2.1
Als ik weer bij positieven kom zie ik Vaella beteuterd kijken. 'Heeft het gewerkt?' vraag ik haar, ook al kan ik het antwoord wel raden. Ze schudt haar hoofd. Niet dus.
'Je bent immuun voor hersenspoeling. Misschien komt het omdat je uit een andere wereld komt?' oppert ze. 'Het geeft niet, bedankt voor het proberen. Ik zal gewoon moeten leven met mezelf zoals ik nu ben.' zeg ik een tikkeltje bedroefd.
'Hé er zal vast wel een tijd komen dat je je iets zal kunnen herinneren van je verleden.'
Probeert Venna met op te beuren.
Viana kijkt me aan. Met haar blauwe ogen en zwarte haar doet ze me denken aan Melody uit de Kleine Zeemeermin 2.
Wacht!? Die ken ik wel!? Man, ik moet echt beter opletten wat ik wel en niet onthoud.
'Je bent nog geen 16.' zegt Viana plots. 'Eh... Hoe weet je dat?' vraag ik haar voorzichtig. 'Als je 16 wordt ben je als meermin volwassen, er hangt dan een bepaald aura om je heen. Een aura dat jij niet hebt, net zoals Venna.' zegt ze zeker van zichzelf. 'Ik ben geen meermin, mensen hebben dat niet. Maar laten we aannemen dat ik nog geen 16 ben, dat is wel zo makkelijk.'
De zon begint al onder te gaan. We kijken samen naar de zonsondergang vanaf een uitstekende rots. Als de zon eenmaal onder is vertrekken de meerminnen. De volgende dag zou ik ze weer zien.
Ik loop naar de plek die ik als mijn slaapplek geclaimd heb, een palmboom. Ik ga naast de palmboom liggen en val in slaap. Ik krijg weer een droom. Wat volgen ze elkaar ineens snel op.
Het meisje heeft al veel hout verzameld en ook veel dieren. Ze begint de takken vast te zetten tussen twee bomen met spijkers. Hoe komt ze daar nou weer aan? Eerst spant ze een zeil en dan gaan er takken overheen. De bomen dienen blijkbaar als steunpalen. Het meisje bouwt uren terwijl de dieren steeds met nieuw hout aan komen slepen. Uiteindelijk is de hut, het nieuwe huis van het meisje, klaar. De zon begint al onder te gaan. 'Bedankt mijn dierenvrienden.' Zegt ze tegen hen. Wacht. Nou praat ze weer met dieren, het moet niet gekker worden. Het meisje opent de "deur" van haar huis en gaat naar binnen. Daar gaat ze op de zachte aarde liggen en krult ze zichzelf op. De vos komt weer bij haar liggen om haar warm te houden.
Ik word wakker en merk gelijk dat er drie paar nieuwsgierige ogen op me zijn gericht. Ik onderdruk een gaap en loop naar de eigenaren van die ogen toe. Twee paar blauwe ogen en één paar bruine ogen volgen me.
'Goedemorgen.' zeg ik opgewekt tegen de meerminnen.
Ik ga op het zand zitten. De meerminnen slepen zich uit het water en komen naast me zitten. Daar zitten we dan. Drie meerminnen en één mens.
We kijken hoe de zon langzaam verder achter de horizon verschijnt.
'Goedemorgen.' zegt Venna, gevolgd door Vaella en Viana. Over late reacties gesproken.
Als de lucht niet meer zo roze en oranje gekleurd is, breek ik het ijs. 'Waarom zijn jullie zo stil vandaag?' vraag ik hen. 'Er is een oorlog in ons koninkrijk. Vandaag is er weer een aanval geweest. We wachten nog steeds op onze Varlir, de persoon die ons moet gaan redden van de Revillan, onze vijand. Maar ze is nog steeds niet gekomen, we denken dat de profetie over jou gaat.' zegt Vaella. 'Een oorlog? Ik de persoon uit de profetie? Wat staat er precies in die profetie?' vraag ik verbaasd.
Zij die zag wat niet hoorde,
Zij die verstoten werd zonder woorden.
Zij die nog geen meermin is,
Zal veranderen in een vis.
Zij zal de verlosser zijn,
Zij zal evenaren met de zonneschijn.
Op haar 16e wordt Zij een meermin,
Met een mooie vin.
Verslaan zal Zij de Revillan,
Tot de laatste man.
Paars bij gevaar,
Zo is Zij altijd klaar.
Varlir zal Zij heten,
Maar eerst zal zij alles vergeten.
Nadat de meerminnen klaar waren met zingen keek ik ze verbaasd aan. Het zou inderdaad over mij kunnen gaan. Maar wanneer werd ik 16?
Ze hadden me nodig, als ik hun Varlir al was. Maar wat deed ik hier anders? Ik besloot het na te vragen. 'Dus... Jullie beweren dat ik de Varlir ben? Hoe kom ik daarachter?' vroeg ik ze.
'Als je een staart krijgt op je 16e wil dat niet zeggen dat je de Varlir bent maar het is aannemelijk. Het is pas bewezen dat je de Varlir bent als er iets paars wordt bij naderend gevaar.' zei Viana.
'Nou laten we eens testen of ik vandaag toevallig 16 ben geworden.' riep ik enthousiast terwijl ik het water in rende.
De meerminnen bleven gewoon zitten waar ze zaten, die bewogen immers niet zo gemakkelijk op het land.
Ik duik onderwater en zie alles weer duidelijk, zoals altijd. Een vreemde tinteling trekt door mijn lichaam, niet persé onaangenaam. Ik voel hoe er iets verandert aan mijn lichaam maar ik kan mijn vinger er niet op leggen. Ik draai me om en kijk naar mijn benen, ik zie nog net hoe ze plaats maken voor een prachtige blauwe staart.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top