Deel 8
We staan voor onze winkel. "Hey Dingus! Wow Wow Wow wacht? Wat?". Ik lach even akward naar Robin. Steve en ik rennen naar achter. "Ook goedemorgen!" Zegt Robin. Ik sluit de achterdeur en kleed mij aan net zoals Steve. Steve begint te lachen. Het steekt aan dus ik begin ook. Er staat altijd een belletje bij de kassa, iemand blijft er maar op drukken. "Hey Dingus, je kinderen zijn er!" Roept Robin. Ik doe mijn Ahoy petje op. Steve doet de 2 raamdeurtjes open. "Again, seriously?!" Zegt Steve. Ik kijk ook naar voren. En daar staan, Max, Mike, Lucas en Will. Ik zucht. Steve, de kinderen en ik lopen via achter naar de bioscoop. "En jullie weten het!" Zegt Steve. Mike zucht, "ja ja, dit kan je dood worden!". Ik lach. "Veel plezier kinderen!". Ik pak Steve zijn hand en trek hem mee naar voren. "Dus hoe kwamen jullie in een badjas?" Vraagt Robin. Ik lach, "verslapen". Robin knikt heel langzaam. "Ja Okay, tuurlijk". Ik ga even zitten op het vensterbankje bij de raamdeurtjes. Robin kijkt mij aan. "Je weet dat jij nu aan de kassa moet staan want ja.." zegt Robin tegen mij. Ik zucht en rol mijn ogen. "Maar Robin je weet dat als ik aan de kassa gaat staan dat Steve dat niet leuk vind" zeg ik. Robin knikt, "jap dat weet ik". Robin loopt naar achter. Ik ga aan de kassa staan. Een groep jongens komt aanlopen. "Ahoy jongens, nog een ijsje op bananensplit?" Vraag ik. Ze lachen, 1 jongen leunt naar voren. "Wij willen graag een bananensplit. Extra gespleten" lacht hij. Ik rol mijn ogen. "Oh ja kunnen we misschien nog wat voorproeven?" Vraagt een ander. De jongen plakt zijn hand aan die van mij. "Even gast, als jij niet van mij afblijft. Bijt ik al je vingers er af en geef ik het aan een varken zodat je nooit meer met je gore tengels aan mij zit Okay. Begrepen?" Zeg ik boos. Achter mij hoor ik de klapdeurtjes open gaan. "Problemen?" Vraagt Steve die uit het raampje springt. "Nee hoor. Het graat helemaal goed hier. Weet je laat die bananensplit maar" zegt de jongen. Ze lopen gelijk weg. Steve draait mij om. Ik lach, "wat is er met die lach?" Vraag ik. Steve lacht en geeft een kus op mijn wang. Ik hoor een soort flits. De lichten vallen uit. "What the?!" Zegt Robin. "Het is vast een storing bij de kern ofzo" zeg ik. Steve loopt naar de lichten toe en probeert het aan te doen. "Steve, de lichten vallen uit en jij denk dat het zo weer aan gaat" zegt Robin. Ik zucht en rol mijn ogen. "Ja je weet het nooit" zegt Steve. Na enkele seconde gaat het licht weer aan. "Ik zei het toch". Ik voel weer kippenvel in mijn nek. Ik sluit mijn ogen en zie Billy, het is nacht daar en heel erg donker. Zijn auto is kapot. En dan voel ik erge pijn en angst. "Charlie? Charlie?" Billy komt op mij af lopen. "Charlie!" Brult iemand. Ik schik wakker. Het is Robin. "Sorry ik was even... ik..." zeg ik en ik loop weg. Naar Steve. Hij was bezig achter. "Steve.. ik moet je wat vertellen" zeg ik.
"Dus jij zegt dat je kippenvel voelt in je nek, je licht in je lichaam word en dingen ziet als je je ogen sluit?" Vraagt Steve. Ik knik. "Heb je die walkietalkie nog?" Vraagt Steve. Ik knik en pak het uit mijn tas. "Hey iemand, Mike, Lucas?" Roept Steve. Na een minuut hoor je iemand, "ja..? Wie is dit? Over" vraagt iemand. "Steve, We hebben Will nodig" zegt hij. Ik zucht en wrijf in mijn nek. "Okay ik ben Mike, we komen er aan via achter" zegt Mike. Ik ga zitten aan een tafeltje en probeer mijn ogen open te houden. Steve rent al naar de bioscoop via achter. Mijn ogen sluiten langzaam. Waar ik ben is het donker en mistig. Het ziet er niet uit als je buiten bent. Ik de verte staat iemand. "Hallo?" Roep ik. "Wie ben jij!". Het persoon verroerd zich niet. Ik zet wat stappen naar voren. Het lijkt op een vrouw. Een meisje. Ze draait toch om. Ik schik mij dood. "Wie ben jij en wat doe jij hier!" Brul ik. Ze loopt naar voren. "Hij is er! Hij is er! Hij is er" herhaald ze. Toen ze uit de schaduw liep zag ik het. Het is mijzelf. "Hij is er! Hij is er!" Herhaald ze weer. "Wie is er?" Vraag ik. Achter haar komen meer figuren aanlopen. Ze beginnen allemaal hetzelfde te zeggen. Ik schik wakker. "Hij is er!" Fluister ik. Ik voel een hand op mijn schouder. "Wat zei je?" Vraagt Max. Ik zucht, "hij is er". Will kijkt mij verschikt aan. "Wie is er?" Vraagt hij. Ik knipper met mijn ogen. "Ik.. ik weet het niet". Mike kijkt Lucas en Max aan en dan kijken ze weer naar mij. Will kijkt een beetje zenuwachtig en bang. "Vertel eens wat er aan de hand is. Dus hoe je je voelt dan enzo" zegt Will. Ik kijk naar de grond en dan weer naar hun, "ik voel kippenvel in mijn nek. Ik voel dat ik zo naar de grond kan zakken. Ik voel pijn van andere, en kou. Hele erge kou. Ik kan eigenlijk niet slapen want dan heb ik nachtmerries die echter voelen van ooit. Ik sluit mijn ogen en dan ben ik ergens anders. Het is dan donker, mistig en klam. Voor deze aanval toen ik mijn ogen dicht deed zag ik Billy. Hij was ergens, het was donker en hij was angstig en boos. Ik voelde zijn pijn. Maar net zag ik mijzelf op precies dezelfde plek als eerst" zeg ik. Will kijk Mike aan, "the upside down". Mike knikt. "Je moet naar Eleven gebracht worden" zegt Lucas. "Eleven?". Ik kijk hem raar aan. Will wrijft in zijn nek. "Komop Charlie, je moet opstaan" zegt Steve. Hij helpt mij met opstaan. Mijn benen trillen helemaal.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top