~Hoofdstuk 3~

Elizabeth haalt haar schouders met een giechel op. "Net als vroeger komen ze weer tevoorschijn," zeggen de meisjes met pretlichtjes in hun ogen, niet bewust van het idee dat het magie is.
"Fairies."

Ze verlaten de tent om de feetjes beter te kunnen bekijken, zonder het idee dat zij zelf bekeken worden. Met plezier dansen en neuriën ze in het rond terwijl de feetjes genieten van de show.

Zonder geluid, landt een mysterieus figuur op het balkon van 31 Kensington Park Gardens.
De silhouet is zo zwart als de nacht, met name omdat hij nergens in het licht staat. Zijn ogen zijn kil, gifgroen en gloeien als de ogen van een Jack-O-Lantern. Zijn zachte, lichtjes volle, donkere lippen vormen een gesloten grijns die de kleine feetjes angst aanjagen toen ze met kleine puntige oortjes van hen, hem wel hoorde landen op het witte, oude balkonnetje.

De pretgezichtjes van de feetjes kijken nu angstig, en de aandacht die gericht was op de meisjes wordt nu gericht naar het balkon, zich afvragend of zij het zullen overleven.

De meisjes, Elizabeth en Ividia, hebben niets door van de situatie, het plezier en blijschap hangen als de sterren in de lucht, maar dat blijft niet voor lang. Naar mate de lichtjes van de feetjes doffer worden en de energie uit hen wordt gezogen door een vreemde melodie, die fluit als de wind, afkomstig uit de panfluit van het duistere figuur bij het raam, en zo tekent hij het doodsvonnis van de lichtgevende magische en goedaardige wezens.

De duistere melodie wordt dan ook door Ividia en Elizabeth gehoord, en het kippenvel staat op hun armen van de narigheid die de helse noten weggeven.

"Wat is dat?" Vraagt Ivy met een verbaasde blik, als ze ziet dat een fee uit de lucht valt. Tot haar opluchting wordt hij gevangen door Eliza. "Geen idee, maar we laten dit moment niet de laatste voor hen worden." de serieuze woorden vliegen haar mond en ze kijkt met met een bezorgde blik naar het wezentje in haar handen, die verzwakt in elkaar krimpt om zich warm te houden.

Ivy fluistert met een zachte en lieve stem toe, "I do believe in fairies."
Het wezentje glimlacht zachtjes en begint langzaamaan weer te gloeien, waarna het al echter gauw weer dooft voor haar ogen, haar blauwgroene ogen wat worden groter van verbazing.

Elizabeth zag het niet, ze was met een andere en misschien wel belangrijkere zaak bezig, de locatie vinden van waar het geluid vandaan zou kunnen komen. "Waar zit die bloody demon," sist ze tussen haar tanden door van woede.
"Dit kan hij of zij niet maken, tegenover zoiets bijzonders, dus wees geen angsthaas en laat je maar zien."

Ividia onderbreekt haar zoektocht
"Eliza, ik denk de oplossing te hebben gevonden."
Ze fluistert in haar vriendins oor wat er net gebeurde, en het plan wordt  fluisterend gesmeden.

Na dat het plan perfect is gemaakt in een minuutje verzamelen ze de feetjes op een plekje naast elkaar en tussen hen in. Ze pakken elkaars handen vast, en sluiten hun ogen geconcentreerd op het plan en geloof.
Hun geloof in elkaar, het geloof in de feetjes.

De plaats van hun harten begint voor de helft goud te gloeien alsof ze een hart delen. Gelijk beginnen de lichtjes van de feetjes ook weer te gloeien, met een prachtig, lichte melodie afkomstig uit keeltjes overstemmen ze de duistere melodie, hopend dat hun plannetje ook werkt want zo niet, zag het er belachelijk uit.

De silhouet kijkt naar de twee met zijn gloeiende ogen, in het duister van de kamer terwijl hij de melodie luider blijft herhalen. Een donkerbruine wenkbrauw baant zich vragend een weg naar boven maar afvragend.
"Wat zijn die twee van plan?"

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top