.: proloog
Met tranen in mijn ogen keek ik achterom. Het bruine kasteel lag vredig in de schaduw van de bomen. Het was doodstil buiten. Alleen het geritsel van de groene bladeren in de wind was te horen. Het Demsterwold was mijn thuis. Nooit had ik gedacht dat ik deze wonderlijke plek zou moeten verlaten. Een plek waar ik altijd wel iemand om mij heen had. Een veilige haven die nu van mij weggenomen was.
Het was alsof er niks was gebeurd. De wachters bij de groten deuren hadden me nog met pijn in hun ogen succes gewenst, waarna zij gewoon hun dag voortzette. Ik had ook niets anders verwacht. Het was nog vroeg in de morgen. Bijna niemand was wakker. De verkenners waren nog eerder vertrokken, waardoor zelfs zij niets hadden gemerkt. Alleen de wachters hadden mij gezien. Bijna niets of niemand zal doorhebben dat ik vertrokken was.
Nog geen uur geleden had Thranduil me bij hem geroepen. Met een knoop in mijn maag was ik naar zijn grote troon gelopen. Mijn hart ging als een razende te keer, alsof het al had voorspelt wat er ging gebeuren. Streng had hij mij toegesproken, terwijl zijn felle blauwe ogen geen emoties leken te tonen. Af en toe voelde het alsof hij geen hart had, maar ik wist wel anders. Zijn zoon Legolas had me vaker verteld wat hij had meegemaakt en hoe sterk hij was. Dit had veel indruk op mij gemaakt. Ik had veel respect voor de koning, maar dit leek ik te verliezen.
Ik moest wel vaker bij de koning komen. Ik was niet bepaald de braafste Elf in het Demsterwold en vrijwel iedereen wist dat ik enorm impulsief was. Nadenken deed ik af en toe niet. Dit werkte enorm op de zenuwen van Legolas aangezien ik altijd met hem op pad ging. Natuurlijk vertelde ik mijn acties wel altijd van te voren even aan Legolas zodat hij zich aan mij aan kon passen, maar ik hiel toch wel van de leiding nemen. Gelukkig kon ik me ook wel goed aanpassen aan Legolas. Als hij een goed idee had natuurlijk.
Helaas was ik te ver gegaan dit keer. Hij kon mijn acties niet door de vingers zien. We hadden ons dan ook behoorlijk in de nesten gewerkt.
.::
Orks kwamen meestal in kleine aantallen langs de grenzen. Ze kwamen dan het Demsterwold in om te kijken hoeveel verkenners en wachters er buiten stonden. Vaak waren dit verkenners van de Orks die op onderzoek uit gingen. Dezen waren vrij makkelijk neer te halen en het leverde nooit een probleem op. Wij waren goed getrained. Al sinds kleins af aan deden we dit samen. Legolas' was enorm goed in het beheersen van zijn boog en zwaard en leerde mij dan ook hoe ik dit moest doen. Ik was bijna zo goed als hij geworden. Helaas verloor ik toch nog elke keer bij het sparren. Dit zorgde er voor dat ik alleen maar harder ging werken.
Deze groep bestond helaas uit meer dan 100 Orks. Één derde van de groep bestond uit Wargs. Grote, bloeddorstige, bruine wolf-achtige beesten met vlijmscherpe tanden. Ze hoefde je maar een keer te bijten om een grote, diepe wond achter te laten. Ze waren verschrikkelijk gevaarlijk en werden vaak gebruikt als verkenners. Ze stonden op de uitkijk en leidde de aanval.
We waren ze zonder twijfel te lijf gegaan. Moed stroomde door onze aderen. Nog nooit had ik Legolas bang gezien. Hij was een groot voorbeeld voor mij. Onverschrokken en zo goed in wat hij deed. Hij miste geen enkel doel met zijn boog en doodde Orks in een vloeiende beweging. Daarom wilde ik van hem leren. Hij was het perfecte voorbeeld.
