➵ hoofdstuk 19


Achter me werd het geklaag van de Dwergen steeds erger. Sommigen mompelde scheldwoorden die ik nog nooit had gehoord, terwijl anderen chagrijnig voor zich uit staarde. De hele sfeer van de groep was veranderd.

Silvirin schudde haar manen uit. Het pad ,dat voor ons lag, was veranderd in een grote modderpoel. De hoeven van de paarden maakten een kletsen geluid in de modder. Bilbo, die langs mij reed, was doorweekt. De meesten van ons hadden nog een capuchon die ons kon beschermen tegen het meeste water, maar Bilbo had deze bescherming niet. Zijn korte, zwarte haar plakte langs zijn gezicht. De grijns was van zijn gezicht verdwenen.

'Zeg, Meneer Gandalf,' zei Dori chagrijnig. 'Kun je niet iets aan die nattigheid doen?' Gandalf wierp een korte blik op de donkere hemel en draaide zich daarna een kwartslag om naar Dori.

'Het regent, meester Dwerg,' sprak hij. 'En dat blijft zo tor de regen klaar is. Als je het weer wilt veranderen, zoek dan een andere Tovenaar. Dori rolde zijn ogen en zuchtte geërgerd.

'Zijn die er dan?' Vroeg Bilbo. 'Andere Tovenaars?'

'We zijn met z'n vijven,' vertelde Gandalf, terwijl hij zijn ogen op de weg gericht hield. 'De grootste van onze orde is Saruman de Witte en dan heb je de twee blauwe Tovenaars.' Gandalf hield zich stil. Hij fronste en keek bedenkelijk voor zich uit.

'Ik ben hun namen vergeten.' Ik gniffelde zachtjes, terwijl ik mijn haar onder mijn capuchon vandaan haalde. Mijn haar stak een beetje onder mijn capuchon uit, waardoor een deel van mijn haar nat was geworden. Zuchtend kneep ik deze uit.

'En wie is de vijfde?' Vroeg Bilbo.

'Nou,' zei Gandalf. 'Dat is dan Radagast de Bruine.'

'Is hij een grote Tovenaar?' Vroeg Bilbo. 'Of is hij meer zoals jij?' Geschrokken sloeg ik een hand voor mijn mond.

'Bilbo!' Riep ik uit. Hij staarde mij verward aan. 'Gandalf is ook een grote Tovenaar! Elke Tovenaar is groots.'

'Ik heb nooit gezegd dat Gandalf geen grote Tovenaar is,' bracht Bilbo hier tegen in.

'Doe dat ook maar niet,' zei ik. 'Gandalf is de beste Tovenaar die ik ken.' Gandalf glimlachte liefjes naar me en hield zich daarna even stil.

'Maar om jouw vraag te beantwoorden, Bilbo,' ging hij verder.  'Ik denk dat hij een zeer grote Tovenaar is.. op zijn manier.'

'Hoe bedoel je?' Vroeg ik.

'Hij is een goed mens dat zich het liefst omringt met dieren,' legde Gandalf uit. 'Hij waakt over de uitgestrekte bossen in het oosten, en dat is maar goed ook, want het kwaad probeert hier altijd voet aan de grond te krijgen.' Het bos in het oosten. Bedoelde hij daar niet het bos mee waar ik vandaan kwam?

'Heb je het over het Grote Groene Woud?' Vroeg ik. 'Het bos in Wilderland, waar het koninkrijk van Thranduil zich bevindt?' Gandalf keek mij aan en knikte daarna zijn hoofd.

'Inderdaad,' zei hij. 'Sinds jij weg bent, is daar erg veel veranderd.' Dit kwam hard aan. Het bos, waar ik me altijd zo in thuis had gevoeld, was veranderd? In hoeverre? Kon ik het nog wel herkennen?

'Veel?' Vroeg ik angstig. 'Wat bedoel je, veel?' Gandalf haalde zijn schouders op.

'Ik heb alleen maar verhalen gehoord, Valaina,' zei hij. 'Ik kan daar geen uitspraken over doen.' Ik zuchtte diep. Een naar gevoel drong mijn lichaam binnen. Ik zou er nooit achter komen in hoeverre het was veranderd. Ik kon alleen maar hopen dat het niet al te erg was. Dat het nog steeds veilig was om in te leven en dat mijn ouders niets zou overkomen. Ik kon, en wilde, niet van het ergste uit gaan. Het zou wel meevallen, toch?
---
Het hield langzaam op met regenen. De paden voor ons waren eerst nog nat, maar deze waren al snel weer opgedroogd. De hemel klaarde op en we verruilde het bos voor een groene weide met af en toe wat rotsblokken in het landschap. We reden aan een berg rand. Ik herkende het niet. Hier was ik waarschijnlijk nog nooit geweest. Langzaam begon het al wat donkerder te worden.

Thorin nam al snel de leiding over van Gandalf. Hij leidde ons steeds verder het veld in. Ook beklommen wij steeds verder omhoog. In de verte zag ik een klein bos liggen en ik herkende een klein, geslopen hutje. Thorin reed er recht op af. Hij greep de teugels van zijn pony wat beter beet en draaide zijn pony naar ons toe. Wij lieten onze paarden en pony's langzaam tot stilstand komen.

