➵ hoofdstuk 16

De SE - week is eindelijk voorbij! Ik heb weer tijd om te schrijven en te updaten. Daarom een nieuwe hoofdstukje voor jullie
---
Zacht gelach steeg op. Ik kon een brede glimlach niet onderdrukken. Het voelde als een opluchting. Nu was ik niet meer de enige wildvreemde die met hen mee ging. Ook was ik oprecht blij dat hij deze keuze had gemaakt.

Balin glimlachte liefjes naar Bilbo en gaf hem daarna een knipoog. Langzaam zwakte het gelach weer af. De rust, die er zonet heerste, kwam weer terug. Een rust die ik wel kom waarderen.

'Geef hem een pony,' sprak Thorin, terwijl hij zijn paard weer omdraaide richting de weg. Thorin's gezicht betrok meteen. De glimlach verdween van zijn gezicht en ik kon de angst in zijn ogen zien staan. Paniekerig zwaaide hij met zijn armen.

'Nee,' zei Bilbo beslist. 'Dat hoeft niet. Ik houd het lopend wel bij.' Terwijl Bilbo angstig langs de weg stond, wenkte Thorin de rest van de Dwergen al naar voren. Ik draaide Silvirin rustig de goede kant op en spoorde haar zachtjes aan. In een snelle stap kwamen we vooruit. Ik moest mijn ogen op de weg gericht houden, maar ik kon het niet laten. Ik draaide mijn hoofd naar links en keek zo over mijn schouder naar achteren. Bilbo stond nog steeds langs de weg en wees paniekerig met zijn vinger in de richting van de enige vrije pony die er nog was. Een prachtige, hazelbruine pony met blonde manen. Deze kleine merrie droeg de meeste tassen met zich mee. Ze leek er geen problemen mee te hebben.

'Ik maak vaak wandeltochten,' voegde Bilbo haastig aan zijn punt toe. De andere Dwergen begonnen hem in te halen met hun pony's. Dwalin en Bofur kwamen met hun pony's naast Bilbo rijden.

'Ik ben al eens naar Puitenlee gelopen,' vervolgde Bilbo. Bofur en Dwalin wachtte netjes tot hij zijn zin had afgemaakt. Daarna lieten ze met een hand hun teugels los en trokken Bilbo aan zijn rugzak omhoog. Bilbo slaakt een klein gilletje.

'Voorzichtig!' Riep ik geschrokken. De Dwergen hielden hem vast tot de overige merrie onder hem door liep. Boven haar rug lieten ze Bilbo los. Hij zat nu in het zadel van de pony.

'Die zit,' zei Bofur tevreden. Er speelde een kleine grijns rond zijn lippen. Bilbo keek hulpeloos om zich heen. Onhandig pakte hij de teugels van de pony vast. Hij liet deze vrij os hangen en trok ze op tot onder zijn nek. De pony hinnikte een keer tevreden en stapte daarna vrolijk verder. Tevreden richtte ik mijn blik weer op de weg voor me. Gedurende de weg gingen Gandalf en ik wat zachter rijden. Hierdoor haalden de Dwergen ons in en konden we naast Bilbo rijden. Langzaam kwamen we uit het dichtbegroeide gedeelte van het bos. Aan beiden kanten van de weg verscheen nu een prachtig groen veld met af en toe wat bomen die hun schaduwen over ons pad wierpen. Ik zuchtte tevreden bij het zien van de prachtige blauwe lucht boven mij. Ik wilde er een stilte van genieten.

'Kom op, Nori,' Schreeuwde Dori vanaf vooraan in de rij. 'Betalen!' Een stoffen zakje gevuld met goud vloog over mijn hoofd heen. Geschrokken richtte ik mijn blik weer naar voren. Het zakje werd gevangen door Oín. Hij slaakte een vrolijke kreet en stopte het zakje daarna weg.

'Nog één!' Een ander zakje vloog langs mij af.

