Hoofdstuk 4
Ik zit op mijn bed. Het is midden in de nacht, maar ik schok wakker uit een nare droom. Nu kan ik niet meer slapen. Ik ben bijna vijftien jaar, maar soms net een kind van zes.
En dan gebeurt het.
Mijn raam, eerst dicht, staat open en het waait vreselijk hard in mijn kamer. Mijn eerst geordende huiswerkpapieren vliegen nu door elkaar en verdwijnen door het raam, naar buiten. In mijn poging een paar papieren te redden, kijk ik naar buiten. Tot mijn stomme verbazing beweegt geen enkel blaadje van de grote eik die naast ons huis staat. Dat is vreemd. Hierbinnen waait het, maar buiten is nog geen briesje te bekennen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top