21. Domme plannen
Die nacht sliep Joshua amper. Urenlang zat hij voorovergebogen achter zijn laptop in een poging om de dagen voor Valeries verdwijning zo gedetailleerd mogelijk op te schrijven. Hoe meer hij type, hoe meer hij zich realiseerde dat hij amper wist wat er was gebeurd. Hij had slechts van een afstand toe gekeken hoe Valerie net wat stiller werd dan normaal. Hoe ze vertelde over de stalker die zo plotseling verdween. Hij had door moeten vragen. Hij had er meer voor haar moeten zijn. Hij had kunnen zien dat er iets niet klopte. Dezelfde gedachten bleven eindeloos door zijn hoofd spoken. Als een cd die op herhaling stond.
Toen de sterrenhemel eindelijk plaatsmaakte voor de eerste zonnestralen, gaf hij het op om nog te proberen te slapen. In plaats daarvan opende hij zijn laptop en keek op Valeries email. Er waren geen nieuwe mailtjes bij gekomen. Bijna alsof niemand haar miste. Zou dat vanmiddag anders zijn als ze niet meer op school kwam? Hoelang moest iemand weg zijn voordat iemand anders zich ook zorgen ging maken? Voordat het zin had om naar de politie te gaan.
Niemand geeft om haar.
Het zinnetje spookte maar kort door zijn hoofd, maar het was genoeg om ervoor te zorgen dat kippenvel over zijn huid kroop. Dat was niet waar. Hij gaf om haar. Haar zus gaf om haar. Haar ouders, de vreemde detective, haar vrienden op school, haar lieve collega. Maar wat als het niet genoeg was?
Hij klapte zijn laptop dicht en liep de keuken in. Snel pakte hij wat brood en gooide er plakjes kaas op. Joshua had geen zin in eten, maar koffie op een lege maag klonk als een slecht idee. En zonder koffie zou hij vandaag niet doorkomen. Zeker niet omdat Ayana nu onderdeel van zijn dag uitmaakte.
Nadat hij zijn maaltijd verorbert had en Valeries mail nog een laatste keer controleerde, reed hij richting het meer. Veel te vroeg kwam hij op de parkeerplaats aan. Op een paar vissers na, was er nog niemand te bekennen. Hij zette zijn motor uit en meldde zich ziek voor school, waarna hij naar buiten stapte. De koude ochtendlucht stroomde hem tegemoet. De vorige keer dat hij hier was had het aangenaam gevoeld, maar nu was het verstikkend.
Het duurde lang voordat er een donkere Peugeot de parkeerplaats op kwam rijden. Ayana stapte uit en liep zijn richting uit. 'Jij bent vroeg.'
'Jij bent laat,' kaatste hij terug.
'Nou, verschil moet er wezen.' Ze vouwde haar armen over elkaar en keek om zich heen. 'Dus waar zagen jullie die man?'
'Schuin aan de overkant tussen het riet. Niet ver van de berk.'
Ayana haalde een kleine verrekijker uit haar zak en tuurde door het zilverkleurige voorwerp. 'Is het naast de visser met de bruine jas.'
'Ongeveer.' Hij probeerde haar blik te volgen. De zon scheen recht in zijn gezicht, maar hij kon de silhouetten van twee vissers uitmaken. 'Wat wil je doen? Hen ondervragen?'
'Dat was wel het plan.' Ze stapte naar het pad dat om het meer heen liep.
Joshua onderdrukte een zucht en liep haar achteraan. Wat het nut hiervan was, wist hij niet. Het was minstens twee weken geleden dat Valerie en hij hier waren geweest. Waarom zou ze hier dan terugkomen? Maar Ayana leek vastbesloten dat ze hier antwoorden zouden vinden. Met grote stappen liep ze op twee vissers af.
'Goedemorgen heren.'
'Goedemorgen,' mompelden ze gelijktijdig. Niet erg enthousiast over het feit dat ze zojuist gezelschap hadden gekregen. Waarschijnlijk waren ze hier voor hun rust.
'We doen een vogelspot cursus, maar onze gids is ervandoor gegaan. Hebben jullie toevallig een vreemde man tussen het riet zien komen?'