De Orks en Wargs omsingelde ons al snel. Toch vochten wij onverschrokken door en doodde de Orks een voor een. De Wargs werden steeds brutaler. Ze gromden en sloegen hun enorme poten in het rond. Ook ontblootte ze hun tanden en sprongen af en toe naar ons toe. Daarom maakten we gebruik van de bosrijke omgeving, wat ons een voordeel gaf. We klommen in bomen en maakte gebruik van onze bogen. "Schiet tussen de ogen," had Legolas mij ooit als tip gegeven. "Dan zijn ze vrijwel meteen dood."
De Orks waren geen probleem, maar een Warg kon je niet zo maar doden. Onze pijlen staken wel in de huid, maar we moesten er drie raak schieten om de beesten te doden. Tenzij je ze tussen de ogen schoot, maar ik kreeg dat vrijwel nooit voor elkaar. De Wrags sprongen tegen de bomen op en bewogen hun grote koppen, terwijl ze al schuimbekkend omhoog keken. Het was lastig ze op die manier te raken.
Ik greep naar de pijlen in mijn pijlenkoker, maar mijn vingertoppen raakte alleen mijn eigen handpalm aan. Even stokte mijn adem in mijn keel. In paniek bewoog ik mijn hand vluchtig heen en weer, maar nergens kon ik het dunne hout van mijn pijlen voelen. Ik slikte, terwijl ik mijn hoofd naar rechts draaide.
'Legolas!' Riep ik. Legolas zat in de boom naast mij. Hij had een ijzige blik op zijn gezicht en focuste zich op de Wargs die met veel geweld tegen de boom aansprongen. Hij vuurde de ene pijl na de andere af. Ik hoorde de Wargs piepen en grommen onder me. Angstig keek ik naar beneden. Een Warg keek me aan met zijn gele dreigende ogen, wat mijn hart sneller deed kloppen. Legolas stopte even met het vuren van zijn pijlen en keek me aan.
'Ik heb geen pijlen meer!' Legolas' gezicht betrok, terwijl hij zijn ogen snel richting mijn pijlenkoker liet gaan. Snel bracht hij zijn eigen hand naar zijn pijlenkoker en voelde of hij nog pijlen had. Hij haalde opgelucht adem. Gelukkig had hij had er nog genoeg
'Wat wil je er aan doen?!' Legolas' zachte stem kwam bijna niet boven al het gegrom uit. Ik zag paniek in zijn ijsblauwe ogen.
'Ik dood ze met mijn zwaard!' Riep ik terug. 'Ik ga verder vanaf de grond!' Ik hing mijn houten boog over mijn schouder en sloeg mijn bruine haar uit mijn gezicht. Legolas' ogen werden groter. Veel tijd om te reageren kreeg hij niet. Een Warg sloeg zijn kop tegen de boom aan, waardoor deze hevig schudde. Legolas haalde een pijl uit zijn pijlenkoker en begon weer te schieten. Zijn blonde haar waaide rustig mee in de wind, terwijl hij zijn boog goed probeerde te richten.
'Dat is veel te gevaarlijk!' Riep hij, terwijl hij nog een Ork doodde met een van zijn pijlen. De bomen begonnen steeds heviger te schudden. Ze zouden het niet meer lang vol kunnen houden. Ik negeerde daarom zijn opmerking en liet me uit de oude boom vallen. Met een snelle beweging haalde ik mijn zwaard uit mijn scheden en sprong opzij. Meteen waren alle ogen op mij gericht. En Warg gromde luid en sprong naar mij toe. Ik stak mijn zwaard in het hoofd van de Warg, waardoor het beest gromde en piepte voor het neer viel. Ik trok mijn zwaard zonder moeite uit het hoofd van de Warg en draaide me in een beweging om. De Warg achter me ontblootte zijn tanden en hapte naar mijn arm. Ik sloeg mijn zwaard tegen zijn bek aan. De Warg gromde en zette een stap dichterbij. Zonder te twijfelen doodde ik de Warg door mijn zwaard ver in zijn bek te steken.
Zo doodde ik de ene na de andere Warg. Het ging niet altijd moeiteloos, maar ik was nog niet gewond geraakt. Ik stak mijn zwaard in het hoofd van een Warg en keek kort naar Legolas die nog steeds in de boom zat. Hij was geweldig bezig. De ene na de andere Ork viel naast mij neer.
