Hoofdstuk 5.3 ~ De bijeenkomst
Maandag 4 april - 12.35 uur
In de lunchruimte zie ik in één blik dat alle camera's in de aanslag zijn. Niet alleen richting mij, de laatste binnenkomer, maar naar iedereen. Alle reacties worden vastgelegd. Van het zelfgenoegzame lachje van mijn broers, tot de blij verraste uitroepen van de anderen.
"Ah, daar hebben we de laatste," zegt Emma-Nore van der Jou, de presentatrice van de show. Ineens vraag ik me af of zij er van weet. Maar zij en Cor Draai reageren slechts blij en natuurlijk, dus ik denk van niet.
Ik begroet ze en krijg een sticker van Cor, waar Oliviers naam en leeftijd op staan. De rest draagt een soortgelijke sticker, zie ik nu, en ik ben daar erg blij mee.
Ik geef Daniël een boks, maar loop, volgens instructie, verder om zoveel mogelijk anderen tussen mij en mijn broers te houden. Plotseling besef ik hoe eng ik dat vind. Ik heb slechts Sam en Dennis eerder gezien, maar de rest kent 'mij' wel.
Van schrik bevries ik zowat, maar gelukkig helpt Daniël me door onsubtiel te vragen of alles wel goed ging bij de toiletten. Het daaropvolgende gelach breekt de gespannen sfeer en opgelucht lach en knik ik mee. De tafel is gedekt, maar iedereen hangt nog wat aan de bar, wachtend tot we mogen beginnen met eten.
Ik beland naast Dennis, die zich op een hoekje aan de bar bevindt.
Dennis kijkt me wel een beetje vreemd aan en ik wacht met luid kloppend hart op de onthulling, maar hij zegt vervolgens met een glimlach: "Olivier, vriend! Wat goed om jou weer te zien."
De vlinders die ik krijg van de man hug die we elkaar geven, heeft niks te maken met het feit dat ik nu mijzelf niet ben. Dit is voor het eerst dat ik hem een knuffel geef en ik weet gelijk dat het siliconen harnas niks tegenhoudt qua innerlijk gevoel.
"Goed, we zijn er nu allemaal. Ik wil jullie vragen aan tafel te gaan zitten. Daar kunnen we het gesprek voortzetten onder het genot van een hapje en een drankje."
Uitnodigend wijst Cor naar de rechthoekige tafel en lachend en pratend zoeken alle acht de tweelingen een plekje op. Ook de presentatoren nemen plaats.
Voor de veiligheid - maar zeer tegen mijn zin - zorg ik ervoor dat ik tussen twee mij onbekende tweelingen kom te zitten en zie dat ik naast Hinke (eenentwintig jaar) en Simone (tweeënvijftig jaar) terecht ben gekomen. Beide dames zitten naast hun tweelingzus en ik ben daardoor omringt door vrouwen. Ik ben benieuwd hoe anders ik dat ga ervaren en vraag me ook af of ik daar een interview over moet doorstaan.
Door de dansende vlinders kost het me moeite om te gaan eten, maar omwille van het toneelspel doe ik ontzettend mijn best om toch wat naar binnen te krijgen. Olivier is een grote eter en ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan dat ik daar niet aan gedacht heb. Hopelijk wijten anderen - als het ze al opvalt - het aan mijn vermeende toiletprobleempje.
"Zo, Olivier, ben je nog steeds single?" vraagt Hinke me en wordt giechelend aangestoten door haar zus, Esther.
"Hinke! Dat vraag je toch niet?" roept ze dan ook uit, maar ondertussen kijkt ze me wel vragend aan, een antwoord verwachtend.
Na een snelle blik op Reinier en Peter - die pal tegenover me zitten - merk ik dat ze me moeilijk aankijken. Volgens mij hebben ze sommige informatie achtergehouden.