'Geeft die Hank nu ook al cursussen?' De visser met de witte baard keek kort naar zijn vriend. Zijn wenkbrauwen schoten wat omhoog.
'Niet dat ik weet? Misschien een nieuwe carrière?'
'Zou kunnen.' De man met de witte baard keek hen weer aan. 'We hebben hem nog niet gezien. Misschien is hij bij de parkeerplaats?'
'Oké, bedankt. Hebben jullie zijn nummer misschien?' Ayana zette een glimlach op.
'Nee, hij heeft geen telefoon. Hij snapt niks van technologie.'
Joshua keek ongemakkelijk naar Ayana. Haar mond was een kleine streep geworden, alsof ze hetzelfde dacht als hij. Hank en de stalker konden niet dezelfde persoon zijn. Als hij geen telefoon had, zou hij ook geen berichtjes naar Valerie sturen.
'Oh, dat is jammer. En jullie hebben de afgelopen dagen niemand anders tussen het riet gezien?'
'Nee?' De man met de baard keek Ayana aan alsof hij water zag branden. 'Alleen een dwaas loopt rond deze tijd van het jaar door het riet.'
'En Hank,' mompelde zijn vriend.
'Maar Hank is een speciaal geval.'
'Bedankt heren,' mompelde Ayana. De irritatie in haar stem was onmisbaar. Ze draaide de mannen de rug toe en liep met stevige passen richting de parkeerplaats.
'Sorry,' verontschuldigde Joshua zich naar de vissers.
De twee mannen schoten in de lach. 'Sterkte,' zei de man in de witte baard.
'Bedankt.' Hij haastte zich achter Ayana aan.
'Lachten ze me nu uit?' vroeg ze toen ze op de parkeerplaats stonden.
'Nee, ze maakten een grap over iets anders,' loog hij.
'Vast,' verzuchte ze. 'Kunnen we er vanuit gaan dat jullie ene Hank hebben gezien?'
'Ik denk het,' verzuchtte hij. 'En Hank is niet de stalker.'
'Dan is dat in elk geval duidelijk. Nou door naar de volgende. Waar is die baas van haar?'
'Dat weet ik toch niet?'
'Je weet toch wel waar ze werkt?'
'Ja, maar i-'
'Jij rijdt.' Ze liep naar zijn grijze auto en pakte het handvat van het bijrijders portier vast. 'Deze is toch van jou?'
'Ja,' gaf hij met een zucht toe. Hij trok zijn portier open en ging achter het stuur zitten. 'Misschien moet je op haar werk proberen om iets rustiger te blijven.'
'Hoezo? Ik vroeg het toch netjes? Je lost geen mysteries op door eieren te lopen.'
'Dat is waar,' gaf hij toe. De maar slikte hij in. Waarschijnlijk zou Ayana zijn protesten toch negeren.
Hij stapte in de auto en reed achteruit het parkeervak uit. Ondertussen drukte Ayana op de knop van de radio om hem aan te zetten. Ze veranderde de zender direct naar klassieke muziek. 'Waarom werd Valerie ontslagen?'
'Ze probeerde zichzelf ziek te melden en haar baas was het er niet mee eens.'
'Is dat niet verboden?'
'Waarschijnlijk wel, maar ik ga me niet met haar zaken bemoeien. Als Valerie er iets tegen wilde doen, had ze het zelf wel gedaan.'
'Je bemoeit je niet vaak met dingen, hè?'
Nee, en als Ayana dat ook niet zou doen, kon hij haar misschien beter uitstaan. Het kostte hem moeite om een geïrriteerde zucht te onderdrukken. 'Ik hou er niet van om anderen te vertellen wat ze zouden moeten doen.'
'Dat snap ik dus echt niet.' Ayana leunde achterover in haar stoel. 'Er gebeurt nooit wat als iedereen alleen maar emotioneel zit te wezen en niks doet.'
'Moet er dan altijd wat gebeuren? Niet iedereen wil dat je hun problemen oplost. Sommige mensen willen gewoon gehoord worden.'
'Mensen zijn vreemd.'
