Hoofdstuk 16: Anna's herinneringen
Jackob viel kronkelend op de grond en rolde krijsend heen en weer. De soldaten keken geamuseerd van Anna naar Jacob. De leerlingen vonden het hilarisch en al gauw lachte de hele zaal om Jacob. Anna had dit eerlijk gezegd niet verwacht. Pas toen ze de pijl losliet, besefte ze met wat ze bezig was. Ze vroeg zich nog steeds af hoe Jacob nog levend kon zijn. Normaal gezien zou die pijl dwars door zijn romp heen moeten zijn gegaan... En dat deed die niet. Anna was erg opgelucht dat ze hem enkel verwond had. Voorzichtig keek ze om naar Kylie. Anna zag zowel schrik als spot in haar ogen. Kylie schudde haar hoofd toen ze Anna aan keek. Anna wendde haar blik af naar Jacob, die ondertussen al een hele klaagzang aan het uitvoeren was.
Twee mannen met een brancard kwamen binnengerend door de grote schuifdeuren. Anna vond hun kleding op zijn minst gezegd eigenaardig. Ze droegen - net zoals alle andere insae - witte kleding. Maar op die witte kleding was een vreemd patroon aangebracht van lichtgrijze veren en kralen. Anna besefte plots dat het een draak voorstelde. Het gelach ebde weg en maakte plaats voor een respectvolle fluistering. Beiden knielden neer en legden Jacob voorzichtig op de brancard. Zo snel als ze gekomen waren, verdwenen ze weer. De mentoren en de leerlingen stonden in groepjes met elkaar te praten en wierpen af en toe een schichtige blik in Anna's richting. Ze zwegen abrupt toen een enorme man van meer als twee meter naar Anna toe stapte. Anna slikte. De man had donker bruine, bijna zwarte huid. Zijn ogen waren ook zwart en zijn lange haren waren in speciale vlechten gevlochten en lagen over zijn brede schouders. Het viel Anna op hoe enorm zijn handen waren. "Wat was dat daarnet? " vroeg hij. Zijn stem rommelde als donder. Anna kromp ineen. Alsof de man geen antwoord verwachtte vervolgde hij: "Zoiets tolereren we hier niet. We leiden soldaten op, geen haatdragende wilden. Daarvoor moet je bij de imensae zijn." "Arthos, het kind had een letsel opgelopen aan haar arm. Ze kon er niet aan doen dat ze zo afweek. Het was mijn fout. Het spijt me. Ik zal er persoonlijk op toe zien dat zoiets niet meer zal plaats vinden." schoot Kylie te hulp. Arthos' blik dwaalde over Anna's arm. "Toon het mij." gromde hij. Met trillende handen stroopte ze haar mouw op en toonde hem een enorm litteken. Arthos knikte. Van zijn gezicht viel geen emotie af te lezen. "Laat dit niet nog een keer gebeuren. En schieten doe je voortaan op de schietbaan." zei hij tenslotte en liep weg.
Een vreemd geluid dat bijna op een brandalarm leek, weerklonk in de zaal. De mentoren en hun leerlingen zetten de materialen terug op hun plaats en verlieten de zaal. Kylie liet de boog terug naar de haak zweven.
Toen deze weer op zijn plaats hing
gaf ze Anna een zacht duwtje richting de deur en zei zo stil dat enkel Anna het kon horen: "De training is afgelopen. " Anna volgde Kylie stilletjes door de gangen. "Kylie... Ik wilde die herrie niet veroorzaken maar... " "...Maar je vond dat Jacob me niet juist behandelde en kwam voor me op. Ik ben niet kwaad op je. Alhoewel dit heel verkeerd had kunnen uitpakken. Voor jullie beiden. In het vervolg denk je beter twee keer na voor je iets doet." zei Kylie en glimlachte vaagjes. "Maar... Waarom ging hij niet dood? Die pijl zou dwars door zijn romp moeten gegaan zijn. Ik... " "Anna, haal adem. Hij is geen normaal mens uit de eerste dimensie, maar een insa. De volkeren uit de tweede dimensie hebben andere fysieke kenmerken als de gewone mens. Ze hebben een hardere huid, beter ontwikkelde spieren, sterkere botten en noem maar op. Dit gaat een andere les zijn. Voor één van de komende dagen waarschijnlijk." onderbrak Kylie haar weer. Anna knikte. Ze probeerde haar gejaagde ademhaling onder controle te brengen. Hoe langer ze aan haar daad dacht, hoe vreselijker ze deze vond. Ze had ook helemaal niet gemerkt dat ze terug bij hun kamers waren aangekomen. "Nu hebben we twee uur platte rust. Daarna wacht ik weer op je, oke? " vroeg Kylie. Anna knikte stilletjes. Ze was niet in staat om iets anders te zeggen. Ze ging haar kamer binnen en sloot de deur zachtjes achter haar. Opeens voelde ze zich moe. Overmand door die plotse vermoeidheid ging ze zitten op de rand van het bed en trok haar laarzen uit.
