10. Venus.1

Aan de muur hangt hetzelfde soort papieren poster als aan de wand links van me. Wat er opstaat is echter zo raar en krankzinnig dat ik het maar moeilijk kan bevatten. Drie grote cirkels die op gepaste afstand van elkaar zijn getekend. De middelste en linker cirkel herken ik van de sterrenlessen die ik op school kreeg. De middelste cirkel met het vele groen en blauw is de Aarde. Het groen van de bossen, het blauw van de zee. De linker cirkel, met hetzelfde blauw en groen maar dan feller, en de rode vlakjes die de hetere gebieden aanduiden, is Venus. Dat is alleen niet hetgeen wat me zo van mijn stuk brengt. Dat is de cirkel helemaal rechts. Deze is zo goed als helemaal wit, met een paar vage – haast onzichtbare – vlekken groen en blauw. Boven de cirkel staat met grote blokletters: 'Mars'.

Ik laat mijn blik van links naar rechts over de drie cirkels glijden. Ik wéét wat ik zie, mijn ogen liegen niet, alleen lijkt mijn verstand het niet te willen geloven. Dit gaat namelijk zo hard tegen alles in wat ik ooit op school heb geleerd – elke aardrijkskunde en sterrenlessen weer – dat ik het haast niet kan geloven.

'Is er nóg een planeet?' mompel ik ongelovig, meer tegen mezelf dan tegen Serti. Maar aan de voetstappen achter me, die zich verplaatsen tot vlak naast me en Serti's stem die daarna zonder aarzeling klinkt, weet ik dat ze deze vraag waarschijnlijk al veel eerder had verwacht.

'Dat vermoeden we.'

'M-maar,' stamel ik. 'Hoe kan het dan dat ik daar nog nooit over heb gehoord? Er is altijd gezegd dat er twee planeten waren, Aarde en Venus, en niet meer. En wonen daar dan ook mensen? Nee, dat lijkt me niet, dan had ik er wél over gehoord op school. Is het een nieuw ontdekte planeet?' Ik besef dat ik heel veel vragen tegelijkertijd aan het stellen ben en sluit dan ook abrupt mijn mond. In plaats van te praten kijk ik Serti vragend aan. Haar gezicht wordt spookachtig verlicht door het schemerige licht van de kaars.

'Voor ons is het een nieuw ontdekte planeet, ja. Maar er zijn waarschijnlijk andere mensen die er al veel langer van weten.'

Ik grimas. 'Wat bedoel je? Welke andere mensen? Bedoel je dat het geheim gehouden moest worden? Voor ons? Dat is toch onmogelijk?'

Een zweem van een glimlach vliegt over Serti's gezicht. 'Ik snap je verwarring. Die had ik eerst ook. Wat het eigenlijk is: we vermoeden dat er een organisatie, of beter gezegd een dictatoriale gemeenschap, is. Deze gemeenschap doet zijn best om ons zo onwetend mogelijk te houden en ons niet te vertellen dat er nóg een planeet is en-.' Ik val haar in de reden.

'Wacht, oké, kort gezegd en zonder al te veel moeilijke woorden. Venus en Aarde worden bestuurd door een dictator, of gewoon een stelletje halve garen, en er is blijkbaar nóg een planeet, maar van al deze dingen horen wij niets te weten... Al weet jij er dan weer wel van.' Ik moet moeite doen om de ironie uit mijn stem weg te houden. Want komt nou, dit is toch de absurd voor woorden? Venus, Aarde en klaarblijkelijk ook een Mars worden bestuurd door een of meerdere mensen en voor de lol mogen de mensen van Venus en Aarde niets van Mars weten. Geweldig, dat is zoiets als Nilo die opeens gelooft dat ze kan vliegen of iets anders achterlijks. Ik kan er niets aan doen dat een lachje mijn lippen verlaat.

'Sorry,' fluister ik met een hand voor mijn mond. 'Maar dit klinkt allemaal nogal ongeloofwaardig. 'Dat is ook de bedoeling.' Bij dit nogal vreemde antwoord kijk ik verbaasd op. Serti kijkt me kalm aan, maar de blik in haar ogen is ernstig. 'Waarom zouden mensen iets geloven dat zo absurd en ongeloofwaardig is dat het haast onmogelijk is?' Ze is stil en kijkt me met haar lichtbruine ogen vragend aan.

