➵ hoofdstuk 12
Bilbo zweeg. Hij staarde me met zijn groene ogen aan. Hij tikte zenuwachtig tegen zijn been. Wie zou er nu nog komen opdagen?
'Nou,' zei Gandalf. 'Ga je nog open doen?' Hij trok een wenkbrauw op en wenkte richting de deur. Bilbo zuchtte nerveus en liep daarna de gang in. Gandalf stond op en volgde hem. De andere Dwergen wisselden wat blikken uit en liepen hem daarna langzaam achterna. Ik bleef bewust wat achteraan om niet te veel op te vallen. Al was dat nog een behoorlijke klus, aangezien ik een van de grootste was.
Gandalf haalde Bilbo al snel in. Bilbo bleef ook achterin staan en keek gespannen naar de deur. Hij duwde de klink van de deur omlaag en trok de deur langzaam open. Een Dwerg stond achter de deur. Hij keek naar het prachtige uitzicht, maar zodra hij de deur hoorde, wende hij zijn blik naar ons toe. Gandalf kwam wat naar voren en keek door de deur opening naar buiten. Deze Dwerg herkende ik. Het was de Dwerg die ik in de "Steigerende pony" had gezien. Thorin. Thorin Eikenschild.
Thorin keek onder de deurpost door naar Gandalf. Zijn ogen rolde hierdoor naar boven.
'Gandalf,' zei Thorin. Hij zuchtte een keer en zette daarna een stap in Bilbo's huis. 'Je zei dat het makkelijk te vinden was. Ik ben twee keer verdwaald.' Gandalf trok de deur nog wat verder open, waardoor Thorin nu de gang in kon lopen.
'Zonder dat teken op de deur had ik het nooit gevonden.' Ik dacht terug aan toen ik hier aankwam. Het teken van Gandalf had ik inderdaad op de deur zien zitten. Het was niet te missen. In het donker gaf deze namelijk een zwak licht af. Zo was hij altijd goed te zien.
Thorin haakte zijn cape los en haalde deze van zijn schouders. De grote bontkraag aan zijn jas werd weer zichtbaar. Thorin vouwde zijn cape een keer in tweeën en hing deze over zijn linker arm.
'Er zit geen teken op die deur,' zei hij verward, terwijl hij zich langs de Dwergen wrong. 'Hij is pas nog geschilderd.' Gandalf sloot langzaam de deur. Ik zette een klein stapje vooruit.
'Bilbo,' zei ik zachtjes. 'Er zit wel een teken op die deur.'
'Ik heb het er zelf op gezet,' vulde Gandalf mij aan. Thorin's ogen schoten door de kamer bij het horen van mijn stem. Hij zocht mij. Zijn gezicht betrok toen we oogcontact maakte. Ik slikte hoorbaar en probeerde me nog achter een muur te verstoppen. Ik was te laat. Hij had me al gezien.
'Wat doet die Elf hier,' Vroeg Thorin nors. Zijn blik maakte zich los en langzaam ging deze naar Gandalf. Gandalf bleef kalm, zoals gewoonlijk, en staarde hem neutraal aan. Alle Dwergen wierpen een snelle blik op mij. Sommigen gingen zelfs aan de kant, zodat Thorin mij beter kon zien. Gandalf keek mij kort aan en wenkte me naar zich toe. Ik rolde mijn ogen en stapte wat naar voren. Thorin draaide zich in mijn richting en kwam wat dichterbij.
'Had ik jou niet gezegd om met je neus uit mijn zaken te blijven?' Vroeg hij bot. Hij vernauwde zijn ogen en kruiste zijn armen. Ik rechtte mijn rug en hield mijn ogen op hem gericht.
'Dat had je gezegd ja,' zei ik vol zelfvertrouwen.
'Wat doe je dan hier?' Hij staarde me doordringend aan en wenkte richting de deur. Ik moest gaan, volgens hem. Niet de aardigste begroeting.
'Mevrouw Valaina is hier, omdat ik dat aan haar heb gevraagd,' zei Gandalf. Hij kreeg meteen alle aandacht van Thorin. Thorin liep langzaam naar hem toe en kwam bij hem staan. Zachtjes overlegde hij met Gandalf. Heel blij keek hij niet. Zuchtend wende ik mijn blik af. Het was ijzig stil in de gang. Alleen het zachte gefluister van Gandalf en Thorin was te horen. Ik kon er niks uit opmaken, maar aan de gezichten te zien, ging het niet over iets leuks.
'Begrepen,' zei Gandalf. Hij knikte om het gesprek af te sluiten. Thorin schonk me nog een laatste blik, voordat hij weer wat verder de gang in liep.
