hoofdstuk 20
Lena
Mijn horloge tikt verder.
Ik zit al bijna twee uur in dit cafeetje en nog steeds geen Jasper. Zelfs na mijn tachtig sms'jes en vele telefoontjes, die hij allemaal onbeantwoord heeft gelaten. En dat helpt niet om mijn bezorgde hart te kalmeren.
Ik heb al twee kamille theeën op en heerlijke pannenkoeken.
Niets helpt.
Wat als hij ontvoerd is? Of in elkaar wordt geramd? Of dat hij de weg kwijt is? Of dat hij zo dronken is dat hij tegen een boom is gereden? Of wat als ze hem hebben neergeschoten en in de Nete hebben gedumpt?
Dat terwijl ik hier zit en niets doe, niets kan doen.
Nerveus kijk ik voor de duizendste keer op mijn smartphone. Misschien moet ik hem gaan zoeken. Hij heeft me de naam van de club gegeven.
Maar als Jasper me daar ziet, al hij nog leeft, dan wordt hij zeker kwaad. En als die andere die Jasper misschien hebben vermoord mij dan zien gaan ze mij misschien ook vermoorden.
Toch kan hier toch niet blijven zitten en niets doen?
Er creëert een idee in mijn brein en ik neem snel mijn gsm. Ik ga door mijn contacten op zoek naar die ene die me hierbij kan helpen.
'Hallo.' en slaperige stem klinkt door de speaker. Waarom sliep hij nog, het is daar tien uur of zo. Er ontsnapt een zucht over mijn lippen en wrijf huiverig over mijn wenkbrauwen.
'Dylan, je moet me helpen.' smeek ik door de telefoon.
'Vertel me wat er gebeurd is.' hij klinkt direct klaar wakker.
Ik doe wat hij vraagt en vertel hem alles wat ik weet. Ik vertel ook wat er in mijn hoofd omgaat.
'Die club wat was de naam?' vraagt Dylan als ik klaar ben met het hele verhaal.
'La castello denk ik. Wat ga je doen?' vraag ik nerveus.
'Hun camera's hacken. Wat anders?' zegt hij alsof het super normaal is dat je van de andere kant van de wereld camera's van een Italiaanse maffia club gaat hacken.
'Waar ben jij nu?' vraagt hij.
Ik antwoord in welk cafeetje en zeg er snel bij dat er hier geen camera's hangen. Voordat hij die ook wou gaan hacken.
Hij mompelt iets over het redden van mijn verrekt vriendje, maar ik vat het niet beledigd op. Ik weet dat Dylan ergens diep van binnen wel om Jasper geeft.
'Oké, ik ben binnen,' mompelt Dylan geconcentreerd. Het duurt even voordat hij verder gaat, maar het duurt eeuwen voor mij die wacht op het nieuws of Jasper nog leeft of dood is. Het duurt voor mijn zenuwslopend lang. Van mijn nagels is bijna niets meer over.
'Maak je geen zorgen Lena, Jasper zit er goed.' zegt Dylan grinnikend.
'Wat? Hoe bedoel je hij zit er goed?' vraag ik verbaasd, nadat ik bijna mijn gsm had laten vallen toe hij terug sprak.
'Wel, hij leeft nog en ja hij is duidelijk plezier aan het maken met de Barcellonese familie.' zegt hij lachend.
'Zijn er vrouwen?' vraag ik kwaad.
Onmiddellijk is Dylan stil.
'Ja dus. Stuur jij maar naar die klootzak dat ik naar huis ben.' zeg ik bits en knapt de lijn geïrriteerd af.
Hoe durft hij mij zo laten zitten terwijl hij het lekker gezellig heeft met die andere klote familie. En hoewel ik weet dat hij me nooit gaat bedriegen vindt ik het nog steeds niet leuk als hij veel met vrouwen op stap is. Zoals hij nu aan het doen is.
Ik betaal mijn rekening en stap dan razend naar het treinstation.
Terwijl ik op de trein wacht neem ik mijn smartphone om naar mijn oma te bellen om te vragen of ze me in het station van Turnhout kunnen komen oppikken, maar ik krijg voicemail en spreek snel een boodschap in.
De trein komt pas over een kwartier, twintig minuten dus ik zoek een uitnodigend bankje waar ik in tussentijd op kan gaan zitten.
Ik koop ook nog een twinx uit de automaat om mijn maag te stillen. Ondertussen is er al een koude lente wind opgestoken die me laat wensen dat ik me warmer had aangekleed.
Ik zit hier goed in mijn leren jas en mijn lente kleren. Door de jas strakker om me heen te trekken probeer ik het warmer te krijgen wat niet echt helpt.
Ik kijk nog een keer op mijn horloge. Nog maar even en de trein zal hier zijn.
De minuten tikken traag voorbij en ik begin in slaap te sukkelen.
Plots begint mijn gsm te trillen waardoor ik hard schrik.
Uit gewoonte breng ik de smartphone direct naar mijn oor. Het is toch oma om te vragen wat er aan de hand is.
Dacht ik maar het is helemaal niet de stem van oma die door de speaker klinkt.
'Lena? Jezus, waar ben je. Dylan belde me om te zeggen dat ik naar je toe moest, maar toen ik bij het adres aankwam dat je stuurde zag ik je niet.' Zegt Jasper.