Ze smeet deze achteloos in de hoek van haar kamer en kroop onder de dekens. Ze sloot haar ogen. En dommelde in.
Anna wandelde samen met haar ouders en broertje langs de oever van een riviertje. De zomerse hitte was drukkend en de lucht boven het water trilde. Zo nu en dan flitste er een libelle voorbij. "Ik wil nog niet naar huis, mama. " zei haar broertje. Anna's mama streelde zijn blonde hoofdje liefdevol en zei: "Dat willen we allemaal niet. Maar dat maakt het juist leuker om de volgende keer terug te keren, toch? " Anna's broertje, Kay, knikte met tegenzin. Haar vader zag een bankje staan en zuchtte vermoeid: "Ik ga even zitten. Het is mij te warm. "
Anna keek verlangend naar het water. Ook zij had het warm. "Mama, mogen Kay en ik even gaan pootje baden?" "En wat als hij in het water valt? " vroeg Anna's moeder bedenkelijk. "Ik kan zwemmen. Ik zal hem wel er uit gaan vissen." zei Anna vastbesloten. "Vooruit dan. Doe voorzichtig en zorg dat het niet op vissen aan komt." gaf moeder met tegenzin toe. Maar Anna en Kay waren al op blote voeten naar de oever toe aan het rennen. Niet veel later stonden ze tot aan hun enkels in het water. "Anna, wanneer komen we terug naar Hoegarije?" vroeg haar broertje. Om de een of andere reden zei hij tegen Hongarije, Hoegarije, wat Anna best schattig vond. "Goh. Ik weet het niet. Volgend jaar misschien?" zei ze twijfelend. "Ik wil hier blijven wonen." zei haar broertje beslist. Anna lachte. Plots hoorden ze hun moeder roepen: "Anna, Kay! Kom, we gaan vertrekken. Anna... Anna... "
Waarom riep haar moeder haar zo? vroeg Anna zichzelf af. Nee wacht... Het was niet de stem van haar moeder. En die stem klonk dichterbij dan in haar droom. "Anna! Opstaan. Nu! " Anna opende haar ogen en keek recht in het gezicht van de ongeduldige Kylie. "Kom op, trek je laarzen aan. We hebben geen tijd te verliezen." Kylie was zo enthousiast dat het leek alsof ze net een geniaal idee had gekregen en die graag wilde delen met Anna. Anna zuchtte en stond op. Het duurde heel even voor ze zich kon oriënteren en haar laarzen kon vinden. Ze lagen nog steeds in die zelfde hoek waar zij ze geschopt had. Kylie verontschuldigde zich en rende weg. Anna bond ondertussen haar veters. Die droom of beter gezegd, herinnering wilde ze zo lang mogelijk vasthouden.
En toen besefte ze weer dat ze dood waren. Weg. Tranen welden op in haar ogen. Ze begon driftig haar laatste knoop te strikken. Toen haar opa stierf, probeerde ze haar gedachten op iets anders te concentreren. Gewoon een karweitje doen zoals haar kamer opruimen, de vloer vegen,... Alles wat ze maar kon bedenken. Zolang ze zich concentreerde op iets anders en ze haar gedachten niet liet afdwalen naar hem, kon ze kalm blijven en min of meer een pleister plakken over de wonden in haar herinneringen. Maar geen enkele pleister kon de wonde in haar hart hechten. Diep van binnen voelde ze zich machteloos, leeg. Ze was bang als ze dacht wie de volgende zou kunnen zijn die stierf. Het onderwerp "Dood" werd een taboe voor haar. Ze wilde niets meer over de dood horen. Op de televisie niet, tijdens een gesprek aan tafel niet. Zelfs kon ze niet tegen de dode muizen die haar kat bracht. Zo probeerde ze zichzelf te beschermen.
Ook nu concentreerde ze zich op de laatste knoop in haar laars. Toen ze klaar was liep ze naar de deur. Kylie stond buiten op haar te wachten. Op de grond voor haar stonden twee witte rugzakken. Anna keek Kylie vragend aan. "Ik ga je kennis laten maken met de tweede dimensie." zei Kylie raadselachtig en overhandigde haar de witte rugzak. Anna besloot geen vragen te stellen.
