hoofdstuk 26
Een koud briesje gaat langs mijn gezicht. Ik ril. Het is koud.. het is ook stil... het enige dat ik hoor is Tom ' s gesnurk en het huilen van de wind. Ik open mijn ogen. Het is nog donker. Ik kijk naast me. Tom, Galdor en Pallando slapen nog. Ik sta op en pak een borsteltje uit de tas. Ik kam mijn haren en ga in het hoge gras liggen. De zon komt langzaam op. De mooie oranje zon komt op. Ik zucht. Hoe lang zijn we al onderweg? Ik heb serieus geen idee.. 'Goedemorgen.' Hoor ik Pallando zeggen. 'Goedemorgen.' Zeg ik en ik sta op. Pallando loopt naar Galdor en prikt een paar keer in zijn zij. Hij schiet overeind. Ik lach en loop naar Tom. Ik schud hem door elkaar. Hij opend chagrijnig zijn ogen en komt overeind. Hij staat zuchtend op. Ik haal wat brood uit de rugzak en deel stukjes uit. 'We gaan. We komen aan als het donker is.' Zegt Pallando en hij loopt richting een klein bergpaadje dat omhoog gaat. We lopen hem achterna. Samen lopen we naar boven. Het uitzicht wordt steeds indrukwekkender en de temperatuur gaat steeds meer omlaag. Het pad wordt steeds steiler. Ik kom nog maar met moeite omhoog. Ik zucht. 'Waarom moet het nou weer zo steil zijn..' zeg ik. Galdor lacht. 'Het wordt nog veel steiler.' Zegt hij. Ik zucht nog dieper. We lopen rustig verder. We hebben geen haast. Dan komen we aan op een vlak stukje. Ik sta even stil en kijk naar het prachtige uitzicht. In de verte zie ik Gondor en nog wat andere bergen. Iemand tikt me aan. Ik draai me om. Het is Galdor. 'Kom je? We moeten nog een stuk.' Zegt hij. Ik knik. We lopen verder omhoog. Dan lopen we ineens in een dikke laag sneeuw. De temperatuur is enorm omlaag gegaan. Ik bibber van de kou. Het begint ook al langzaam donker te worden. 'Hoe lang nog?' Vraagt Tom. Zijn tanden klapperen hevig op elkaar. 'Ik denk dat we even een grot op moeten zoeken en morgen verder moeten gaan.' Zegt Pallando. We lopen nog een stukje verder tot we bij een grot aankomen. Ik kijk naar binnen. Twee grote, grijze en lelijke wezens zitten in de grot. Ze hebben rotten tanden en zien er erg gevaarlijk uit. 'Wat zijn dat?' Vraag ik. 'Cave-Trolls.' Zegt Pallando. 'Grote Trolls die in grotten leven van bijna elke berg in Middle Earth.' Zegt hij. 'Wat nu?' Vraagt Tom. 'Naar binnen gaan.' 'En dan?' Vraagt Galdor. 'Zorgen dat ze weg gaan.' Zegt hij. 'Maar Pallando.. Deze grot is van hun en niet van ons..' zeg ik. 'Fout. Deze grot is van de berg. Niet van hun.' Zegt hij. Hij loopt langzaam naar binnen. Even is het doodstil. Dan hoor ik wat gefluister en daarna een harde brul. We rennen naar binnen. Pallando gebruikt zijn staf tegen de Trolls. Fel licht komt uit de staf die hij naar de Trolls schiet. Ik pak mijn zwaard. Een Troll haalt met zijn grote hand uit. Ik spring aan de kant en steek mijn zwaard in zijn hand hij trekt zijn hand snel terug. Ik klim op zijn grote, vieze rug. Hij schud me er af. 'Kid. Gewone zwaarden helpen niet. Zelfd Elfen blades hebben geen effect.' Zegt Galdor. Ik sta op. 'Wat hebben we dan nodig?' Vraag ik terwijl ik een hand ontwijk. 'Zonlicht.' Zegt Pallando. 'De zon is weg. Het is al pikkedonker buiten.' Zegt Tom. Hij zit op de rug van een Troll. Hij springt er af. Pallando loopt naar buiten. 'Hmm.. Dit moet werken..' zegt hij. Hij steekt zijn staf in het plafond van de grot. Een stuk steen valt naar beneden waardoor de opening van de grot nog groter is. Ik zie nog een klein stukje van de zon. Licht valt de grot binnen. 'Aah! Het brandt!' Schreeuwt een van de Trolls. Huh? Ik wist niet dat ze konden praten.. langzaam veranderd de huid van de Trolls in steen. Ik klop om de inmiddels versteende Trolls. Super hard. 'De grot is van ons.' Zegt Tom en hij gaat op de grond zitten. 'Bijna je.' Zegt Pallando terwijl hij naar een van de Trolls loopt..
Heey een nieuw hoofdstuk. Sorry dat het zo lang duurde.. inspiratie weg.
Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top