Ik zeg niets. Niet omdat ik niets weet te zeggen, maar omdat ik weet dat ze gelijk heeft. En ergens diep van binnen beangstigt dat me. Want wat zou ik dan nog kunnen geloven? Als alles wat ook maar een beetje raar en gek klinkt, alle verhalen over vreemde wezens, monsters en noem maar op, dan waar zouden kunnen zijn? Dat kan niet. Dat mág niet. Dan is er niets meer wat ook nog maar een beetje houvast kan bieden aan de realiteit. Verward schud ik mijn hoofd. Ik moet dit vergeten, dit slaat nergens op. Hiermee maak ik mezelf alleen maar bang.

'En nu?' vraag ik na een korte stilte. 'Ja, dan is er een extra planeet, maar meer weet ik ook niet.' Serti's blik verzacht. Ze wijst naar de stoelen aan het bureau.'Ga zitten. Dan leg ik je alles uit wat ik weet.'

Voordat Serti begint te vertellen, steek ik mijn hand op. Ik heb nog één vraag. 'Waarom vertel je dit alles aan mij? Waarom laat je dit aan mij zien?' Met mijn hand maak ik een gebaar die de kelder omvat. Serti glimlach heeft een vleugje triestheid.'Omdat ik, zoals ik net ook al zij, me in jou herken, Dena.' Dat is haar antwoord. Meer niet. Dan begint ze te vertellen.

In de minuten die volgen krijg ik van alles te horen over de nieuwe planeet en alles eromheen. Serti vertelt me dat mensen zo'n tweehonderd jaar geleden bij toeval een manier ontdekten om zonder geregistreerd te worden naar Aarde te gaan. Op mijn vraag hoe dat dan kon, heeft ze het simpele antwoord: 'Niet alles is wat je denkt dat het is.' Jaja, de wijze woorden van Serti. En de hond van Nilo is eigenlijk de kat van de boerderij verderop. Naar de echte betekenis kan ik alleen maar gissen. Gelukkig geeft Serti voordat ik nog meer kan vragen al antwoord op mijn vraag. Blijkbaar zijn er raketten die lijken op gewone dingen zoals een afgelegen boerderij of een verwaarloosd pakhuis. Vanbinnen zijn er knoppen die de raketten tot leven kunnen wekken. Als zo'n raket dan ook nog op het juiste moment wordt afgevuurd vanuit het dichtstbijzijnde Hoofd Ruimtestation, kunnen mensen, als ze zich net toevallig in die raketten bevinden, per ongeluk met die raketten naar Aarde afgeschoten worden.  Omdat niet-geregistreerde mensen niet volgbaar zijn, weet niemand dat ze vertrokken zijn naar Aarde. Op die manier kunnen ze op Aarde zijn en doet wat ze willen. Niemand die het opmerkt of er werk van maakt.

Bij dit punt aangekomen val ik Serti in de reden. Want ook al kan dit best gebeurd zijn, het was dan wel een nogal gunstige samenloop van omstandigheden en de kans dat het een tweede keer zal gebeuren is ontzettend klein. En dan is een grote portie geluk ook nog wel handig. Serti glimlacht alleen en gaat verder zonder mijn vraag te beantwoorden. Mijn antwoord krijg ik echter later. Doordat mensen ontdekten waar die raketten zich bevonden en door goed op hun omgeving te letten, wisten ze precies wanneer wie op welke plek moest zijn voor de vlucht naar Aarde. Op de dag van de vlucht verstopten ze zich stiekem in de raket, goed verstopt zodat niemand ze zag, even later waren ze in het geheim onderweg naar Aarde. Eenmaal geland slopen ze de raket weer uit en waren ze op Aarde, waar ze konden gaan en staan waar ze wilden. En niemand die het doorhad!

Op mijn vraag hóe ze dan stiekem in die raketten konden komen, dat lijkt me namelijk zo makkelijk nog niet, haalt Serti haar schouders op en zegt dat ze dat niet weet. Meer niet. Geen verklaring of uitleg. Alleen simpelweg dat ze het niet weet. Al lijkt mij dat nogal een essentieel onderdeel van het plan: hóe kom je in vredesnaam ín en uit die raket?! Serti ging onverstoorbaar verder. Zo kom ik te weten dat de mensen die illegaal op Aarde waren, daar net zo lang bleven tot ze er genoeg van hadden en daarna weer teruggingen naar Venus. Immers, ze wisten nu hoe makkelijk het was en niets hield hen dan ook tegen. Bij die woorden keek ik Serti geïrriteerd aan. Hóe. Dán? Ze negeerde me en vertelde dat het geheim van de raketten werd doorverteld. Na zo'n twintig jaar was er een handjevol mensen dat wist van de illegale manier om op Aarde te komen. Zodra er iemand weer terug was op Venus, ging zij naar de hoofdstad, Kartiana. Daar ergens was een afspreekpunt voor de mensen die illegaal tussen Aarde en Venus reisden. Soms was er de volgende dag al iemand bij dat punt, soms duurde het een jaar. De mensen wisten niet wie op Venus was en wie op Aarde, sommigen hadden elkaar zelfs nog nooit gezien. Maar zodra ze elkaar ontmoetten, wisselden ze informatie uit over hun tijd op Aarde en of ze wel of niet terug zouden gaan.