Haar mentor rende voor haar uit. Anna kende de weg nu ongeveer. Als er iets was dan zou ze de weg naar de uitgang wel weten. De deuren doemden voor hen op. Kylie duwde deze open en zei: "Dit, Anna is de tweede dimensie. Nu hebben we tijd om de omgeving van onze basis te bekijken." Anna dwong zichzelf om niet meer op de gebouwen te letten maar om haar omgeving te bekijken. Kylie nam Anna weer mee naar het bos. Vijf meter voor de bosrand bleven ze stilstaan. "In de drukte had je de tijd niet om de natuur te bekijken en alles leek voor jou normaal, net zoals op aarde. Ik bedoel in de eerste dimensie. Wat valt je op?"
Vroeg Anna's mentor.
Anna's ogen vlogen wijd open. De bomen... Waren anders. De schors was zandkleurig van kleur en de boombladeren waren gebroken wit, gelig zelfs. Ze leken allemaal op kleine vlindervleugels. En het gras was sneeuw wit. "Dus... Daarom dragen jullie wit." dacht Anna hardop. "Niet alleen daarom, hoor. Maar het helpt wel. Kom we gaan wat dieper de bos in." Kylie wandelde voor haar uit en Anna volgde. Het bos was vervuld van prachtige vogelzang, die Anna nog nooit eerder gehoord had. "Kylie? " "Ja, wat is er? " "Waarom heb ik dit niet gezien toen ik... nou ja, ongetekend was? "
Kylie zuchtte. "Dat komt omdat enkel de getekenden de tweede dimensie kunnen zien zoals ze is. Primalaxes, de natuurgod, kent de nieuwsgierigheid van de menswezens. Hoe ervaarde jij de imensae? " vroeg ze. "Als een bedreiging natuurlijk. Wat zou jij doen als ze met geladen geweren op je af kwamen? " Anna huiverde bij de herinnering aan de wilde achtervolging waarbij elke stap die ze zette de laatste kon zijn. "Sorry, slecht voorbeeld." Zei Kylie verontschuldigend. "Hoe dan ook, ik ken de natuur van de menswezens. Alles wat ze niet kennen bestempelen zij als 'gevaarlijk'. En alles wat gevaarlijk is moet vernietigd worden. Wat er niet meteen dreigend uit ziet, zoals deze bomen, wordt tenslotte vernietigd door hun nieuwsgierigheid. Dan vind ik het deels spijtig dat de draken zich hebben vermenigvuldigd met dat ras." zei Kylie spijtig. Anna slikte. Kylie had gelijk over de 'menswezens', zoals zij hen noemde. De mens was nieuwsgierig. En nieuwsgierigheid is dodelijk. Ondertussen begon Anna de natuur van de tweede dimensie te zien zoals ze was: wonderbaarlijk mooi. Het gras waarover ze liep was sneeuw wit. Enkele goudachtige bloemen reikten hun knopen naar de zon. Voor Kylie was dit al gewoon, want ze liep langs dit alles zonder er echt aandacht aan te schenken. Na enkele uren lopen kwamen ze aan op een vreemde plek. Terwijl Kylie doelbewust vooruit wandelde, stapte Anna ietwat trager achter haar aan. Ze had het gevoel dat iemand hen schaduwde, dat iemand zich net als ze wilde omkijken verborg achter een boomstam. Kylie kon Anna's groeiende angst ruiken. Plotseling slaakte Anna een gil. Kylie draaide zich met een ruk om, klaar om zich boven op de vijand te werpen en hem aan stukken te scheuren. Anna staarde doodsbleek naar een boom, die enkele meters voor haar stond. Daar stond ook een Anna. En hoe meer ze rond zich keek, overal zag ze zichzelf en Kylie. "Kylie... Zeg dat ik..." Anna stopte door het kriebelige gevoel in haar hoofd. "Dat jij hallucineert? Wel nee. We zijn aan het rand van het 'vreedzame' gebied. Dit zijn Mirees. Spiegelbomen." zei Kylie luchtig. Anna voelde zich ontspannen toen ze inderdaad de ruwe groeven in de spiegelende schors zag. De bladeren van die bomen leken wel uit doorzichtig glas gemaakt te zijn. Meteen kwam er een ondeugende vraag in Anna op: Zou ze zo'n blad kunnen kapot gooien?
Aan Kylie's gezichtsuitdrukking te zien, wist Anna dat haar mentor door had wat ze wilde proberen, maar gewoon er niet op in wilde gaan. "Mirees zijn een enorme strategische aanwinst. Omdat het gras wit is, liggen onze schutters meestal hier opgesteld. Doordat de schors van een Miree spiegelend is, zien we de vijand zo aankomen." legde Kylie uit.