Terwijl Jasper zijn preek doet wrijf ik vermoeid door mijn ogen. Ik heb nu geen zin om nog met Jasper zijn overbezorgdheid te moeten handelen. Zeker nadat hij mij twee uur heeft laten zitten om het leuk te maken met zijn vriendjes.
'Lena, verdomme. Zeg dan iets, waar ben je dan kom ik je halen.' Zegt hij geïrriteerd.
'Jasper, ik ben naar huis aan het gaan. Jij hebt de auto dus jij kunt wanneer je wilt naar huid komen, maar ik heb geen zin om op jouw te zitten wachten terwijl jij je zit af te trekken voor een bende hoeren.' Bijt ik gefrustreerd terug.
'Waar the fuck ben je over bezig? Ik heb me helemaal niet zitten aftrekken voor eender wie. Waarom moet je nu zo overreageren terwijl ik gewoon iets was gaan drinken met vrienden van mijn vader!' Roept hij kwaad door de telefoon.
'Jasper, het kan me niet schelen wat je doet! Of je nu slaap met een zwerver of de koningin het zou me geen reet kunnen schelen! Ik vind het veel erger dat je me hebt laten zitten voor fucking twee uur!' Roep ik terug.
Al de irritaties die Jasper me heeft laten doorstaan overspoelen me opnieuw en het maakt mijn woede er niet beter op.
'Je wist wat ik ging doen en waarom ben je nu zo aan het doen? Heb je iets gedronken? Ik zweer het Lena als je dronken bent, ik ga je vastbinden aan een stoel totdat je terug bij zinnen bent.'
'Ja steek het maar op de alcohol! Terwijl het jij het probleem hier bent! En als je het wilt weten ik ben niet dronken en weet je wat ik heb zelf geen zin meer in dit gesprek ik zie je thuis wel.'
Jasper roept nog iets kwaad dat ik niet mag inleggen en dat ik moet blijven waar ik ben want hij komt me halen.
Dan heb ik er genoeg van en druk woedend af.
Ik kijk snel op mijn horloge en zie dat de trein er binnen enkele minuten zal aankomen in het treinstation. Ik ga rechtstaan zodat ik makkelijk kan instappen.
Als de trein het station in raast laat de wind mijn haar opstijgen en plots hoor ik achter me iemand mijn naam roepen.
Ik kijk verrast achterom en zie Jasper uit mijn opa's auto springen.
Hoe weet hij waar ik was? Ik moet er niet lang over na denken en weet dat hij mijn gsm signaal heeft gebruikt. Die hij alleen zou gebruiken in noodgevallen en wanneer het mocht. En dat was verdomme alle twee niet het geval.
Ik draai me terug om naar de trein en druk hard en vaak op de knop om de deur te openen.
Ik had nu geen zin om de kwade Jasper onder ogen te komen en vooral omdat hij geen recht heeft om kwaad te zijn. Hij heeft me laten zitten. Hij heeft niets laten weten. Hij heeft me laten denken dat hij dood was!
Maar voordat ik in de veilige trein vol graffiti kan springen heeft Jasper mijn arm vast.
'Lena godverdomme, wat ben je in godsnaam aan het doen.' Zegt hij terwijl hij me van de trein weg sleurt.
'Wat ben ik aan het doen? Is het dan niet duidelijk? Ik ga verdomme naar huis! Ik ga niet eeuwig op je zitten wachten Jasper. Wat denk je nu? Of nee, je dacht waarschijnlijk aan veel behalve aan mij toen je in die club zat niet?' Vraag ik pissig.
'Wat is je probleem?! Je wist exact waar ik was en wat ik ging doen en het was je fucking eigen keuze om niet mee te gaan!' Roept hij terug.
'Ja en jij zou terug komen en dat deed je ook niet!'
Een andere reiziger komt kijken en vraagt of alles in orde is.
'Rot op, klootzak!' Roept Jasper naar de man.
'Alles is prima.' Zeg ik tegen de man die snel terug in de wagon gaat.
'Jasper, ik ga niet met jouw naar huis. Ga terug naar die club, maak plezier, het kan me geen fuck schelen! Maar ik ga niet opnieuw uren zitten wachten zonder iets van je te horen!'
'Gaat het weer over die meisjes? God Lena, na acht maand vertrouw je me nog steeds niet! Ik doe alles voor jouw, ik zou je fucking volgen als je besluit om tussen de haaien te gaan zwemmen. Waarom vertrouw jij mij dan niet?!'
'Ik vertrouw je wel jij idiote klojo. En die meisjes kunnen me niets schelen. Ik dacht fucking dat ik je kwijt was! Ik dacht dat je dood was! Daar gaat het over! Ik zat er twee uur en je kwam maar niet en god je antwoordde niet op mijn berichten. Ik dacht dat ze je vermoord hadden.' Ik had niet door dat ik aan het huilen was totdat Jasper me in mijn armen nam en teder mijn tranen wegkuste.
'Het spijt me zo, ik wist het niet. Ik had geen idee dat je dat dacht. Jezus, waarom zei je dat niet gewoon. Ik ben zo een klootzak een fucking domme klootzak.' Zegt hij lief terwijl hij me in zijn stevige armen houd.
'Dat ben je inderdaad.' Mompel ik door mijn snikken heen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top