Acht

De volgende dag,
Zag hij haar weer. 

Hij liep op haar af.
"Hey,"
"Hallo,"

Hij keek haar aan.
"Hoe gaat het?"

Ze keek hem aan.
Ze glimlachte droevig
En zei:
"Wil je een eerlijk,
Of een beleefd antwoord?"

Hij haalde,
Diep adem. 
"Eerlijk antwoord,"
Zei hij.

"Het gaat slecht. 
Het gaat slechter dan slecht,"
Zuchtte ze.

Hij stond daar maar, 
Totaal van zijn sokken geblazen.
Hij wist nu,
Niet wat hij moest doen.

"Wat is er aan de hand?"
Vroeg hij.
Zij keek op,
Recht in zijn bruine, lieve ogen.

"Dat maakt je toch niet uit,"
Antwoordde ze, 
Terwijl zijn ogen,
Haar betoverden.

"Echt, het maakt me uit,"
Zei hij,
Starend in haar,
Prachtige, blauwe kijkers.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top