Hoofdstuk 1
Zo stil mogelijk sluip ik langs de bosjes verder de tuinen van het koninklijk landgoed in. Het gras is het groenste dat ik ooit heb gezien en ik vraag mij nog steeds af of het natuurlijk is. Met mijn handen zorg ik ervoor dat mijn jurk niet over de grond sleept en op mijn tenen loop ik gebukt door.
Ik ken deze route ondertussen, wat niet gek is na tien jaar, blindelings. Het was nooit mijn plan om stiekem op het landgoed van de koninklijke familie te komen, maar het is een soort verslaving geworden. Ik was zeven, bijna acht, toen ik hier voor het eerst kwam. In mijn dorp leefden toen niet veel kinderen, vooral geen die niet met poppen speelden, en ik zag een jongen lopen. Ik denk dat we ongeveer even oud waren. Ik liep hem achterna, bedenkend hoe ik hem zou vragen of hij wilde spelen. Ik had hem namelijk nog nooit eerder gezien. Zonder op te letten waar ik was, liep ik achter hem aan, totdat ik hem opeens het paleis in zag lopen. Zo snel als ik kon verstopte ik mij in de tuinen en toen zag ik het mooiste wat ik ooit had gezien. Een bepaald stuk van de tuin was heel mooi versierd en er klonk de prachtigste muziek. Daarbij waren allemaal mensen sierlijk aan het bewegen en ik kon alleen maar wensen om daar ooit bij te staan.
Maar dat zal nooit gebeuren. Ik behoor niet tot de adellijke kringen en zal dus nooit op een bal uitgenodigd worden. Dat is niets wat burgers doen. En ik weet ook wel dat stiekem verstopt achter hoge heggen mee dansen op de muziek zeer gestoord is, maar het voelt te goed om te doen. De muziek is prachtig en het geeft zo'n vrij gevoel, alsof er geen enkele verplichting is in het leven. En na tien jaar kan ik het misschien ook niet meer loslaten, als kind kwam ik steeds terug met de hoop dat ik die jongen weer zou zien. Want dat het de prins niet is, dat wist ik toen ook allang. Maar ik heb hem nooit weer gezien en die hoop ondertussen wel opgegeven.
In een perfect geschapen vierkant van gras, omringd met hoge heggen, blijf ik stilstaan. Dit is de plek waar ik altijd kom. De plek waar ik het beste en veiligste kan genieten van de muziek. Door een klein gat in één van de heggen kan ik zelfs de mensen zien dansen. Het ziet er betoverend uit. Al die koppels onder slierten van kleine lampjes en in de hoeken van het dansplatform hangen van die halfdoorzichtige doeken, die soms ook door de lampjes heen zijn geweven.
De muziek begint te spelen, wat betekent dat de eerste koppels zo zullen beginnen met de eerste dans. Meestal is dat de prins met zijn verloofde. Die twee zien er altijd zo ontzettend mooi uit. Zelfs van zoveel meter afstand. Ik zou ze best wel eens van dichtbij willen bekijken, dan zullen ze er vast nog mooier bijstaan. Als ik ook de details kan bewonderen en niet alleen de omtrekken van de kleren die ze dragen. Dan zie ik misschien hoe de verloofde haar haren echt heeft zitten en hoe hun gezichten eruitzien.
Terwijl mijn voeten lichtelijk meebewegen op de maat van de muziek loop ik naar de heg toe met het kleine gat erin. Wanneer ik ervoor sta, zak ik een beetje door mijn knieën heen om erdoorheen te kunnen kijken. Al stuit ik, wanneer ik met mijn gezicht voor het gat zit, op een envelop. Fellunae. Er komen hier dus wel meer mensen. Ik dacht echt dat ik alleen was in dit vierkantje, aangezien ik nog nooit iemand had gezien. Voor wie zal die zijn?
Heel voorzichtig, en met trillende vingers, neem ik de envelop uit de heg en zie dat hij dichtzit met de stempel van de koninklijke familie. Nee, die is vast niet voor mij. Niet dat ik zoiets had verwacht. Ik draai hem om en zie op de voorkant sierlijke letters staan:
Voor het meisje met de rode krullen.
Met mijn hand ga ik als vanzelf door mijn rode krullen heen. Kan ik hem openmaken? Zou er geen naam opstaan als het voor iemand belangrijk was? Ik bedoel, waarom zou je iemand aanspreken met het haar. Maar wat als er nog iemand is die hier komt en rode krullen heeft? Straks zit er wel een hele persoonlijke boodschap in en heb ik de envelop geopend.
