hoofdstuk 16

Ik word wakker van een druppel die mijn gezicht raakt. Ik hou mijn ogen dicht en probeer door te slapen. Nog een druppel. En nog een. En nog een. Ze komen steeds sneller echter elkaar. Ik open mijn ogen. Ik rits mijn slaapzak open sta op. Ik kijk door de deur opening naar buiten. Ik zie dat het regent. De druppels komen door het dak van stro naar beneden. Ik kijk naar Tom. Hij opend zijn ogen en gaat rechtop zitten. Hij veegt een regendruppel van zijn neus en staat op. Hij kijkt naar buiten. 'Fijn dit... moeten we nou door deze regen gaan lopen?' Vraagt Tom chagrijnig. 'Waarschijnlijk wel.' Ik loop naar de rugzak en pak er een klein borsteltje uit. Ik kam mijn haren en trek mijn laarzen aan. Tom pakt wat brood en begint met eten. 'Tom. Geef mij ook eens een stukje.' Zeg ik. Hij zucht en geeft me de helft van het broodje kaas. Ik eet het snel op en loop dan naar mijn slaapzak. Ik rol de slaapzak op en stop hem in de rugzak. Ik loop naar een kapotte spiegel die aan de muur hangt. Ik haal wat plukjes haar naar achteren en maak een vissengraat. Ik zet mijn capuchon op. Tom pakt de rugzak. 'Klaar voor?' Vraag ik. 'Ja.' Zegt Tom. We lopen naar buiten. De regen waait in mijn gezicht. Ik heb het ijskoud. 'In welk huisje zitten Galdor en Pallando?' Vraag ik aan Tom die nu al doorweekt is. 'Uum. Ik dacht in de oude bakkerij.' Serieus de oude bakkerij.. die is aan de andere kant van het dorp.. ik zucht. We lopen verder. De zandpaden zijn veranderd in modderpaden. Mijn laarzen worden helemaal vies. Na een tijdje komen we aan bij de oude bakker. Het is een groot stenen huis. Ook weer met een dak van stro. We lopen naar binnen. Ik zie een stenen oven in de hoek van de kamer staan. Ook staan er grote rekken waar brood in hoort te liggen. Galdor en Pallando zitten op twee boomstronken. Ze zijn er al helemaal klaar voor. 'Goedemorgen.' Zeg ik. 'Goedemorgen.' Antwoorden ze. 'Laten we maar gaan.' Zegt Tom. Galdor en Pallando staan op. We lopen het huisje uit. Het regent nogsteeds. Wel net iets minder dan net. 'Bah.. ik haat regen.' Moppert Galdor. 'Wie niet.' Zeg ik. Hij haalt zijn schouders op. We lopen over een modderpad, het dorpje uit. Weer lopen we door een grote grasvlakte. 'Waar gaan we nu heen?' Vraagt Tom na een tijdje. 'The path of Hard.' Zeg ik. 'Ja dat klopt. Dat pad lijdt naar Harad.' Zegt Pallando. 'Wat is Harad?' Vraagt Tom. 'Harad hoorde ook eerst bij Gondor. Nu is het verlaten.' 'Aha..' zeg ik. Na een tijdje wordt het weer droog. De grijze wolken drijven langzaam weg. De blauwe lucht komt weer tevoorschijn. De zon schijnt weer. Mijn kleren drogen al langzaam op. Ik doe mijn capuchon af. Na een tijdje beginnen bergen zich te vormen. Het zijn grote bruine bergen. Na een tijdje komen we bij een zandpad aan. 'Dit is The path of Harad. We moeten hem volgens het rijmpje helemaal volgen.' Zegt Pallando. 'Rijmpje?' Vraagt Galdor. 'Ja. Voor we hier naartoe kwamen vonden we een boek met twee kaarten en twee briefjes. De briefjes zijn in het elfs. Op een briefje staat een rijmpje.' Zeg ik. 'Ooow. Oké' We lopen verder over het zandpad. De zon staat hoog aan de hemel. Het is al middag. In de verte zie ik al wat oude huisjes staan. 'We zijn er al bijna! Ik zie de huisjes!' Zeg ik blij. We beginnen wat sneller te lopen. Voor je het weet zijn we er..

Heey een nieuw hoofdstuk. Ik ben super blij dat jullie mijn boek lezen :)

Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top