'We overnachten hier,' zei Thorin. Gandalf steeg af en liep richting het hutje dat bij het bos in de buurt stond. Ook Thorin liet zich van zijn pony af glijden.

'Fíli, Kíli,' commandeerde hij. 'Zorg voor de pony's. Blijf bij ze.' Ik pakte de teugels van Silvirin in een hand vast en steeg af. Ik kwam met een zachte klap op het gras terecht. Silvirin draaide haar hoofd een stukje naar me toe en brieste.

'Goed gedaan, meisje,' zei ik glimlachend, terwijl ik haar een zacht klopje in haar nek gaf.

'Hier heeft een boer met zijn gezin gewoond,' sprak Gandalf hard genoeg, zodat iedereen het kon horen. De rest van de Dwergen stonden nu ook allemaal naast hun Pony's en keken vanuit hun ooghoeken naar Gandalf. Thorin liep langs alle pony's en deelde bevelen uit.

'Oín, Glóin,' beval hij. 'Maak een vuurtje.' Ik hoorde Gandalf diep zuchtte. Hij draaide zich om en liep het hutje langzaam uit. 

'Ik denk dat we beter door kunnen gaan,' zei Gandalf. 'Tot de Verborgen Vallei.' Thorin liep hoofdschuddend op Gandalf af. De Verborgen Vallei. Een plek waar ik al tientallen keren was geweest. Mijn vrienden kwamen daar vaak. Als ik ze weer eens wilde zien, kwam ik daar heen. Ik bracht daar vaak dagen door, maar voor altijd kon ik daar niet blijven. Het was iets wat ik met de Elfen had afgesproken.

'Geef me die teugels maar.' Kíli wekte mij uit mijn gedachten. Hij had zijn hand naar me uit gestoken en wachtte geduldig tot ik de teugels in zijn handen legde. Ik pakte de teugels samen en drukte deze daarna in zijn hand. Kíli pakte de teugels aan en begon richting de andere pony's te lopen. Ik bedankte hem met een glimlach.

Thorin stond inmiddels in verder in het hutje. Ze waren nu zo ver weg, dat ik het gesprek niet meer verder kon horen. Ik was niet van plan nog verder te luisteren, maar toch was ik wel nieuwsgierig naar wat er besproken werd. Zachtjes liep ik richting de hut. Een paar minuutjes luisteren kon toch geen kwaad? Niemand zou het merken.

Ik legde mijn handen tegen een kapotte plank van het huisje aan en draaide mijn oor richting Gandalf en Thorin. Ik stond mooi beschut. Hier konden ze me niet zien.

'Dat heb ik je allang gezegd,' zei Thorin geïrriteerd. 'Daar ga ik niet naartoe.'

'Hoezo niet?' Vroeg Gandalf verbaasd. 'De Elfen kunnen ons helpen met voedsel, rust, advies!'

'Ik hoef hun advies niet,' zei Thorin nors, terwijl hij verder het hutje in liep. 

'Wij kunnen die kaart niet lezen,' sprak Gandalf. 'Heer Elrond kan ons helpen.' Heer Gandalf. De leider in de Verborgen Vallei en een goede vriend van mij. Ik kende hem al zo lang. Ik zag hem altijd als mijn ouders me mee namen. Het was een aardige en wijze man die mij altijd kon helpen met mijn problemen. Hij was er altijd voor me.

'Helpen?' Thorin lachte ontzet. 'Een Draak viel Erebor aan en wat deden de Elfen?' Thorin trok zijn wenkbrauwen op. Gandalf bleef stil. Hij haalde een keer diep adem en kruiste zijn armen.

'Orks plunderden Moria en ontheiligden onze zalen,' ging Thorin geïrriteerd verder. 'De Elfen alleen maar toe! En nu moet ik naar hen die mijn grootvader hebben verraden, en mij vader? Het is al erg genoeg dat ik er een onder mijn leiderschap heb..' Ik zuchtte zachtjes. Het was niets nieuws dat Thorin zo over mij dacht, maar het kwam nog altijd hard aan. Tijdens het rijden was ik met anderen dingen bezig. Ik leek dan even te vergeten hoe erg die Dwergen mij haatte..

'Jij bent geen van beiden,' bracht Thorin hier tegen in. 'Daar heb ik je die kaart en sleutel niet voor gegeven.'

'Ik wist niet dat die van jou waren,' kaatste Thorin terug. Gandalf zweeg. Hij keerde zijn rug naar Thorin toe en liep langzaam het hutje uit. Uit paniek haalde ik mijn handen van de muur en rende snel richting Balin die Thorin en Gandalf in de gaten hield. Hij stond voor zijn witte pony, naast Bilbo. De meeste pony's waren al weg gezet, maar Balin had zijn pony nog.

Bilbo keek glimlachend op. Ik glimlachte terug naar hem en keek daarna richting het hutje. Gandalf stormde boos het hutje uit en liep langs alle Dwergen af, richting zijn paard.