'Bilbo Balings,' ging Gandalf verder. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en staarde verward naar Gandalf. Hij ging gewoon verder. Alsof alles nu gezegd was. Ik bleef met vragen zitten. Was dit het, of moest ik gaan?
'Ik stel je voor aan de leider van onze groep,' ging Gandalf verder. 'Thorin Eikenschild.' Bilbo draaide zich in zijn richting.
'Dus,' zei Thorin, terwijl hij een stapje dichterbij zette. 'Dit is de Hobbit?' Hij kruiste zijn armen en bleef een paar stellen staan, voordat hij kleine rondjes om Bilbo liep.
'Meneer Balings, heb je veel gevochten?' Vroeg hij.
'Pardon?' Vroeg Bilbo verward.
'Bijl of zwaard, wat is je favoriete wapen?' Thorin stopte naast hem. Bilbo draaide zich in zijn richting en zette zijn armen in zij.
'Ik kan wel aardig Kastanje-tikken,' zei Bilbo trots. 'Als je het per se wilt weten. Maar ik begrijp niet echt wat dat er toe doet. ' Een kleine glimlach verscheen op mijn gezicht. Kastanje-tikken. Ik had er nog nooit van gehoord. Het klonk leuk.
Thorin rolde zijn ogen en kruiste zijn armen.
'Dat dacht ik al,' zei hij hoofdschuddend. Hij keek over zijn schouder naar de Dwergen achter zich. 'Hij lijkt meer op een kruidenier dan op een inbreker.' De Dwergen begonnen te lachen. Thorin grijnsde gemeen. Ik voelde woeden al meer in mij opkomen. Deze Dwergen konden mij zo snel irriteren. Het was niet normaal. Gelukkig wist ik me in te houden. Ik vond het wel enorm zielig voor die arme Bilbo.
De Dwergen liepen liepen lachend de keuken in. Velen liep langs mij af en vonden het leuk om hun ellebogen in mijn zij te duwen. Geïrriteerd gaf ik elk van hen een duw. Thorin keek me nors aan toen hij voorbij kwam. Hier reageerde ik niet op hem. Ik liep langs hem af en kwam voor Bilbo staan. Hij keek beledigd naar de grond.
'Trek het je niet aan,' Zei ik. 'Wat een stelletje-'
'Valaina,' sprak Gandalf streng. Hij legde een arm tegen de muur en leunde hier op.
'Sorry,' mompelde ik. 'Ze hebben gewoon geen respect. Ik vind het echt onacceptabel. Kijk hoe ze hem behandelen!' Ik sloeg geïrriteerd met mijn vuist tegen de muur. In de kamer naast mij waren alle Dwergen weer bezig met verzamelen.
'Het is echt niet erg,' zei Bilbo zachtjes. 'Windt je niet zo op. Ik kan er wel tegen.'
'Dat weet ik,' glimlachte ik. 'Maar dat betekend niet dat het nodig is om iemand af te katten.' Bilbo haalde nonchalant zijn schouders op en liep daarna in de richting van keuken.
'En wat die Dwergen betreft,' zei ik tegen Gandalf. 'Is het opgelost met Thorin?'
'Het zal niet opgelost worden,' zei Gandalf. 'We moeten nog even kijken.' Zuchtend sloeg ik mijn ogen ten hemel en liep de keuken in. Ik was komen opdagen, maar het was nog niet zeker of ik wel mee mocht. Waarom was ik dan hier?
'Breng dit maar even naar Thorin,' Fíli had een kop soep in zijn handen. Hij stond vlak voor me en blies voorzichtig. Hij begon met lopen, maar beiden lette we niet op. Ik botste tegen hem aan, waardoor de soep over de randen heen ging en op de vingers van de Dwerg terechtkwamen.
'Auw!' Riep hij. Hij zette de kom snel weg en renden naar de kraan toe. Geschrokken keek ik hem na.
'Gaat het wel?' Vroeg ik bezorgd. Fíli gaf mij geen antwoord, maar hield in de plaats daar van zijn vingers onder de kraan.
'Die klunzige Elf,' mompelde hij chagrijnig. Ik bromde geïrriteerd. Het was niet allemaal mijn schuld. Hij lette ook niet op. Ik pakte de kom vast en bracht deze naar de houten tafel. Thorin zat aan de kop en alle Dwergen namen langzaam plaats. Ik liep om de tafel heen en zette de kop soep voor Thorin's neus.
'Neem allemaal even plaats,' zei Gandalf die de kamer binnen kwam. Ik liep weer langs alle stoelen af naar de keuken. Een bedankje kreeg ik niet meer.
'Egoïstische Dwergen,' mompelde ik, terwijl ik de Dwergen fort aan van een afstand bekeek.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top