Hoofdstuk 9
Na mijn ontdekking van de twee vreemde mannen die nacht ben ik snel terug naar de toren van Griffoendor gevlucht. Zonder dat ik gesnapt ben weet ik veilig terug in de leerlingenkamer te komen. Daarna ben ik meteen naar de slaapkamer gegaan en eenmaal terug in bed val ik meteen uitgeput in slaap.
De nacht is snel voorbij gegaan en ik zit als eerste van alle Griffoendor leerlingen in de leerlingenkamer. Wachtend op mijn vrienden.
'Goedemorgen Ilayda,' hoor ik iemand mij begroeten van achteren. Ik draai mijn hoofd een kwartslag en zie Hermelien aankomen lopen.
'Goedemorgen Hermelien,' begroet ik haar terug.
'Je bent vroeg op,' merkt ze op.
'Ja, ik weet het. Ik kon namenlijk niet meer verder slapen en ben naar hier gegaan. Trouwens, ik moet jou en de jongens straks iets vertellen,' zeg ik tegen haar.
'Gaat het weer over de mysterieuze getroffen leerlingen?', vraagt ze met een zucht.
'Nee, ik heb vannacht iets nog mysterieuzer meegemaakt. Als de jongens er zijn zal ik het allemaal vertellen,' zeg ik en ze kijkt me vragend aan.
'Ik ben benieuwd,' zegt ze verbaasd.
Even later zijn de jongens ook wakker en zitten we omgekleed en al op de bank voor de openhaard. De jongens voelen dat ik wat ga vertellen en staren me aan.
'Ik moet jullie wat vertellen. Het gaat over een ander mysterie, maar misschien is het wel een aan elkaar verbonden mysterie met de aanvallen op de leerlingen,' begin ik.
Ik hoor Hermelien wanhopig zuchten.
'Maar het gaat niet over een nieuwe aanval. Nee, ik heb vannacht wat mee gemaakt. Eerst hoorde ik vreemde geluiden en het geluid van een kat. Ik was mijn bed uitgegaan om het te onderzoeken. In de gang ontdekte ik een slijmspoor, die ik was gevolgd. En ik moet toe geven dat Zweinstein er mysterieuzer uit ziet in de nacht, maar ook enger,' vertel ik verder.
'Waar leidde het slijmspoor naartoe?', vraagt Harry nieuwsgierig aan me.
'Het leidde me naar de kerkers en daar hoorde ik plots stemmen. Ze spraken tegen elkaar en één van hun had de kat van Argus Vilder beet. En dan het vreemde, de kat zat onder het slijm en hing roerloos in de lucht,' vertel ik.
'Vreemd,' zegt Hermelien.
Ik knik. 'Ja, zeker vreemd. Maar het wordt nog vreemder. Ze spraken over Xylia en mij. Die twee mannen, ene Deacon en Felix, willen ons pakken en meenemen naar het verboden bos,' vertel ik en huiver. 'En dat willen ze aankomende nacht al doen.'
Ze kijken me geschrokken aan.
'Dat moeten we vertellen aan Perkamentus,' zegt Hermelien meteen.
'Nee, dat moeten we tegen gaan,' zegt Ron.
'Het zal allebei toch niet lukken. We moeten een plan bedenken. Ik wil sowieso weten waarom die mannen het op ons hebben gemunt!' zeg ik en zie Hermelien en Ron teneergeslagen naar me kijken.
'We zullen dat later moeten bedenken. Laten we naar de grote zaal gaan,' stelt Harry voor.
Ik knik als reactie en sta op. We lopen de leerlingenkamer uit en verlaten de toren van Griffoendor.
In de gang verbaas ik me dat er geen slijmspoor meer te zien is. Het lijkt erop alsof het er nooit is geweest.
Na het ontbijt zijn we vrij om te gaan en staan binnen Zweinstein. We hebben pas in de middag om half vier vliegles. Ik verplaats me snel door de gang naar de ziekenboeg samen met mijn vrienden. We hebben besloten om Xylia op de hoogte te brengen.
'Hey Xyl,' begroet ik mijn zus. Ik zie haar op het bed zitten en kijkt op bij het horen van mijn stem.
'Hey Ilayda, hoe gaat het?', begroet ze me terug.
'Wel goed en jij zo te zien ook,' reageer ik.
'Klopt, Poppy Plijster heeft een kruid gekregen ter genezing van een slijm aanval,' verteldt ze me meteen.
'Oh, wat super om te horen,' reageer ik vrolijk.
'Ja, maar ik voel danjendaar niet voorkomt. Ik zie het aan je,' zegt ze.
'Klopt. Vannacht heb ik twee mannen horen praten over ons. Ze willen ons hebben, maar ik weet nog niet waarom. We moeten een plan bedenken,' vertel ik meteen tegen haar.
'Ilayda, ik weet misschien iets,' begint Harry.
'Vertel,' zeg ik.
'Jullie moeten meteen in de aanval als ze volgens jullie een verkeerde indruk op jullie maken. Ik zal de man achtervolgen als hij je mee neemt en als het een ander plan is dan dat je hebt gehoord zal ik hem aanvallen,' verteldt Harry me.
'Goed plan Harry,' stem ik in.
'Wow, wacht!' roept Xylia verrast uit.
'Hoezo?', vraag ik aan haar.
'Harry als in Harry Potter?', vraagt ze verrast.
'Ja,' antwoordt Harry.
'Xyl, doe normaal. Dat wist je al eergisteravond,' zucht ik.
'Echt?'
'Ja,' antwoord ik. 'Toen vroeg ik nog: onze moeder is toch nog de enige Potter, waarop jij antwoorden met: nou, kennelijk niet.'
'Heu, jullie moeder heet Potter van haar achternaam?', vraagt Harry aan ons.
'Ja en onze vader Roseberg,' antwoordt Xylia met een glimlach.
'We zijn familie. Harry, je bent een neef van ons,' zeg ik, waarna ik Harry met open mond zie zitten die ons beide aan staart.
'Dus jullie twee- jullie zijn tweelingnichtjes van me?', vraagt Harry aan ons.
'Ja, zo kan je het ook zien,' grinnik ik.
'Waar wonen jullie dan?', vraagt hij door.
'Klein Zanikem,' antwoorden we tegelijkertijd.
'In welke straat dan?'
'Ligusterlaan,' antwoordt Xylia.
'Op vierenveertig,' zeg ik ik er snel achteraan.
'Hoe kan ik jullie nooit gezien hebben?', vraagt hij verbaasd.
'Geen idee, misschien liepen we elkaar wel mis,' antwoordt Xylia.
'Ik heb nog gewoon familie,' zegt hij met een glimlach en de tranen springen in zijn ogen.
'Kom hier Harry,' zeg ik tegen hem en open mijn armen. Hij laat zich opgelucht in mijn armen vallen. Ik voel hoe Xylia zich bij mijn knuffel toevoegd.
'Ik ga alles op alles zetten om jullie vannacht te helpen. Het verlies van mijn nichtjes wil ik er niet bij hebben,' zegt hij en drukt zich nog verder in mijn knuffel.
Dit bedoelde mijn droom over mijn moeder.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top