'Is alles goed?' Vroeg Bilbo bezorgd. 'Gandalf, waar ga je heen?' Gandalf liep recht langs ons af.

'Naar de enige hier die nog een beetje verstand heeft,' Riep hij nors.

'Wie is dat?' Vroeg Bilbo verward.

'Ik, meneer Balings!' Mopperde Gandalf. 'Ik ben die Dwergen zat!' Thorin keek toe hoe Gandalf weg stormde.

'Kom, Bombur,' zei hij, zonder nog enige aandacht aan Gandalf te besteden. 'We hebben honger.'

'Komt hij wel terug?' Vroeg Bilbo bezorgd aan mij. Ik haalde mijn schouders op.

'Je weet maar nooit bij Gandalf,' zuchtte ik. 'Ook hij kan wel eens koppig zijn..'
---
De avond viel. Iedereen had zijn taak volbracht. De paarden stonden bij elkaar in een veld, het vuur was gemaakt en het eten was gekookt. Ik hoorde mijn maag knorren bij het ruiken van net eten. Er was genoeg klaargemaakt voor iedereen. Ik kon niet wachten tot ik wat eten had.

Bofur en Bombur schepte de kommen voor iedereen vol. Ze hadden soep klaargemaakt. Iets wat snel ging, zodat we snel aan ons eten kwamen.

'Kijk een aan,' zei Bofur, toen hij mij een kommetje gaf. Ik bedankte hem met een kleine glimlach en liep toen naar een steen, waar ik comfortabel op kon gaan zitten. De meesten Dwergen zaten bij elkaar, maar daar had ik even geen behoefte aan.

'Oh!' Riep Bilbo. Hij liep naar mij toe en kwam naast mij zitten. 'Dat ruikt lekker zeg!' Bilbo snoof de rook boven mijn kommetje op en trok een verlekkerd gezicht. Ik gniffelde zachtjes.

'Ga maar halen,' zei ik, terwijl ik naar de grote ketel wees die boven het vuur hing. Bilbo sprong meteen overeind en rende richting de ketel. Ik zag hoe hij twee kommen in zijn handen gedrukt kreeg. Bofur wees richting de plek waar de pony's stonden. Ik ging er van uit dat hij even wat eten weg moest brengen. Het maakte niet uit. Ik wilde best wachten..
--
Zuchtend leverde ik mijn lege kom in bij Bofur. Bilbo was al best een tijdje weg. Ik vroeg me af waar hij was?

'Thorin!' Hoorde ik plotseling. Kíli kwam de bosjes uit gerend. Zijn gezicht was bleek en zijn handen trilde. Alle Dwergen keken op. Ze lieten alles liggen waar ze mee bezig waren en renden naar de ketel toe. Thorin baande zich een weg door alle Dwergen en stapte naar voren.

'Moet jij niet bij de pony's zijn?' Vroeg hij. Kíli knikte hevig zijn hoofd.

'Daar was ik ook, maar een aantal Trollen hebben Daisy, Bungo, Myrtle, Minty en-' Kíli fronste diep. 'Hoe heet jouw paard ook al weer?' Vroeg hij.

'Silvirin,' zei ik. 'Hoezo?'

'Nou,' zei Kíli nerveus. 'Ze hebben Daisy, Bungo, Myrtle, Minty en Silvirin dus meegenomen. Waarschijnlijk hebben ze Bilbo nu ook.'

'Ze hebben wat?!' Mijn mond zakte open van verbazing. Woede borrelen langzaam in mij op. Ze hebben mijn Silvirin meegenomen?

Ik balde mijn vuisten en slaakte een kreet van frustratie.

'Oh, *Pen-channas!' Riep ik uit. Iedereen keek mij geschrokken aan bij het horen van het woord dat uit mijn mond kwam. Ze hadden er waarschijnlijk nog nooit van gehoord. Dit was tevens ook de eerste keer dat ik in mijn eigen taal sprak. Het eerste woord dat ik tegen hun had gezegd was een scheldwoord. Ik was er niet trots op.

'Beledigde je me nou?' Vroeg Kíli verontwaardigd. 'Doe dat in een taal die iedereen verstaat!'

'Hoe kon je dat laten gebeuren?!' In een soepele beweging trok ik mijn zwaard uit mijn schede. Het zilveren blad schitterde in het licht van de maan. Ik draaide het zwaard een keer rond in mijn handen. Ik had al lang niet meer gevochten. Met mijn boog was ik het beste, maar deze klus vroeg om zwaar geschut.

'Wat ga je doen?' Vroeg Thorin. 

'Ik ga die stinkende beesten laten zien wat er gebeurd als je aan mijn paard komt!' Riep ik, voor ik het bos in stormde..

---
*Pen-channas is de letterlijke vertaling van "Leeghoofd" in Sindarin, maar het wordt vaak gebruikt als het woord "Idioot"

Dit hoofdstuk is speciaal geüpload voor LindseyJoliePitt ,omdat ze vandaag niet zo lekker in haar vel zat en ik haar zo wil opvrolijken ❤

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top