hoofdstuk 24
Lena
Het geluid van krakend cornflakes klinkt door de verder stille ruimte. Jasper zit tegenover mij en kijkt verveeld naar zijn kom met cornflakes. Oma zit links van me op aan de ronde tafel. Ik doe ook geen moeite om een gesprek te vinden. Als Jasper zo stom kan doen dan kan ik dat ook. Hij wilt mij negeren? Dan negeer ik hem ook.
Oma kijkt vragend van mijn naar Jasper en trekt dan een wenkbrauw op. Ik haal ongeïnteresseerd mijn schouders op en neem nog een hap van mijn boterham.
'Wel, hoe was het gisteren bij je vrienden?' Vraagt ze met een zoete glimlach.
'Leuk, we hebben gepraat over vroeger.' Antwoord ik kort.
'Dat is fijn en jij, Jasper, wat heb jij gisteren gedaan?' Ze kijkt Jasper hoopvol aan, hij kijkt kort naar haar en kijkt dan terug naar zijn kom.
'Niets.' Antwoordt hij bits.
'Oké dan, wat gaan jullie vandaag doen?' Vraagt ze dan terwijl ze nog een slokje van haar thee drinkt.
'Niets!' Zeggen Jasper en ik samen. We geven elkaar een geïrriteerde blik en kijken dan terug weg.
'Wel, ik laat jullie er dan even over nadenken.' Zegt ze en staat recht en loopt de keuken uit.
De rest van het ontbijt verloopt heel stil, het enige geluid is dat van de brekende cornflakes van Jasper.
Het water in de gootsteen is warm en ik schrob de messen proper. Als ik plots een hand op mijn schouder voel komen.
'Lenatje, we gaan vandaag naar Antwerpen. Oma en ik dachten eraan om jullie mee te nemen en er dan deze avond te gaan eten.' Zegt opa.
Mijn handen gaan als kommetjes door het schuim dat op het water ligt terwijl ik nadenk.
'Ik weet het niet opa. Jasper wilt misschien iets anders doen.' Stamel ik en ga verder met de kopjes voor de thee.
'Maak je om Jasper maar geen zorgen dat is al geregeld.' Lacht hij en stapt terug de keuken uit.
Dus Jasper wilt wel iets met me doen, maar met me praten gaat niet?
De autosnelwegen van België zijn grotendeels slecht. En als we door de duizendste put in de weg rijden zucht ik geïrriteerd.
'Sorry Lena, je weet hoe België is hè.' Zegt mijn opa grinnikend.
Ik knik en kijk kort naar Jasper, verwachtend om hem op zijn gsm een spelletje te zien spelen, maar ben verrast door zijn blauwe ogen die naar me staren en een donkere schaduwen rond zijn ogen toont.
Zijn blik die intens naar me staart geeft me een ongemakkelijk gevoel en ik winkel onwillekeurig op mijn zetel. Ik haat het als hij me díe blik geeft.
'En wat gaan jullie naartoe?' Vraagt mijn oma vrolijk vanop de passagiersstoel naast opa.
'Waar gaan jullie heen?' Vraag ik en kijk terug naar buiten.
'Wij houden het bij een paar musea's.' Antwoordt ze lachend.
'Wij gaan wel mee, ik hou van musea's.' Zeg ik en wrijf nerveus over mijn dijbenen.
Naast me hoor ik Jasper murmelen dat hij er niet van houdt, maar dat hij wéeral geen keuze zal hebben.
'Jullie gaan niet met ons mee, ga lekker op de meire rondwandelen of ga naar de dierentuin. Er is genoeg te doen.' Grinnikt opa. Alsof het zo duidelijk was dat oma dat bedoelde.
'Wat als we ook naar musea's willen?' Vraag ik fronsend.
'Of wat als we dat niet willen.' Mompelt Jasper en draait verveeld met zijn ogen.
'Er is vast en zeker wel iets leukers te doen dan met je grootouders musea's te bezoeken.' Oma kijkt achterom zodat ze me ziet zitten en geeft me een knipoog. Mijn wangen kleren rood en ik draai mijn hoofd snel.
Ik wil volgens mij niet weten wat ze over mij denken.
Om te weten dat er bij Jasper een glimlach hoef ik niet eens mijn hoofd naar hem te draaien.
Oma en opa hebben ons af gezet bij het treinstation. Jasper staat naast me en doet zijn herfstjas een stukje veder dicht. Ik ben daarentegen slim geweest en heb mijn gebroken witte wollen sweater aan. Mijn lange zwarte broek komt ook ten goede.
'Wat wil je doen?' Vraagt Jasper ongemakkelijk.
'Geen idee, wil jij iets gaan doen?' Vraag ik koppig.
