III.
Ik was een mooie meid,
Ravenzwarte haren,
IJsblauwe ogen.
Lichte huid,
Met hier en daar wat sproetjes.
Tot hij aankwam in mijn dorpje,
Hij, de mysterieuze vreemdeling.
Ik, het mooie dorpsmeisje.
Hij was niet de mooiste jongen ooit,
Maar hij straalde iets mysterieus uit.
Ik voelde me tot hem aangetrokken,
En dat was mijn grootste fout ooit.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top