Maar het is niet heel ingewikkeld om hier antwoord op te geven - ik ben wel bekend met de privélevens van mijn broers - en terwijl ik probeer om mijn stem zo laag mogelijk te laten klinken, reageer ik instemmend.
"Dus die scharrel is uiteindelijk niks geworden?"
Welke scharrel, vraag ik me nu af. Maar ik heb 'a' gezegd. Nu moet ik ook 'b' zeggen. En daarom ploeter ik door. Ik houd mijn antwoorden zo kort als mogelijk, zoals me aangeraden is. Ik ben blij verrast dat ik nog zoveel heb onthouden van alle goede raad die mij is gegeven.
Ik fantaseer er op los, er vanuit gaand dat ik daar voor word vergeven als de aap eenmaal uit de mouw is.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik Daniël, die aan de andere kant van Arlene - Simones zus - zit een afkappend gebaar maken en onwillekeurig haal ik even mijn schouders op. Ik heb geen idee hoe ik op deze aanval van vragen moet reageren, maar gelukkig praten de dames graag en volstaat 'nee' en 'ja' - al dan niet gebarend - best goed.
"Waar is je zus, Tess?" hoor ik opeens vragen, en verschrikt kijk ik naar Sam, die zijn vraag gelukkig niet tot mij heeft gericht. Hij zit ook niet naast Dennis, waar ik blij mee ben. Anders zou ik als enige niet naast mijn directe tweeling hebben gezeten en dat was misschien wel opgevallen.
Dennis zit naast Esther en daar weer naast twee mannen van een jaar of dertig. Hun namen kan ik niet zien vanuit deze hoek, maar ik verwacht dat ik ze binnenkort wel leer kennen. Nu focus ik me op het antwoord van Peter, die Sam antwoord geeft.
"Die is hier niet voor uitgenodigd," zegt hij, maar dat komt op luidkeels protest van Emma-Nore en Cor te staan, die dat natuurlijk opvangen.
Vervolgens gaat het gesprek over de echte mij en dat is misschien niet zo handig.
Terwijl ergens anders wordt uitgelegd wie Tess is, staat Emma-Nore al op om mij op te gaan halen. Vlug reageer ik, mijn stem is van schrik niet zo laag als de bedoeling is: "Die heeft vroeg geluncht en voegt zich straks bij ons. Volgens mij is ze een wandeling maken."
Vanuit verschillende oogpunten zie ik zowel Dennis als Sam peinzend naar mij kijken en ik sein hulpzoekend naar Peter en Reinier die prompt tegelijk beginnen te praten.
Hoewel ik volgens mij nog niet betrapt ben, zie ik hoe het hele plan - door ons zeer belabberde toneelspel - als een kaartenhuis in elkaar dreigt te zakken.
Emma-Nore is in ieder geval wel weer gaan zitten en doordat ik me op mijn eten stort en nauwelijks ergens op reageer, weten we de complete lunch uit te zitten, zonder dat iemand een toespeling maakt.
Dat had ik niet verwacht.
Ook had ik niet verwacht dat Sam vasthoudend naar mij blijft vragen. Zodra we klaar zijn met eten en opstaan, haalt hij zijn telefoon al uit zijn zak en zegt: "Ik zal haar even bellen."
Het erge is dat ik niet door heb dat hij mij bedoelt, totdat mijn broekzak ineens begint te trillen. Waarom heb ik mijn telefoon zo gedachteloos in mijn nieuwe kleding gestopt?!
Gelukkig staat mijn geluid uit, maar doordat er net een stilte in het gesprek valt, is maar al te duidelijk dat ik gebeld word.
Hoe moet ik me hieruit redden?
Met een gehaast gebaar doe ik alsof ik opneem, terwijl ik intussen wegloop van de anderen. In een hoekje praat ik enkele woorden in het zoemende apparaat en zie vanuit daar hoe Sam blijft bellen, een lach op zijn gezicht. Hij verheugd zich ontzettend op het weerzien met mij en het doet me pijn om te zien dat ik hem zo voor de gek houd. Opeens merk ik dat er zich een naar gevoel meester van mij maakt, die zich in mijn maag nestelt op het moment dat Sam mijn antwoordapparaat krijgt. Mijn telefoon valt stil en na enkele ellenlange seconden, mompel ik een afscheid in mijn telefoon en druk op een willekeurige knop.