De groep mensen werd steeds groter. Ongeveer honderd jaar geleden stonden er zo'n honderd mensen op de zogenaamde ledenlijst. Ze noemden zichzelf de Fraudaders.
Bij het horen van die naam moest ik grinniken, maar ik kan niet ontkennen dat het een goed bedachte naam is. Fraude, omdat ze iets doen wat niet mag. Daders, omdat ze iets met opzet deden. Maar na een tijd begonnen er vreemde verhalen de ronde te doen tussen de Fraudaders. Over rare mensen die gezien waren op Aarde. Het waren mensen, dat was duidelijk, maar ze zagen er anders uit, Vaak groter en steviger, met een lage stem en scherpe gelaatstrekken. Meestal keken ze geschokt of zelfs bang. De vreemde mensen en de mensen op Aarde durfden beiden niet dichterbij te komen en vaak eindigde de ontmoeting dan ook met het wegrennen van één van de twee.

Het rare is dat de geregistreerde mensen zich de volgende dag niets meer van het voorval konden herinneren. Alsof hun geheugen gewist was.

Zodra Serti die woorden uitsprak was ik rechtop gaan zitten. Hun geheugen gewist. Nu werd het spannend.Volgens Serti is het niet met zekerheid bekend wat de reden van het eventuele geheugen wissen zou kunnen zijn – wat apart, zeg – maar ze vermoedt dat het gaat om dat stelletje idioten dat de baas speelt over alle Planeten. En dat zou betekenen dat de mensen die gezien werden op Aarde, misschien wel van de andere Planeet, Mars, komen. Of misschien zijn er nog wel meer Planeten. We weten het niet.

'Na een paar van deze voorvallen begonnen de Fraudaders deze gebeurtenissen te noteren in hun logboek,' vertelt Serti. 'Dit logboek bewaarden ze in een kluis van de Eudalbank, in Kartiana. De huur werd voor twintig jaar betaald, met de contributie die de leden betaalden, omdat de Fraudaders natuurlijk niet wisten wanneer het logboek weer opgehaald zou worden. Zodra er weer iemand op Venus was, kon het logboek opgevraagd worden door het geheime wachtwoord aan de bank te geven. Zo ontstond er langzamerhand een steeds langer wordende lijst met gebeurtenissen. Vreemde mensen op Aarde, toespelingen over een andere planeet. Er staat zelfs een hele conversatie in, tussen een Fraudader en zo'n Vreemdeling. Er werd gezegd dat hij sprak over een planeet genaamd Mars, waar er blijkbaar bijna altijd sneeuw is. Dat daar andere mensen rondlopen zoals de Vreemdelingen, maar geen mensen zoals op Venus en Aarde. Dit was het moment waarop het doel  van de Fraudaders veranderde. Niet langer ging het om de vrijheid om tussen Venus en Aarde te reizen wanneer je wilde, nu werden er verkenners naar Aarde gestuurd en kwamen er hele verslagen over wat daar gebeurde. De Fraudaders richtten een geheime organisatie op om de geheimen van het waarschijnlijke regime van heersers te achterhalen.'

Met grote ogen kijk ik Serti aan. Dit klinkt niet echt, te onwerkelijk. Nog nooit heb ik over zoiets gehoord. Een geheime organisatie, een groep  van heersers, mensen die illegaal tussen Venus en Aarde reizen. Dat kán niet. Ik kijk naar de aarden wand, waar de schaduwen van de fakkel die Serti in een houder heeft gezet, op een neer dansen. Tientallen vragen schieten door mijn hoofd, klaar om afgevuurd te worden zodra ik daar het sein voor geef. Toch is de eerste vraag degene die ik aan het begin ook al heb gesteld:

'Waarom vertel je me dit, Serti? Er moet meer achter zitten dan alleen de gelijkenis tussen wat we beiden zo graag willen. Wát is de echte reden?'