Plots hoorde ik luid gekraak. De stam van de boom waar Legolas in zat begaf het. Hij slaakte een korte noodkreet toen een Warg zijn boom omduwde. Geschrokken sloeg ik mijn hand voor mijn mond.
'Legolas!' Riep ik geschrokken. Ik voelde angst en adrenaline door mijn lijf razen. Legolas keek kort om zich heen en sprong toen in de boom waar ik eerst in zat. Hij haalde opgelucht adem en klemde zijn benen om een van de takken heen. Het duurde even voor hij op adem was gekomen en hij geruststellend naar mij glimlachte. Ik haalde opgelucht adem en glimlachte terug. gelukkig was hij oke.
Ik focuste me weer op de beesten die hijgend om mij heen stonden. Ik wilde me omdraaien, maar een Warg had zijn kans allang gezien. Hij dook plotseling achter mij en ik voelde zijn grote snuit in mijn rug. Met een harde klap viel ik in het zand. Zo snel als ik kon draaide ik me op mijn rug. Ik hield mijn zwaard stevig in mijn handen, terwijl ik probeerde op te staan. De Warg kwam sneller dichterbij en zette zijn grote poot op mijn buik en drukte deze aan. Met zijn andere poot duwde hij mijn arm naar beneden. Ik was compleet hulpeloos.
Paniekerig probeerde ik de poot van me af te krijgen. De druk op mijn borstkas werd steeds erger. Ik hapte naar adem terwijl ik met mijn linker hand nog harder duwde. De Warg gromde en bracht zijn kop langzaam richting mijn gezicht. Ik slaakte een harde noodkreet, terwijl ik mijn arm tegen de Wargs kop zette. Ik spande al mijn spieren aan en duwde de kop met al mijn kracht weg. De Warg was veel te sterk. De kop kwam amper nog dichterbij, maar hij ging ook niet verder bij me vandaan. Ik voelde mijn hart steeds harder kloppen en langzaam begonnen mijn arm te verzuren. De Warg leek geen problemen te hebben en vernauwde zijn ogen. Hij zette steeds meer kracht, waardoor zijn kop langzaam weer in beweging kwam. Ik kneep mijn ogen dicht en probeerde zo veel mogelijk kracht op de kop te zetten. Het ging steeds moeilijker en het werd steeds zwaarder.
Ik hoorde Legolas mijn naam roepen, maar ik was niet in staat iets terug te roepen. Ik kon geen adem meer halen en ik was volledig geconcentreerd op de Warg. Ik kon niet meer. Zelf stond ik op het punt om op te geven. Mijn arm had nog nooit zo veel pijn gedaan en de druk op mijn longen werd te groot.
Plots hoorde ik de Warg hard piepen. Hij trok zijn kop terug, waardoor ik eindelijk mijn arm weer kon ontspannen. De druk op mijn longen versoepelde zich. Ik haalde een keer diep adem en opende meteen mijn ogen. Uit de kop van de Warg stak een pijl, die maar een paar centimeter van mijn hoofd verwijderd was. Een prachtig schot net naast de ogen. Dat kon maar van een persoon zijn, Legolas. De pijl had de Warg niet gedood, maar je kon wel zien dat de Warg veel pijn had en de tijd nodig had om even bij te kunnen komen.
De Warg schudde een keer zijn hoofd. Hij gromde luid en keek me aan met zijn boze gele ogen. Hij leek woedend. Langer aarzelde hij niet meer. Met een luide grom zette hij zijn scherpe tanden in mijn been. Ik voelde hoe zijn tanden diepen wonden maakte. Een helse pijn trok door mijn been. Ik schreeuwde het uit van de pijn.
'Valaina!' Schreeuwde Legolas. Ik probeerde mijn hand onder de poot van de Warg vandaan te krijgen, maar de druk was te groot. Tranen rolde over mijn wangen, terwijl mijn ogen steeds groter werden van de pijn
Ik zag hoe er nog een pijl in de kop van de Warg terecht kwam. Deze liet onmiddellijk mijn been los en viel jankend neer. Meteen zag ik mijn kans. Ik duwde zijn grote poot van mij af en probeerde op te staan. Met veel moeite lukte dit, maar meteen schoot er een stekende pijn door mijn been. Met een pijnlijk gezicht keek in naar de diepe wond. Bloed sijpelde er langzaam uit en vormde een kleine plas op de grond. Ik haalde een keer diep adem en bewoog me daarna langzaam richting de Warg die me had gebeten. Bij elke stap fronsde ik diep. De pijn werd alleen nog maar erger.
