hoofdstuk 48

Ik loop rustig naar boven over de bruine trappen. Ik ga Galdor ontlopen.. voor een tijdje.. ik kom aan bij een bruin pad. Ik loop over het bruine pad naar de troon. De troon staat op een soort bruin platvorm. Om het platvorm heen zit een lage rand van steen en staan een aantal pilaren die bogen vormen. Er staan een aantal wachters op het platvorm. Op het platvorm staat de troon. Je moet er heen via een trap gemaakt uit een boomstam. De boomstam loopt helemaal achter de troon door. Thranduil zit op een soort houten stoel in de boomstam. Achter hem steken twee geweien uit. Ik loop rustig het platvorm op. Thranduil draagt een zilveren broek met een zilver jasje met een plaid die over de leuningen van zijn troon hangt. Hij draagt ook twee ringen. Hij draagt een kroon gemaakt van takjes. Hij heeft zich omgekleed. Ik kniel neer voor de koning. 'U wilde me spreken.' Zeg ik. 'Ja..' hij gebaard dat ik op mag staan. 'Ik wilde mijn excuses aanbieden. Ik zag en wist niet dat je de dochter van mijn zoon, Legolas, was. Als ik dat had geweten had ik nooit gezegd dat je moest gaan.' Zegt hij. 'Het geeft niks. Ik had waarschijnlijk precies het zelfde gedaan als ik u was.' Zeg ik. 'Ik ben blij dat je mijn excuses aanvaart. Ik wil je iets geven.' Zegt hij. Hij staat op en loopt langzaam naar beneden. Een van de wachters loopt naar mijn toe en geeft hem een zwaard in een ijzeren schede. Thranduil loopt naar me toe en geeft me het zwaard. Ik haal het zwaard voorzichtig uit de schedel een dun, ijzeren zwaard komt tevoorschijn. In het midden staat een krul van diamanten. Het is een licht zwaard. 'Ik hoop dat alles goed is.' Zegt hij. 'Uum.. Bedankt maar dit kan ik niet aannemen.' Zeg ik. Ik stop het zwaard terug in de schede. 'Je zult moeten.. ik neem hem niet terug.' Zegt hij. Hij gaat weer op zijn troon zitten. 'Dankuwel.' Zeg ik nogmaals. 'Graag gedaan.' Zegt hij. Ik loop met de schede in mijn hand weer terug over het pad. Ik loop over de bruine trap richting de kelder. Onderweg kom ik Legolas tegen. 'Wat heb je daar?' Vraagt hij. 'Een zwaard. Gekregen van Thranduil.' 'Mag ik eens kijken?' Vraagt hij. Ik geef hem een zwaard. Hij pakt hem aan met zijn vingertoppen en bekijkt hem goed. 'Dit is een Elfen zwaard. Gemaakt door mijn voorouders. Je hebt echt geluk dat je zo'n zwaard hebt gekregen.' Zegt hij en hij glimlacht. Hij geeft het zwaard terug. Ik haal mijn oude zwaard en schede van mijn riem af. Ik maak mijn nieuwe zwaard en schede vast. 'Ik ben blij dat je nog leeft.' Zegt hij en hij glimlacht. 'Tári!' Hoor ik achter me. Celebriän, Lúthien en Inwë komen aangerend. Ze buigen voor Legolas 'Ga je mee naar buiten?' Vraagt Celebriän. 'Ja is goed.' Zeg ik. Ik lach een keer naar Legolas en loop dan met de meiden mee. We lopen over het bruine pad naar de poorten. De meesten lichamen zijn al opgeruimd. Tauriel loopt naar me toe. De Elfen buigen. 'Ik hoorde dat je iets had gekregen.' Zegt ze. Ik knik. 'Je hebt veel geluk. Ik heb net even met Legolas overlegd want je kent de Elfen taal niet, je weet niet hoe je moet boogschieten en je zou ook nog wel wat training met je zwaard kunnen gebruiken. We willen je heel graag trainen.. tenminste als jij dat goed vind.' 'Graag.' Zeg ik. 'Mooi zo. Ik denk dat Inwë, Celebriän en Lúthien je ook wel kunnen helpen.' Zegt ze. De meiden knikken. 'Nou dan is dat afgesproken.' Ze glimlacht, draait zich om en loopt weg. De meiden trekken me mee richting de poort..

Heey een nieuw hoofdstuk. Weer een half plaatje....

Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top