Jasper zucht en draait met zijn ogen.
'Dan ga we wel winkelen.' Verbaasd kijk ik toe hoe Jasper mijn pols vastneemt en me mee naar de verkeerslichten buiten neemt.
Het eerste half uur zeg ik en Jasper geen woord tegen elkaar, maar als we ik een dure winkel komen en ik op mijn lip kauw omdat ik een dilemma heb tussen twee T-schirten.
Plots gaat het gordijntje iets open en Jasper komt mijn paskamer binnen. Mijn ogen waren groot van verbazing.
'Jasper wat ben je aan je het doen?' Vraag ik en slaag mijn handen voor mijn bh die openlijk wordt tentoon gesteld voor Jasper zijn neus.
'Gestopt met de kak dat we aan het doen waren. Het heeft geen zin om kwaad op je te zijn als jij kwaad op mij bent. En je bent toch kwaad met een goede reden, waar ik me al vaak voor heb verontschuldigd. Dus ik kan beter gewoon normaal doen tegen je en die heerlijke lippen van je opeisen, want dat wil ik al van het moment dat je op het bed was.'
Ik zucht en ga dichter bij Jasper staan.
'Ik heb inderdaad niets verkeerds gedaan en daarvoor had je die speech echt niet nodig. Als je gewoon sorry zei zou het al genoeg zijn geweest.' Zeg ik en leg mijn hoofd tegen zijn borst en knuffel zijn gespierde lichaam.
'Sorry, engel.' Fluistert hij terwijl zijn handen cirkels wrijven over mijn bijna naakte rug.
Ik doe een stap achteruit en kijk hem in de ogen. Ze zijn zo mooi, en ik besef nu dat ik hem ook verdomd graag wil kussen. Tegen me aan wil voelen. Zijn warme armen om me heen.
Zijn handen liggen op mijn bovenarmen en er schieten allerlei korte elektrische schokjes door mijn lichaam van die plaatsten. En dan trekt hij me tegen zich en drukt zijn zacht lippen tegen die van mij. Het is een passionele kus en er gaat steeds door mijn hoofd dat ik meer wil. Meer van zijn kus, meer van zijn handen op mijn huid. Meer van Jasper.
Mijn mond opent zich vanzelf en Jaspers tong komt in aanraking met de mijne. Er komt een strijd tussen de twee, als een woeste dans om te zien wie het sterkste is en Jasper wint overduidelijk. Mijn handen zijn in Jasper zijn haar en ik trek er kort aan.
Wanneer we elkaar loslaten en elkaar in de ogen kijken zie ik weer de sprankeling die ik altijd bij hem zag en leg mijn hoofd tegen zijn T-shirt onder zijn jas.
'Wil je misschien naar de kade?' Vraag ik bijna fluisterend.
'Is goed engel.' Antwoordt hij en drukt nog een kus op mijn kruin.
De wind waait hard naast de Schelde en er is een frisse zeelucht die onze gevlochten handen afkoelt. De Schelde is niet spectaculair, het is eigenlijk gewoon een rivier door een stad, maar nu voelt het als meer. Als of het iets speciaals is waar ik Jasper naartoe moest nemen.
Terwijl we over het pad wandelen neem ik mijn tijd om Jasper zijn gezicht te bekijken. Zoals gewoonlijk is het perfect, prachtig en ik de juiste plooi die het sexy en stoer maakt.
'Vind je het leuk in België?' Vraag ik en leg mijn hoofd tegen zijn zachte schouder.
'Natuurlijk, jij bent er en dat is voor mij genoeg.' Antwoordt hij lief en kust mijn kruin.
'Ik hou van je Jasper.' Fluister ik en ik weet dat Jasper gaat antwoorden dat hij ook van mij houdt, maar we stoppen met wandelen. Jasper zijn ogen zijn verrast en er zit ook iets van angst in.
'Wat is er?' Vraag ik terwijl ik hem terug bij zinnen probeer te krijgen.
'Lena, liefje, vertrouw je mij?' Vraagt hij terwijl hij me bij mijn schouders neemt en me streng aankijkt. Ik knik angstig en begin een heel slecht gevoel te krijgen met de situatie.
'Oké, dan wil ik dat je gaat. Ga terug naar de winkelstraat. Blijf bij mensen en doe alsof je gewoon gaat winkelen. Ik heb zaken te regelen.' Zegt hij steng.
'Wat? Ik laat je niet alleen! Ben je gek!' Sis ik hem toe terwijl ik mijn stem laag probeer ge houden.
'Lena, ga. Nu!' Beveelt hij me en tegen mijn wil in begin ik te wandelen. Terug naar de winkelstraat en weg bij Jasper.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top