Het meisje met de zwavelstokjes had een girlfriend
Mensen liepen heen en weer in de drukke straat in de schemering. De kerkklokken hadden enkele minuten geleden vijf keer geslagen en arbeiders kwamen vanaf het land terug naar hun huizen in het dorp. De markt werd afgebroken en de werknemers uit de smederijen, bakkerijen en andere nijverheden waren op weg naar huis. Uit de schoorstenen kringelde rook en de geuren van heerlijk eten verspreidde zich snel.
Maar midden in alle drukte zaten twee meisjes stil op de stoeprand. Niemand leek de meisjes op te merken, hoe ze zo samen onder een jas zaten die waarschijnlijk van hun vader was. De snelle voorbijganger zou ze afschrijven als zusjes, een tweeling wellicht die waren weggelopen van de huishoudelijke klusjes die ze thuis moesten doen. Maar als die voorbijgangers iets beter keken zouden ze merken dat deze meisjes nooit zusjes konden zijn.
Het haar van de ene glanzend, bruin en gevlochten, het haar van de ander lichtblond, dof en ongekamd. De kleding van de ene warm en zonder scheuren. De kleding van de ander dun en compleet versleten. Zelfs een schoen was ze kwijtgeraakt. De ene rijk genoeg om een warm huis te hebben met een grote haard, de ander dakloos en een wees. Het kleine beetje geld dat ze verdiende door op straat zwavelstokjes te verkopen moest ze besteden aan voedsel en heel soms kon ze nieuwe schoenen of een nieuwe jurk kopen.
De brunette gaf het blonde meisjes alles wat ze kwijt kon. In de jaren dat ze elkaar kenden waren ze uitgegroeid tot wat de historici beste vriendinnen zouden noemen, maar zelfs zij wisten dat het meer was dan dat. Het blonde meisje keek met dezelfde blik naar de brunette als de jonge mannen naar hun vrouwen keken. Maar de familie van de brunette was niet zo rijk dat ze erg veel kwijt konden en de brunette kon ook niet zomaar van alles meenemen. Maar al het eten dat ze stiekem mee kon krijgen, alle warmte die ze het blonde meisje kon geven gaf ze.
"Je moet naar je familie gaan en oudjaar gaan vieren, straks missen ze je," zei het blonde meisje. Ze schoof voorzichtig de jas van haar schouder af, waarmee ze een bijna blote arm onthulde.
"Ik wil helemaal geen oudjaar met mijn familie vieren," protesteerde de brunette. "Ik wil oudjaar met jou vieren, samen onder mijn vaders jas zitten en naar de lichtjes kijken," voegde ze toe.
"Jij weet net zo goed als ik dat dat niet mogelijk is," zei het blonde meisje.
"Ik wil je kussen, ik wil je kussen net zo lang en net zo vaak tot je het nooit meer koud hebt," zei de brunette. "Ik wil een boerderijtje met je kopen en daar dakloze kinderen opvoeden en een warm thuis geven," voegde ze toe.
"Dat kan alleen in het land van ons dromen, mijn lief," zei het blonde meisje. "Maar nu snel naar je familie, ik overleef het al jaren, winter in en winter uit, ik kan het nog wel een winter langer overleven," zei ze.
"Ik hoop dat je nog wat zwavelstokjes verkoopt vanavond," zei de brunette. "En vergeet niet dat ik je zal blijven helpen. Ik zal bij je blijven tot we volwassen zijn en we kunnen vertrekken. Dan zullen we reizen tot we een land vinden waar we onze dromen kunnen vervullen," zei ze als afscheid.
De brunette vertrok, samen met de warme jas, richting de warme haard in haar gezellige en warme huis. Het was koud, maar het blonde meisje had in dikkere pakken sneeuw geslapen dan dit. Ze zou volhouden tot ze met de brunette kon vluchten naar het land van hun dromen.
Maar oudjaarsavond was altijd een avond die lastiger was dan de anderen. De warme haardvuren achter de ramen, de heerlijke feestmalen op de tafels en de bomen met lichtjes erin. Naarmate de nacht ouder werd, begon de kou door te dringen in de botten van het meisje. Er was niemand die een zwavelstokje van haar kocht.
Na eindeloze kou en twijfel besloot ze er eentje aan te steken. De warmte omhulde haar en voor zich zag ze een warme haard en een boom met lichtjes. Maar veel te snel verdween het licht en de warmte weer. Ze besloot een tweede zwavelstokje aan te steken. Het licht en de warmte verschenen weer en dit keer zag ze voor zich een heerlijk feestmaal, meer eten dan dat ze in de afgelopen jaren bij elkaar opgeteld op had.
De warmte verdween weer, maar ze mocht geen stokje meer aansteken van zichzelf. Ze moest de zwavelstokjes bewaren voor de mensen die het van haar wilde kopen. Maar het werd kouder en kouder, tot er zelfs sneeuw begon te vallen en het meisje haar armen en benen al lang niet meer voelde. Ze besloot een derde stokje aan te steken.
Voor zich zag ze haar dromen met de brunette, de boerderij die ze wilde kopen, een vrij en warm leven met het meisje van wie ze zielsveel hield. Het licht ging uit, maar de warmte verdween dit keer niet. Voor het meisje verscheen haar grootmoeder die jaren geleden overleden was.
"Grootmoe!" riep het meisje blij uit. Grootmoe glimlachte naar het kind en opende haar armen. Voorzichtig stond het meisje op en sprong ze in de armen van haar grootmoeder. Tranen van geluk rolden over haar wangen, want ze was eindelijk weer met haar grootmoeder herenigd. Nog steeds in een omhelzing begonnen de twee te stijgen tot het meisje een ster in de donkere nacht werd.
~
De volgende ochtend was de brunette weer op pad met de dikke jas van haar vader naar het blonde meisje. Ze had de drukte niet verwacht toen ze aankwam op hun vaste plek, de plek waar de brunette het blonde meisje de vorige avond had achtergelaten. De brunette duwde de verzamelde mensen aan de kant tot ze kon zien waar ze naar stonden te kijken.
Het was het blonde meisje, doodgevroren in een koude winternacht, met een glimlach om haar lippen. Haar meisje met de zwavelstokjes, dacht de brunette. Het meisje van haar dromen. Langzaam draaide ze zich om en keek ze omhoog, naar de lucht waar de sterren nog steeds stonden. Eentje straalde meer dan de andere, een ster die vlak naast een andere lag. Haar meisje met de zwavelstokjes, eindelijk weer herenigd met haar Grootmoe.
Diezelfde avond merkte niemand de kleine figuur in een pikzwarte heren mantel op die het lichaam van het dakloze meisje uit de lijkwagen haalde en haar buiten het dorp begroef. Tussen de kerstbomen met enkel een brandende kaars en drie zwavelstokjes op het graf, het enige teken dat haar geliefde meisjes daadwerkelijk had geleefd en dat ze nu in het land van hun dromen was.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top