'Dat is waar,' gaf hij toe. Zou ze hem ook vreemd vinden? Hij snapte in elk geval weinig van de detective die naast hem zat.
'Als iemand iets vraagt, doen we alsof ik een vriendin van Valerie ben,' zei Ayana toen ze voor Valeries werk parkeerden.
'Hoezo?' Hij stapte uit de auto en liep over het terrein richting de schuifdeuren.
'Omdat dat een stuk minder bedreigend overkomt dan een detective.'
Hij gaf haar een knikje en liep het gebouw in. Het was binnen verrassend koud, alsof ze de airco ondanks dat het nog vroeg in het jaar was al aan hadden gezet. Het bureau voor in het gebouw was verlaten. Er was een a4 met aan het hout vastgetapet. Secretaresse gezocht stond er in grote gele letters op.
'Ze hebben ook een vormgever nodig.' Ayana drukte een op het belletje. Een zacht pling geluid verspreide zich door de hal.
'Die hebben ze vast ontslagen.'
'Waarschijnlijk.' Ayana grinnikte zacht en tikte nogmaals tegen het belletje. 'Als ze niet komen helpen we onszelf verder. Weet jij waar we moeten zijn?'
'Nee niet echt.' Hij keek de gang door. Er waren geen bordjes die aangaven waar welke afdeling zat.
'Dan lopen we gewoon tot we iemand tegenkomen.' Ayana drukte nogmaals op het belletje en liep de gang in. Ze zette grote stappen alsof ze hier al duizenden keren was geweest.
Aarzelend volgde hij haar. Wat was het ergste dat er kon gebeuren? Hooguit stuurden ze hen naar buiten. Toch lukte het hem niet half zo zelfverzekerd door het gebouw te lopen als zij. Zijn ogen werden voortdurend getrokken door de gesloten deuren en de posters van oude stofzuigers aan de muren.
Verderop in de gang ging een deur open. Een vrouw met een paar mappen in haar handen liep hun richting uit.
'Goedemorgen,' riep Ayana.
Ze keek om. 'Oh hallo, zijn jullie hier voor de sollicitaties?'
'Nee w-' Direct voelde Joshua een scherpe pijnscheut in zijn zij.
'Hij niet, ik wel.' Ayana glimlachte en stak haar hand uit. 'Ayana Grant'
Er verscheen een glimlach op het gezicht van de vrouw. 'Marjorie Faigley. Ik ga Henk voor je halen. Geef me een momentje.' Ze liep een deur door.
Joshua gaf Ayana een por. 'Waar ben je mee bezig?'
'Informatie krijgen.'
'Door te solliciteren?'
'Ja, heb jij een beter idee?'
'Misschien kun je het gewoon vragen?' Hij keek haar hoofdschuddend aan. Dit kon nooit goed gaan.
'Alsof dat gaat werken. Denk je echt dat ze vrijwillig gaan zeggen dat ze allerlei regels hebben overtreden?'
'Nee, maar z-'
'Hallo, wat fijn dat je er bent.' Een lange man in een pak liep hun richting uit. Hij had een brede lach op zijn rood aangelopen gezicht. Zijn ogen gleden direct naar Ayana alsof Joshua lucht was. 'Ik ben Henk Kapman, zoals je vast al op onze site heb gezien. Ik heb je cv doorgelezen en het zag er indrukwekkend uit.'
'Bedankt.' Ayana schonk hem een glimlach. 'Mijn naam is Ayana Grant.'
'Zullen we gaan zitten en het over je toekomstige werkzaamheden gaan hebben?'
'Dat lijkt me een goed plan.' Ayana volgde hem richting een kantoortje, Joshua alleen achterlatend.
Met een zucht keek hij haar na. Daar ging ze weer. Hij haalde zijn telefoon uit zijn zak en scrolde over het scherm. Misschien moest hij maar zijn eigen detective werk gaan doen. Hij liep langzaam terug naar de ingang, terwijl hij zijn best deed om niet te denken aan in wat voor een problemen Ayana zichzelf kon werken. Hij kende haar amper. Waar maakte hij zich druk over? Ze had dit bovendien vast wel vaker gedaan. Ze was veel te goed in liegen.