Serti kijkt vertwijfeld. Dan knikt ze. 'Dat is inderdaad niet de enige reden. Tuurlijk, ik vertel het jou omdat je hetzelfde wilt als ik vroeger wilde, maar dat is niet alles. Dena-' Een fractie van een seconde is ze stil, haar ogen staren naar een punt achter me. Nog even, heel even lijkt ze te overwegen om gewoon haar mond te houden en me niets te vertellen. Verbeeld ik het me maar, of komt het daardoor dat er opeens kippenvel op mijn armen verschijnt? Dat ik opeens het onbehaaglijke gevoel krijg dat het hierbij om meer gaat dan alleen de geschiedenis van een geheime organisatie. Gespannen kijk ik haar aan. Haar blik richt zich weer op mij.

'Dena, ik kan je helpen om op Aarde te komen. Als een officieel lid van de Fraudaders.'

Het aanbod komt als een klap in mijn gezicht binnen. Even weet ik niet of ik moet reageren, maar dan voel ik dat ik begin te glimlachen, eerst aarzelend maar daarna steeds breder. Het lijkt alsof mijn gezicht gloeit. Dit is de kans waar ik nu al zo lang op wacht. De kans om eindelijk, éindelijk naar Aarde te gaan om mijn moeder te zoeken. En dat niet alleen, nee, ik zal onderdeel zijn van een geheime organisatie. Ik zal een Fraudader zijn. Iemand die probeert de eigenaardigheden die zich op de Planeten voordoen te begrijpen. Misschien zelfs op te lossen. Mijn leven kent geen gebreken, maar de dagelijkse sleur lijkt me de laatste maanden het gevoel te geven dat ik opgesloten zit, geen kant op kan. Diep van binnen begint er een gevoel te vormen waarvan ik besef dat het me niet onbekend is. Nu de kans op een avontuur zo groot is kan ik de hunkering hiernaar niet langer negeren. Niet langer wordt mijn droom om naar Aarde te gaan alleen gevoed doordat ik mijn moeder wil zoeken of omdat ik wil ontdekken hoe het daar is. Nee, nu wil ik daar iets gaan ondernemen. En het liefst meteen. Ik moet mezelf dwingen om Serti niet te vragen wanneer ik kan vertrekken. En Serti merkt dat.

'Dena, ik wil dat je nu even heel goed naar me luistert.' Haar stem klinkt scherp. Verschrikt kijk ik op. Ernstig staart ze me aan. 'Dit klinkt in jouw oren misschien wel als dé mogelijkheid om op avontuur te gaan, maar onderschat het niet. Je bent impulsief en denkt soms niet na over de consequenties die je handelingen kunnen veroorzaken. De kans die ik je nu aanbiedt is niet zomaar een kans en ik weet dat je dit al heel lang wilt, maar bedenk je dat dit geen gemakkelijke opdracht is. Je zal veel dingen moeten doen die verder gaan dan rondlopen op Aarde en kijken of je iets verdachts ziet. Veel dingen waarvan ik op dit moment zelfs begin te twijfelen of je ze wel zou durven... Misschien had ik-' Serti stopt met praten en schudt even haar hoofd, alsof ze zichzelf wilt straffen over het feit dat ze me zojuist dit aanbod heeft gegeven. Ik kijk haar woest aan. Als er iets is waar ik niet tegen kan, is dat mensen die zeggen dat ik iets niet durf of kan. Dan wil ik alleen nog maar harder het tegenovergestelde bewijzen.

'Ja, nou en, dan bén ik impulsief. Dat betekent niet dat ik het niet zou durven!' Serti's mondhoeken vertrekken tot een grijns. 'Ach, dan was ik 'snel aangebrand nog bijna vergeten.'
Ik snuif, maar mijn woede-uitbarsting ebt alweer weg. Ze heeft gelijk. Ik ben soms ook nogal impulsief en snel aangebrand, maar wat maakt dat uit? Daar kan ik toch niets aan veranderen. En het heeft me zeker vroeger geholpen om iedereen te laten zien dat ze me niets moeten maken. En nu heb ik de kans om naar Aarde te gaan en dat is waar het om gaat.

'Dena, denk er alsjeblieft goed over na. Dit is niet zomaar wat,' zegt Serti.Ik knik en beloof haar goed na te denken over haar aanbod, maar ik heb mijn besluit al genomen.  Ik ga naar Aarde. En niemand die me nog kan tegenhouden.

A/N: AAH UPDATE! Woehoee, ik ben hier zo blij mee! ^-^ Het hoofdstuk voor volgende week staat alweer klaar, dus ook volgende week (en de week daarna en daarna en daarna:') zijn jullie gegarandeerd van een hoofdstuk! Trouwens, sorry voor de misschien wat slordige opmaak, ik had niet zoveel tijd. Hopelijk las het niet al te ingewikkeld.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top