De warg was niet meer in staat om op te staan, maar dood was hij niet. Ik hefte mijn zwaard en duwde deze met een luide kreet diep in zijn hoofd. De Warg piepte, voordat hij roerloos bleef liggen. Hij was dood.
'Het is ons gelukt,' Hoorde ik achter me. "Kijk dan, ze zijn weg!" Zuchten draaide ik me om. Ik keek recht in Legolas ijsblauwe ogen. Hij had een stralende glimlach op zijn gezicht. We hadden samen de grootste groep Orks gedood die we ooit tegen waren gekomen. Wat was het een uitdaging geweest. Natuurlijk wilde ik blij zijn, maar de pijn in mijn been was sterker dan mijn trots. Ik glimlachte zwakjes en liet me daarna in het zachte gras vallen. Meteen verdween de glimlach van Legolas' gezicht. Hij zakte voorzichtig door zijn knieën en frontste diep.
'Gaat het wel?' Vroeg Legolas. Hij bekeek de diepe wond in mijn been. Af en toe raakte hij de wond aan, waarna ik kermde van de pijn. Bezorgd keek hij me aan.
'Het gaat, " zuchtte ik. "we moeten snel hulp halen."
.::
De koning had alles gehoord. Nadat we terug waren gekomen had Legolas' me naar een rustige plek gebracht waar ze mijn wond konden behandelen. Daarna had hij alles aan zijn vader verteld. Hij was woedend op mij geweest. 'Legolas had gewond kunnen raken!' Had hij gezegd, nadat hij me bij zich had geroepen.. Hij leek niks te geven om de verwondingen die ik had opgelopen.
Hij verbood ons om nog langer met elkaar om te gaan. Natuurlijk hadden wij dit genegeerd. Legolas en ik waren al zo lang beste vrienden. Ik wilde met hem om gaan. Niemand, zelfs de koning niet, kon mij dit verbieden. We hadden het een week volgehouden. Een week had niemand ons gezien. Het waren fantastische dagen geweest. We hadden wat rustiger aan gedaan zodat mijn been goed kon genezen. Dit duurde nog wel even, maar gelukkig werd het steeds beter.
Helaas werden we al snel betrapt door een van de wahchters.. Zes dagen later werd ik weer bij de koning geroepen. Hij had tegen me geschreeuwd en me gekleineerd. Ik was in tranen uitgebarsten. 'Als jij niet weet hoe je naar je koning moet luisteren, kun je beter gaan!' Had hij geroepen. 'Jaren lang heb ik je in bescherming genomen. Je hebt mijn vertrouwen geschonden!' Ik had hem gesmeekt om zijn woorden terug te nemen, maar hier hoefde hij niets van te weten. Ik moest meteen mijn spullen gaan pakken. Nog geen uur later stond ik buiten de poorten, samen met mijn prachtige, witte merrie. Silvirin was haar naam. Het meest trouwe paard dat je je maar kon wensen.
Ik aaide Silvirin over haar neus en zuchtte diep. Ik dacht terug aan de laatste woorden die Legolas tegen me had gezegd. 'Het komt wel goed.' Het gaf me hoop, maar helaas was het niet goed gekomen. Thranduil had het me verboden om nog bij Legolas te gaan kijken. Ik had hem graag nog gedag willen zeggen, maar het mocht niet meer. Ik wist niet wanneer ik hem weer kon zien. Het deed me pijn om te moeten vertrekken zonder hem iets te laten weten.
Terwijl ik me omdraaide, dacht ik terug aan het gesprek met de blond harige Koning en de laatste worden die ik tegen Thranduil had gezegd.
'Ooit gaat u zich nog schuldig voelen, Mijnheer. Ooit zie je in dat u een enorme fout hebt gemaakt en dan veranderd u wel van gedachten. Tot die tijd zal ik weg blijven.'
Bij deze uitspraak bleef ik. Ooit zal hij spijt hebben.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top