Zoals gewoonlijk wint mijn nieuwsgierigheid het van mijn logisch denkende deel van mijn brein. Met mijn duim breek ik de gouden zegel en zie hoe de envelop vanzelf openspringt. Heel mijn hand trilt wanneer ik de brief eruithaal.
Beste,
Ik heb geen idee wat uw naam is en kan u dus ook niet goed aanspreken. Wel weet ik dat u hier vaak te vinden bent tijdens een bal. Waarom zou ik niet weten, maar het doet wel wat met mijn nieuwsgierigheid. Vanuit mijn oogpunt is een bal een dansfeest waar veel te veel mensen te dicht op elkaar zitten. Al ziet u er waarschijnlijk iets mooiers in, anders was u vast niet zo vaak langsgekomen.
Laat ik zeggen dat ik daarom wel benieuwd naar u ben geworden. Ik ken namelijk geen mensen die stiekem in de tuinen van het paleis zouden gaan zitten om te kijken naar dansende mensen. Hoewel, u kijkt niet alleen maar danst ook nog eens mee, wat er zeer goed uitziet. Het heeft iets bijzonders om een jonge vrouw in haar eentje te zien dansen.
Verder zou ik u wel een keer echt willen ontmoeten. Ik kan mijn ogen al niet van u afhouden als u weer in de tuin staat te dansen. Ik hoop dat u dit nu niet als eng ziet, want zo bedoel ik het niet. Ik vind het er prachtig uitzien. En nee, vanaf de dansplek valt niets te zien. Ik kijk meestal vanuit mijn studeerkamer. Alle goden, dit blijft eng klinken. Misschien is deze brief ook wel een heel slecht idee. Laat het u alleen niet wegjagen, al snap ik het als u hierna niet meer terugkomt.
Als dat uw besluit is, kijk dan alstublieft nog één keer naar de dansende koppels om het toch onvergetelijk te maken.
Ik draai de brief om, maar zie nergens een afzender staan. Wel draai ik mijn hoofd richting het paleis en zie op de eerste verdieping inderdaad een raam die uitzicht heeft op mijn plek. Fellunae. Wat als iemand anders mij hier ziet staan? Dit is echt al jaren veel te gevaarlijk om te doen. Misschien is het wel het beste om hier nooit meer terug te komen en dit alles af te sluiten door nog één keer door het gat te kijken. Ik stop de brief weer in de envelop en stop die, nadat ik zelf nog één blik op de dansende koppels heb gegeven, weer terug in de heg. Om hem meteen te zien verdwijnen aan de andere kant. Ik had hem toch niet zover doorgeduwt? Zou daar iemand staan? Ik moet echt heel snel wegkomen.
Ik neem mijn jurk weer een beetje vast om te zorgen dat hij niet vies wordt en draai mij van de heg weg, en begin te lopen. Al knal ik na een paar meter tegen een persoon aan. Fellunae. Ik ben te laat.
"Ik had al gedacht dat u zou besluiten weg te gaan," spreekt een zachte, maar toch warme stem, "Waren het mijn woorden? Ik had ze echt beter kunnen formuleren. Al-"
"Nee, het is gewoon beter zo," onderbreek ik de stem, waarna ik langzaam mijn ogen van de grond afhaal en een gebruinde jonge man recht in de ogen aankijk. "Ik had hier sowieso nooit moeten komen. Het is altijd al een slecht idee geweest."
De jonge man overhandigt mij de envelop met gebroken zegel en ik voel mijn gezicht warm worden. De realisatie dat hij het heeft geschreven, begint in te dalen en het feit dat hij mij heeft zien dansen, voelt zeer ongemakkelijk. "Ik vond het anders wel amusant om u zo vrij te zien. Waarom danst u eigenlijk niet met anderen mee op het bal zelf?"
Ik laat mijn blik weer richting de grond gaan. Deze man woont in het paleis. Ik heb nooit een goede eerste ontmoeting gedaan. Ik heb tegen hem gepraat alsof hij een burger is net zoals ik. "Ik, uhm," begin ik te stamelen, terwijl ik na probeer te denken of het echt al te laat is om formeel opnieuw te beginnen. "Burgers behoren niet op bals, hoogheid... uhm, hoogheid," spreek ik zacht, terwijl ik een klein beetje door mijn knieën ga en hem eigenlijk nooit van mijn leven meer aan wil kijken, nadat ik het al zo erg heb verprutst. Zoveel jaren heb ik erover gefantaseerd om ooit iemand uit het paleis tegen te komen. Alle stappen van een goede aanhef en ontmoeting heb ik uren lang geoefend. En nu? Nu heb ik er niets van goed gedaan. Ik heb niet eens de goede aanhef gebruikt, omdat ik gewoonweg niet weet wie hier voor mijn neus staat. Hoe erg is dat.