Bij de ingang bleef hij staan. Misschien moest hij voor de zekerheid wel blijven wachten. Zonder haar vertrekken ging wel heel ver, ook al was het verleidelijk.
Hij leunde tegen de muur en tikte ongeduldig met zijn schoen. Het was ongemakkelijk stil in de gang. Minuten verstreken langzaam. Toen liep er een vrouw door de schuifdeuren. Ze droeg een nette witte blouse met een bloemenprint. Haar bruine haar had ze in een strakke knot gebonden. 'Hallo,' groette ze hem met een glimlach.
'Hallo,' stamelde hij. Was ze hier voor de sollicitaties? Wat als Ayana haar plaats in had genomen? Moest hij iets doen? Vraag het gewoon, dwong hij zichzelf. Als hij Ayana dat advies had gegeven, moest hij het zelf ook volgen. Anders was hij een hypocriet. 'Ben je hier voor de sollicitaties?'
'Nee, ik kom alleen wat spullen halen.' Ze liep naar het lege bureau en pakte een tas er van achter weg, voor ze wat fotolijstjes erin stopte. 'Als ik jou was, zou ik hier niet solliciteren. Ik heb hier een poosje gewerkt en het was de slechtste baan die ik ooit gehad heb.'
'Is het zo erg?'
'Ja, een collega van mij was ziek en werd gedwongen om te werken en zo gebeurden er nog wel meer dingen. Het minimumloon dat je verdient, is het niet waard om elke dag met tegenzin naar het werk te gaan.'
Hij keek haar verrast aan. 'Bedoel je Valerie?'
'Ken je haar?' De bruine ogen van de vrouw werden groter.
'Ja, ze is een goede vriendin van me.'
'Maar wat doe je hier dan?'
'Eum,' hij lachte ongemakkelijk. 'Haar spullen ophalen.'
Ze schoot in de lach. 'Begrijpelijk. Ze wilde vast zelf niet meer terug.'
'Nee, niet echt.'
'Trouwens, kun je haar vragen om me terug te bellen. Ik denk dat ik een nieuwe baan voor haar heb gevonden, maar ik kan geen contact met haar krijgen.'
'Ik zal het haar laten weten.' Hij forceerde een lach. Zij kon haar dus ook niet meer bereiken. Hij wist niet of dat het hem gerust stelde, of nog banger maakte. 'Het is hier wel een puinhoop, niet?' veranderde hij het onderwerp.
De oud secretaresse knikte. 'Het ligt vooral aan de leidinggevende. Hij behandelt iedereen vreselijk en trekt zich niks van de regels aan. Maar hij is familie van de baas, dus niemand ontslaat hem.'
'Is het echt zo erg?' Joshua keek haar nieuwsgierig aan.
'Helaas wel. Hij is een van die personen die denkt dat leiding geven het luidste schreeuwen is. Letterlijk.'
'Ongelofelijk. En dat deed hij ook tegen Valerie?'
'Ja, heeft ze je dat niet verteld?'
'Ze heeft me wel een deel verteld, maar ze maakt dat soort dingen altijd minder erg dan het is.'
'Typisch haar,' grinnikte de vrouw. 'Het was echt heel erg. Valerie doet haar werk gewoon goed. Ze komt op tijd, neemt het serieus en ja, je weet zelf ook wel hoe ze is. Toch heeft hij er altijd wel iets op aan te merken. Kijk je hier vijf seconden op je telefoon, dan heb je al een probleem.'
'Is hij ook zo buiten het werk?'
'Ik heb geen idee en ook geen behoefte om er achter te komen.' Ze propte nog een paar voorwerpen in haar tas. 'Ik ga hier zo weg en kom nooit meer terug.'
'Groot gelijk.' Hij keek de gang in. Als Ayana terugkwam zou hij hetzelfde doen. Henk Kapman leek hem een nare man, maar hij had niet het gevoel dat hij een stalker was. Anders had de secretaresse vast wel een opmerking gemaakt. Maar wie was het anders?Nora, herinnerde hij zichzelf opnieuw. En hij haatte dat dat misschien het juiste antwoord was.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top