Ze wenkte Anna om dichterbij te komen. "De schors van een Miree is niet alleen spiegelend, maar ook staal hard." om kracht te zetten bij haar woorden klopte ze op de schors van de spiegelboom. Het leek alsof Kylie met een mes tegen een champagneglas tikte. "Hij klinkt fragiel, ik weet het. Maar niets is wat het lijkt in deze dimensie. Je kunt de boom niet omhakken, met geen enkele bijl niet." "Dus die boom is in feite onsterfelijk?" vroeg Anna en streelde de schors. Kylie's gezicht betrok. "Ze zijn niet onsterfelijk. Als je de bladeren breekt, zal de boom sterven. De schors zal dan uitdoven. Net zoals de ogen van menswezens als je ze doodt."
Anna keek droevig naar de boom. "Laten we verder gaan." zei Kylie en liep weer verder. Anna vroeg zich af waarom iemand zoiets kapot zou willen maken. Ze verwierp haar eerdere iedee om een blad van de Miree kapot te gooien.
Na nog een halfuur wandelen kwamen ze aan bij de bosrand. De sneeuwwitte gras begon te veranderen naar bruin, verdord gras. De lucht stonk er naar dood en rottend vlees.
Anna kon duidelijk de geluiden van schoten, fluitende pijlen en geschreeuw horen. Anna wierp een zijwaartse blik op Kylie. Op Kylie's gezicht zag ze woede en angst vermengt met elkaar tot een verbeten trek om haar mond en een vastberafen blik in haar ogen. Na een lange stilte zei Kylie: "Dat is het niemandsland. Voorlopig gaan we ons niet wagen in het niemandsland. Ik wil je nog levend houden."
De toon in haar stem deed rillingen over Anna's rug lopen. En meende ze niet weer die ene groene schittering in Kylie's ogen te zien? "We kunnen maar beter teruggaan naar de basis. De insae kunnen ons vanaf deze afstand aanzien voor twee spionnen en neerschieten. Zoals ik al zei, ik wil je levend houden. " gromde haar mentor en wenkte Anna om mee te komen. De hele terugweg lang spookten duizenden vragen door Anna's hoofd. Sommige kon ze nog al snel uit haar gedachten bannen. Maar één vraag bleef haar echter teisteren: "Wat bedoelde Kylie met het feit dat ze me nog in leven wilde houden?"
Anna kon er niet bij met haar hoofd.
Toen ze bij de basis aankwamen, was Anna doodop. "Kylie, mag ik het avondeten overslaan? Ik ben moe... " hijgde Anna. "Ik begrijp dat je moe bent, maar door te eten sterk je sneller aan. Bovendien is gaan slapen op een lege maag niet gezond. En... Mira tolereert geen zwakkelingen in het leger." zei Kylie en legde een hand op Anna's schouder. Toen Anna nog niet overtuigd leek voegde ze er aan toe: "Na het avondeten ga ik je niet meer lastig vallen en wat mij betreft mag je als je klaar bent met eten meteen naar bed gaan. Ik regel het wel." Anna knikte uiteindelijk.
Het avondeten leek een eeuwigheid te duren. Van het feestmaaltijd, die ze bij haar ontvangenis kreeg, was niets meer over. Haar avondmaal bestond uit een roze gestippelde puree en blauwe erwten. De roze stippels waren volgens Kylie stukjes rode biet. Anna twijfelde, want ze smaakten zoet zuur en deden haar meer aan bessen denken dan aan rode biet.
Toen ze haar bord leeg had begon ze rond te kijken wat de andere soldaten deden met hun borden. Ze brachten ze naar een kar waarop drie bakken ( één voor vorken, één voor messen en één voor lepels) stonden en een grote ronde bak voor de borden. Naast de kar stonden twee enorme emmers vol met etensresten. Anna's bord was netjes leeg dus legde ze het in de bijbehorende bak en sorteerde ze haar bestek in de juiste bakken. Vervolgens wuifde ze naar Kylie en deed teken dat ze ging slapen en verdween in de gang. Met veel moeite vond ze haar kamer.
Anna kon altijd en overal verdwalen, zelfs als ze een kaart bij de hand had.
Ook hier heeft ze drie verschillende verdiepingen van de basis afgezocht en uiteindelijk tot de ontdekking gekomen dat haar kamer op de tweede verdieping was. Met haar kleren en al plofte ze op het bed en viel in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top