10:38 - WELCOME DARKNESS


Een paar mensen stonden op, de negen minuten dat de trein stil stond duurde hen te lang. In die minuten was er nog niks gebeurt - geen bericht van de machinist, geen passagier die uit woede op het personeel af was gestapt - alleen een beetje geroezemoes en verbaasde blikken. 

Eerst waren twee donkere vrouwen op gestaan, waarschijnlijk van Surinaamse afkomst. Vlak daarna een oudere man met een peuter. Ik had het lef om op te staan en achter de personen aan te lopen. Ik liet mijn rugzak achter en stapte de coupé uit. 

'Mijn zoontje is vier, die raakt al overstuur bij het minste en geringste. Wat denken ze wel niet?' zei de grijzige man. Nu pas merkte het groepje dat ik ook verhaal kwam halen bij de machinist. Één van de donkere vrouwen lachte naar me. 'Waar gaat u heen?' vroeg ze aan de man. Hij vertelde dat hij met z'n zoontje naar de dierentuin ging, in Londen. 

Al snel kwamen we aan bij het hokje van de machinist, we zaten blijkbaar in de voorste coupé. 'Niet betreden.' stond er op een bordje. De deur naar het hok zag er zwaar uit en ik verwachtte dat hij op slot zat. Met gemak trok de vrouw de deur open. Op dat moment werd het zwart voor mijn ogen. Ik knipperde een paar keer snel met mijn ogen, want ik moest wennen aan het donker. Het licht was uit. Plots. Ik keek achter me en merkte op dat het in het hok donkerder was dan in de rest van de trein. De overige personen zeiden niets, maar ik merkte dat ze onrustig werden. Vage schimmen verdwenen het hok in, de man en het kind bleven achter. 'Misschien kunnen we beter teruggaan.' zei de man. De vrouwen gaven geen antwoord. Ik werkte me langs de man heen en liep ook het donkere kamertje in. 

Mijn ogen waren langzamerhand wat meer gewend aan het licht en vaag begon ik de silhouetten te herkennen. Ze staarden naar de stoel van de machinist. Ik nam aan dat de machinist daar in hoorde te zitten. 

Het hok was leeg. Ik vroeg me meteen af hoe deze trein tot aan Bedford was gekomen. De machinist kan onderweg niet zijn uitgestapt, onze coupé zit vlak hierachter en er is geen deur waar hij uit kan, we hadden hem gezien moeten hebben. 'Wat nu?' hoorde ik iemand zeggen. 

'Ik weet het niet.' zei iemand terug.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top