'Deze is voor die Elf!' Ik stak mijn hand uit naar voren. Een zakje werd met een behoorlijke kracht naar mij toe gegooid. Ik ving deze makkelijk en  hing deze met een kleine glimlach aan mijn wapenriem.

'Waar is dat voor?' Vroeg Bilbo nieuwsgierig.

'Ze hebben gewed,' zei ik nonchalant. Bilbo keek verward over zijn schouder.

'Waar ging dat dan over?'

'Of je wel zou komen of niet,' vulde Gandalf mij aan. 'De meesten dachten dat je niet zou komen.' Bilbo zweeg een momentje. Hij pakte de teugels wat steviger vast en wende zijn blik naar het zakje aan mijn wapenriem.

'Wat dacht jij?' Vroeg hij aan Gandalf. Gandalf bleef stug voor zich uit kijken. Na een tijdje liet hij de teugels van zijn paard los en ving een zakje dat zijn kant op kwam. Lachend draaide hij deze rond in zijn hand.

'Mijn beste Bilbo,' grijnsde hij. 'Ik heb geen seconden aan je getwijfeld.' Glimlachend pakte hij zijn tas en stopte hij zijn zakje weg. Bilbo glimlachte kleintjes.

'Jij ook niet zo te zien,' zei hij zachtjes. Ik wende mijn blik naar hem toe en schonk hem een glimlach.

'Dat was puur gebaseerd op hoop,' gaf ik toe. Bilbo keek mij verrast aan.

'Je hoopte dat ik zou komen?' Ik knikte langzaam, terwijl ik Silvirin een keertje op haar nek klopte. Ze hinnikte tevreden en schudde een keer haar manen uit. Bilbo bleef stil. Hij staarde naar voren en zuchtte een keer. Zijn neus maakte rare trekjes. Hij liet met een hand zijn teugels los en nieste hard in zijn hand.

'Paardenhaar,' mompelde hij. 'Daar kan ik niet tegen.' Zijn hand verdween in de zakken van zijn broek en zijn jasje. Telkens maakte hij een afkeurend geluidje met zijn mond en ging weer verder naar de volgende zak.

'Wacht eens..' mompelde hij, terwijl hij zijn hand uit de laatste zak haalde. 'Stop!' Hij stak zijn hand op naar Thorin, die voorop liep, en trok aan de teugels van zijn paard. Langzaam kwam iedereen tot stilstand. Ik trok zachtjes aan Silvirin's teugels. Ze slaakte een diepe zucht en liet haar hoofd hangen.

'Stop!' Riep hij nogmaals. 'We moeten terug.' Verveeld draaide de Dwergen zich om naar hem. Ik fronste diep. Wat was er zo dringend?

'Wat is er aan de hand?' Vroeg Gandalf geïrriteerd. Bilbo had zijn hand al weer in de zak van zijn jas gestopt en was nog steeds op zoek.

'Ik ben mijn zakdoek vergeten,' zei hij.

'Hier!' Hoorde ik meteen. Bofur greep zij jas vast en trok een vierkant stuk stof van zijn riem af.

'Neem dit.' Bofur draaide zich om naar ons en gooide het stuk stof naar hem. Bilbo ving het behendig op. Hij hield het tussen duim en wijsvinger vast en bekeek de zakdoek van alle kanten. Met een vies gezicht rook hij er een keer aan.

'Niet doen,' zei ik. 'Dat is vies.' Zacht gelach was te horen. De Dwergen grepen de teugels van hun pony's weer vast en keken geamuseerd naar Bilbo.

'Doorgaan,' zei Thorin. Langzaam kwamen de paarden weer in beweging. Bilbo schudde de zakdoek een keer uit en hield het stevig in zijn handen. Hij spoorde zijn pony aan en zuchtte.

'Je gaat daar toch niet echt je neus mee snuiten?' Vroeg ik. Bilbo schudde hevig zijn hoofd.