Voor de zekerheid doe ik daarna de telefoon uit.
Sam probeert het nog een keer en kijkt even vreemd nu hij direct de voicemail krijgt, welke informatie hij vervolgens met zijn broer deelt. Dennis staat naast hem en kijkt mij weer aan met zijn doordringende blauwe ogen.
Ik krijg het niet voor elkaar om mij van hem af te wenden en sta gevangen in zijn blik.
Dat is totdat Esther of Hinke - ik zie het verschil niet - tussen ons in komt staan en met een schelle, indringende stem aan de twee vraagt: "Hoe kennen jullie die Tess al?"
Ik zie hoe mijn broers zich geïnteresseerd omdraaien en ik moet me gedwongen terugtrekken door het lengteverschil dat me nog steeds parten speelt. Het is alweer duidelijk dat ik veel beter aan die details denk dan mijn drie broers.
Quasi-ongeïnteresseerd, maar behept met een kolkende maag, ga ik op een barkruk zitten en keer me naar het gesprek toe.
De dertigjarige mannen - die eigenlijk negentwintig blijken te zijn en Frits en Jan-Jaap heten - eisen echter mijn aandacht op, waardoor het antwoord voor me verloren gaat.
De volgende zin is echter duidelijk hoorbaar voor iedereen en ik verstijf terwijl ik schuldig naar de commotie kijk.
"Heeft ze hier een huis gehuurd?"
O ja, dat had ik ze nog willen vertellen voor de start van de lunch, maar toen werd ik opeens gekidnapt, geschminkt en vermomd.
Mijn broers zijn er klaar mee. Met woeste blikken komen ze alle drie op mij af en gaan pal voor me staan. Ik slik, maar blijf manmoedig zitten. Met de bar in mijn rug kunnen ze me niks maken. Bovendien ben ik nu Olivier en daar moet ik misschien gebruik van maken.
Jolig vraag ik: "Wie heeft er een huis gehuurd? Tess? Ja, dat klopt: dat vertelde ze me net. Ze eh... ze is verliefd geworden op de stad en heeft - doordat er hier wat op haar pad kwam - direct de huur van het oude huis op kunnen zeggen."
Met een gepijnigde blik kijk ik naar Sam, die wéét dat dit niet klopt. Sam kijkt inderdaad wat verbaasd van de ene broer naar de andere en weet duidelijk niet wat hij moet zeggen.
Dennis kijkt mij weer aan met die felle, allesziende ogen van hem. Mijn broers beseffen dat ze over de schreef gaan en twijfelen over hun volgende actie.
"Genoeg over Tess, ik ken haar niet eens," pruilt Hinke - of Esther - en probeert de aandacht weer op zichzelf te vestigen. Waarom ze in de eerste plaats naar mij vroeg, is me dan ook een raadsel.
Helaas voor haar, is haar opmerking een startsein voor Sam om het over mij te hebben en het verwarmt en verkilt mijn hart op hetzelfde moment als ik hem zo hoor praten. Het verraderlijke gevoel wint uiteindelijk en ik kan het niet meer aan.
Ik sta abrupt op - wat een fout is, de anderen staan nog steeds bij me in de buurt - en probeer weg te lopen. Het is Dennis die mij tegenhoudt.
Zonder mij fysiek aan te raken, gaat hij voor me staan, breedgeschouderd en ontzettend knap en ik kan hem alleen maar hulpeloos aankijken.
"Tess," zegt hij. Het is geen vraag, maar een feit.
