroeg aan Venna of er misschien een festival in de gang was maar zij wist van niks. We besloten het te vragen. Er kwam een meermin met een groene staart voorbij. 'Weet je misschien wat er aan de hand is?' besloot ik haar te vragen. 'De Varlir is gevonden!' riep ze enthousiast. Ze zwom weer verder. Dus al deze mensen maken zo'n tumult om mij? Ik was blij dat ik me vermomd had. We zwommen naar Venna's huis en gingen naar binnen. Venna vond dat we naar de koning moesten gaan om hem te vertellen dat ik de prinses én Varlir was. Maar eerst gingen we eten, ik had honger gekregen. Wat ik niet gek vond na wat er vandaag gebeurd was.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top