12.1
We zwommen terug naar Valerion, niemand zei iets, niemand wist waarom we teruggingen. Alleen ik wist het en dat was een zware last.
Terwijl we aankwamen zwemmen werden we ontvangen door een menigte Valerianen. Mijn hoofd hing omlaag, ik was niet blij. De rest had al net zo'm grafgezicht als het mijne. De Valerianen merkten het want ze begonnen niet te juichen, ze staarde ons enkel aan in de weet dat we niet gewonnen hadden.
Niemand wist echter dat we ook niet verloren hadden. Alleen ik wist het, ik had een grafgezicht wegens een andere reden, namelijk de vele slachtoffers en doden.
We arriveerden op de legerplaats waar mijn vader al op ons stond te wachten. Toen hij onze gezichten zag werd zijn gezicht al net zo'm grafgezicht als het mijne. Ik zwom naar hem toe. 'We hebben niet verloren.' fluisterde ik hem toe. 'Vanwaar die gezichten dan?' vroeg hij verbaasd en geheel terecht. 'We hebben ook niet gewonnen.' antwoordde ik. 'Oké ik snap er nu echt niks meer van, kun je het me even uitleggen?'
'Ik heb een akkoord gesloten met de leider van de Revillan, ik heb morgen een één op één gevecht op leven en dood. Als ik win dan zullen de Revillan zich terugtrekken en ons met rust laten, als hij wint dan zullen de Valerianen moeten terugtrekken en behoort Valeria Rasquelor toe.' zei ik. Nu pas realiseerde ik me hoeveel ik eigenlijk op het spel had gezet. Ik had niet alleen mijn eigen leven maar ook dat van alle andere Valerianen in de waagschaal gegooid. Waarom doe ik altijd zulke stomme dingen? En blijkbaar vond mijn vader dat ook. 'Je hebt wát gedaan?' zei hij ongelovig. 'Het was de enige manier om de vele doden te beperken. De Revillan hadden ons in een val gelokt en ze waren in de meerderheid en in aan de winnende hand, als ik niks gedaan had was iedereen nu dood geweest.' zei ik bedroefd.
'Je hebt gedaan wat je moest doen, maar of het wijs was weet ik niet. We zullen het zien als je duel is afgelopen. Ik hoop dat je wint, je moet winnen, niet alleen voor jezelf maar voor alle Valerianen.' sprak mijn vader. Ik kon niks anders dan het met hem eens zijn.
Ik zwom naar het podium toe om de Valerianen toe te spreken. 'We hebben niet gewonnen noch verloren. Ik heb een akkoord gesloten met de leider van de Revillan omdat ik wist dat er nog vele doden doden zouden vallen en de kans op overleving klein was. Morgen om twaalf uur heb ik een één op één gevecht met de leider van de Revillan op leven en dood. Als ik win trekt Rasquelor zich terug, als zij winnen dan zal Valeria hen toebehoren.' zei ik met een zucht.
Ik hoorde ongeloof en verbazing, maar ook blijdschap en vreugde omdat we nog niet verloren hadden. Ik had gemengde gevoelens, ik wist niet of ik er blij mee was of niet, opgeven was in elk geval geen optie want dan had ik sowieso verloren en niet geschoten is altijd mis.
Ik zwom naar de ziekenboeg toe en bracht hen hetzelfde nieuws aangezien ze er niet bij hadden kunnen zijn. Ook zij reageerden hetzelfde, iets wat ik ook wel begreep. Ik zag dat de Lichtmeerminnen en enkele Watermeerminnen al begonnen waren met helen. Ik zwom naar een meerman toe en begon ze te helpen. Mijn Water- en Lichtkrachten gecombineerd zorgden voor een sterkere genezing en zo kwam het dat deze meerman bijna gelijk de ziekenboeg mocht verlaten nadat ik hem geheeld had. Hij keek me dankbaar aan en zwom toen weg.
Ik deed dit ook bij alle andere Valerianen die nog niet geholpen waren en stuk voor stuk waren ze me dankbaar. Ik zwom terug naar het paleis en ging gelijk door naar mijn kamer zonder ook maar iemand gedag te zeggen. Ik had dus een visioen gehad in plaats van de herinneringsdromen die ik meestal had. Misschien kreeg ik er nog wel meer, maar of ik daar nou zo blij mee was. Ze konden me behoeden voor gevaar maar ze konden me ook onnodig beangstigen.
Ik besloot dat ik maar eens moest gaan slapen, ook al was het pas 5 uur 's avonds, ik had rust nodig. Ik ging op mijn bed liggen en sloot mijn oogleden. En toen zakte ik weg in de wereld der dromen, herinneringen en visioenen.
De volgende morgen wordt ik wakker, de zon schijnt niet vandaag. De Lichtmeerminnen laten de zon vast niet door het water komen vandaag. Ik zwem uit mijn bed en herinner me dat vandaag de dag is dat ik zal sterven of leven. Vandaag is de dag of Rasquelor of Valeria zal voortleven. Een belangrijke dag dus, ik moet dus wel tiptop in orde zijn.
Ik zwem naar beneden en neem een stevig ontbijt, misschien wel mijn laatste. Nee! Zo mag ik niet denken! Ik zwem terug naar mijn kamer en kom mijn vader tegen in de gangen van het paleis. Hij heeft een bezorgde blik in zijn ogen, logisch. 'Moira, wees alsjeblieft voorzichtig! Ik wil je niet kwijtraken, niet alweer.' zei hij verdrietig. 'Vader, ik kan niks beloven maar ik zal mijn uiterste best doen om niet dood te gaan.' zei ik terwijl ik naar hem toe zwom en hem een knuffel gaf.
Vervolgens heb ik ook nog Vaella, Viana, Venna en Nym gedag gezegd en toen was het uiteindelijk tijd om de strijd aan te gaan met de Revillanleider.
Ik word nagezwaaid door de Valerianen en begin dan aan mijn reis naar het slagveld. Ik weet dat ik gek lijk, misschien ben ik dat ook wel maar ik ga het toch doen. Ik zwem richting de plek waar ik nog niet heel lang geleden strijd heb gevoerd en ga klaar staan. De leider van de Revillan komt aanzwemmen alleen tot mijn verbazing is hij niet alleen. De gluiperd, zomaar zijn afspraak niet nakomen. Zal ik wegzwemmen of zal ik blijven? Mijn ketting begon paars te gloeien en ik besloot het laatste, mijn volk rekende immers op me.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top