Ik vóel hoe de camera's dichterbij komen en op onze gezichten inzoomen. Op de verblufte van de mij onbekendere tweelingen, de enigszins gefrustreerde van mijn broers, nu ze ontmaskerd zijn, en de verraden gezichten van Sam en Dennis. Voor het eerst zie ik ze identiek kijken en ik wilde maar dat dat niet het geval was.
Ik kijk weg van ze, op dit moment heb ik zo'n zwaar gemoed: het liefst kruip ik in bed om lekker een potje te gaan janken.
Zowel Dennis als Sam beseffen wat er aan de hand is en nu is voor het team hét moment gekomen om met veel bombarie Olivier los te laten in de lunchruimte.
De verbaasde uitroepen zijn niet van de lucht en de sfeer is opgewonden en vrolijk - op het selecte groepje in mijn buurt na.
Simone en Arlene vinden het een geweldige grap, terwijl Hinke en Esther zuur kijken. Frits en Jan-Jaap kunnen er niet over uit en vinden het allemaal "Ontzettend bijzonder".
Met moeite weet ik alles te doorstaan en nadat ik voldoende gefotografeerd en gefilmd ben met mijn omringende broers, is het uiteindelijk Nicole die me redt. Mijn pruik kan wel af, maar omdat er een zeer charmant haarnetje onder zit, is het geraden om dat in een minder openbare ruimte te doen.
Terwijl Nicole in haar domein vrolijk tegen me aan praat, vecht ik tegen mijn tranen en ik verbaas mezelf door keer op keer een waterig lachje tevoorschijn te toveren als reactie op haar gejubel. Wat het televisiegebeuren betreft was dit ontzettend geslaagd, maar ik wilde dat ik er nooit mee in had gestemd - al twijfel ik hoeveel keuze ik had.
Opeens merk ik dat ze me verwachtingsvol aankijkt en ik kijk vragend terug. Ze zucht teleurgesteld en draait mijn hoofd naar de spiegel.
Zonder dat ik het doorhad - ik was te druk met de spoken in mijn hoofd - heeft ze mijn make-up gedaan.
Het zit formidabel en ik ben even sprakeloos.
Ze geeft me een doek en als ik haar met vraagtekens in mijn ogen aankijk, zegt ze: "Ik heb nu je make-up en trouwens ook je haar zo fantastisch gedaan, maar je moet natuurlijk ook weer je eigen lichaam en kleren terug. Als je de doek over je hoofd doet, blijven de make-up en je kapsel goed zitten."
Vervolgens geeft ze me tips hoe ik het er vanavond het beste af kan krijgen en ik knik gedachteloos terwijl ik me braaf omkleed.
Ik bedank haar hartelijk en oprecht, en loop met lood in mijn schoenen weer terug naar de zaal waar de tweelingen gezellig aan het kletsen zijn.
Na mijn eerste scan door de ruimte, zie ik dat Dennis en Sam wat apart zitten en zacht met elkaar praten. Mijn hart maakt een duikeling.
Mijn broers komen lachend op me af en de beelden van onze knuffels en de algehele overwinningssfeer zullen binnenkort in elke huiskamer te zien zijn.
Gelukkig is het formele gedeelte tegen deze tijd wel afgelopen en gaan de camera's weg. De sfeer raakt meer en meer ontspannen en ik maak van de gelegenheid gebruik om afscheid te nemen. Hoewel het nog geen tijd is voor het avondeten, ben ik bekaf en ik verlang naar mijn bed.
Peter zegt dreigend: "Morgen horen wij meer over jouw nieuwe huis," en ik kijk woordeloos terug. Ik weet dat ik blij mag zijn met dit uitstel en ik weet niet of hij het beseft, maar omdat de volgende fase van de wedstrijd morgen start, betwijfel ik hoeveel tijd wij privé zullen krijgen.
Dat laat ik hem maar niet weten.
Slechts Sam en Dennis zijn eerder dan ik vertrokken als ik naar mijn hotelkamer sjok en gekleed en al op mijn bed ga liggen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top