'Ik ben niet gek!' Zachtjes lachte ik om zijn opmerking. Bilbo stopte het stuk stof weer weg en trok zijn neus een keer op. 

'Je zult het zonder zakdoeken moeten doen,' begon Gandalf. 'En nog een heleboel meer, voor we ons doel hebben bereikt. Je bent geboren in de heuvels en de riviertjes van de Gouw, maar thuis ligt nu achter je. Voor je ligt de wereld.' Gandalf haalde een keer diep adem.

'Hij heeft gelijk Bilbo,' zei ik. 'Je zult het hier mee moeten doen.'
---
Zuchtend legde ik mijn hoofd neer in het mos. Het zachte gesnurk van de Dwergen werkte mij behoorlijk op mijn zenuwen. Het was inmiddels al donker. De sterren stonden hoog aan de hemel en de maan scheen neer op de beschutte berg waar wij rustte. Tot nu toe was de reis zonder enige moeite verlopen. We hadden onze paarden van de heuvel af gestuurd en waren zo in een dichtbegroeid bos terecht gekomen. Een donker bos, waar bijna geen zonlicht op de paden had geschenen. Via het bos waren op een oneindige groene vlakte uit gekomen die ons uiteindelijk naar deze berg had geleid. De hele weg had ik met Bilbo gepraat. Hij had me verhalen over zijn leven in de Gouw verteld. De Gouw waar hij met zijn neefje Frodo woonde. Ook daar had hij leuke verhalen over verteld. Verhalen die mij aan het lachen maakte. Over de eerste keer dat hij Frodo mee nam naar het bos en het zo uit de hand liep dat hij hem krijsend mee naar huis had moeten slepen. "Hij had alleen maar zijn knie geschaafd!" Had Bilbo verteld. We lagen allebei dubbel om zijn verhalen.

Nu kon ik helaas niet slapen. Bilbo, Fíli, Gandalf en Balin waren wakker gebleven om de berg in de gaten te houden. Fíli, Balin en Kíli zaten samen onder een afdakje dat werd gecreëerd door door een holte in de berg. Ze hadden een vuurtje op gestoken en sneden verveeld met hun dolken in wat takken. Gandalf zat tegen de achterwand aan en hield zo de iedereen in de gaten. Wij lagen midden op de berg. Onze spullen hadden we op een paar grote stenen gelegd. Ook deze werden goed bewaakt. Vanaf onze slaapplek kon je uitkijken over de groene vlaktes die onder aan de berg lagen. Iets waar ik nog even bij had stil gestaan voor ik ging slapen. Het lag er mooi bij.

Verveeld draaide ik me om. Ik was klaarwakker. De slaap was ver te zoeken. Gefrustreerd legde ik mijn handen op de grond. Ik duwde mezelf omhoog en kwam overeind. Zachtjes sloop ik tussen de Dwergen door richting Fíli en Kíli. De warmte, die van het vuur af kwam,was heerlijk. Hoe dichterbij ik kwam, hoe meer ik er bij wilde gaan zitten. Fíli, Kíli en Balin keken op van hun bezigheden. Ik ving de blik op van Kíli. Hij knipperde een paar keer met zijn bruine ogen en staarde me zo een tijdje aan. Met een vragende blik vroeg ik toestemming om bij het vuur te mogen zitten. Kíli's blik dwaalde af naar het vuur en even later naar Fíli. Ze keken elkaar kort aan en gaven daarna toestemming. Ze knikte beiden kort. Ik ging zachtjes onder het afdakje zitten. Het vuur knetterde op het hout en verlichtte zo de berg. Er was vrijwel niets te horen. Alleen het gesnurk van Dwergen, het knetterde vuur en het geluid van Kíli's dolk. Ik legde mijn hoofd tegen de wand van de berg en zuchtte dromerig. Hier kon ik zo van genieten..

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top