"Xelos Xeviov Gylos xo Luv-Wuvertiae von Wuvertia," vertelt hij met een zelfverzekerde stem. "Maar die naam is zeer lang, dus alleen Xeviov is goed genoeg."
De hertog. Dit is de hertog van het paleis. Het is nog niet zo'n ramp dat ik hem nog nooit of nauwelijks heb gezien. De koning, koningin en hun twee kinderen zijn het vaakst in het nieuws. De familie eromheen leeft veel meer in vrijheid.
"Sorry, dat ik hier ben geweest, Xelos xo Luv-Wuvertiae," zeg ik zacht, waarna ik rechtop sta en het liefst keihard wegren. Maar aangezien dat er heel raar uit gaat zien, houd ik het toch op kleine stapjes net steeds iets verder bij hem vandaan.
Een hand komt op mijn schouder terecht en houd mij tegen van het verder lopen. "Volgens mij had ik ten eerste gezegd dat je mij, voor nu in ieder geval, Xeviov mocht noemen. En ten tweede, waren wij ook nog niet uitgepraat. Of loop jij altijd midden in gesprekken weg?"
"Nee, natuurlijk niet, Xel- Xeviov," stamel ik zacht, terwijl mijn ogen die van hem weer ontmoeten. Zijn bruine ogen passen goed bij zijn lichtbruine huid. Ergens komen die ogen mij ook weer bekend voor. Alsof ik ze al een keer eerder heb gezien. Ik kan mij alleen niet herinneren waar of wanneer. Het is nou ook niet dat je in het dorp dagelijks mensen uit het paleis tegenkomt. Een bediende, ja, die nog wel eens. Maar echte leden van de familie? Nee, dat komt zelden voor en dan is het hele dorp er ook op voorbereid, meestal is er dan ook een heel groot feest.
"Goed, ik ben namelijk wel benieuwd naar het verhaal waarom een burgermeisje stiekem in onze tuinen danst."
Ik voel hoe mijn hele gezicht begint te gloeien. "Zo bijzonder is het niet. Eerder heel erg stom."
"Misschien vind ik stomme verhalen wel het allerleukst," zegt Xeviov, terwijl hij een beetje om mij heen begint te lopen. "We kunnen anders ook gaan dansen. Ik ben wel benieuwd hoeveel je hebt geleerd door naar onze bals te kijken."
Met een lichte grijns op zijn gezicht komt hij weer voor mij stilstaan. "Je hebt er al een goede jurk voor aan."
"Ik... ik weet niet, moet u niet met iemand anders dansen?"
"Ik? Nee, vandaag niet. Daarbij ben ik niet zoveel ouder om met 'u' aangesproken te blijven worden. Wat is jouw naam eigenlijk?"
"Aalas Aaliyah Hulas," mompel ik half binnensmonds.
"Aaliyah, dat klinkt sierlijk. Dan ben je ouder dan zestien, toch?"
"Ik word over een maand achttien."
"In de perfecte leeftijd om te beginnen met het dansen."
"Moet ik u er opnieuw aan herinneren dat ik een burger ben?"
"Zou een burger een dans van een hertog afslaan?"
Niemand van mijn dorpsgenoten zou dat doen. Dat weet ik zeker. Als ik ze hierover zou vertellen, zouden ze mij haast verbannen als ik niet zou dansen. "Nee, dat zou die niet."
"Waar wacht je dan nog op. Mag ik een dans met jou doen?" Xeviov steekt zijn hand naar mij uit en licht twijfelend, leg ik die van mij erin. Xeviov trekt mij dichter tegen zich aan en ik voel hoe mijn hart sneller begint te kloppen. Ik sta gewoon bijna te dansen met een hertog. Wie had dat ooit gedacht? Als ik nu maar niet ineens alle pasjes verkeerd doe. Ik kan hem echt geen verwondingen toebrengen.
Xeviov begint de leiding te nemen in de sierlijke, langzame dans en een beetje nerveus, beweeg ik met hem mee. Ik leg mijn handen op de goede plekken. Dit is één van mijn grootste dromen die in vervulling gaat, ik kan dit niet verpesten. Deze dans met de hertog moet perfect zijn, ook al is het op een leeg grasveld waar niemand ons kan zien.
"Weet je wat ik altijd doe als ik nerveus ben voor een bepaalde dans?" fluistert Xeviov in mijn oor. "Dan doe ik mijn ogen dicht en laat ik mij meevoeren met de muziek, de rest van de wereld vergetend."
En dat is dan ook precies wat ik doe.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top