hoofdstuk 13
'De zon komt op. Wordt wakker we moeten gaan.' Hoor ik Pallando zeggen. Ik lag net lekker te slapen. Ik ga langzaam recht op zitten en gaap. Tom ligt nog te slapen. Hij snurkt. Ik rits mijn slaapzak open en ga staan. Ik rek me uit en loop naar Tom. 'Wakker worden slaapkop.' Zeg ik. Geen reactie. 'Tom. Slaapkop. Wordt wakker!' Schreeuw ik in zijn oor. Hij schrikt wakker waardoor hij nu recht op in zin slaapzak zit. Ik lach. Hij kijkt me nijdig aan. Ik hoor dat Pallando ook lacht. Ik loop naar onze tas. Ik pak er een klein borsteltje uit. Ik kam mijn haren. Ik pak ook de boterhammen uit de tas. We hebben nog 2 boterhammen met kaas en 2 met chocopasta. Ik pak er een met chocopasta en scheur hem in drie stukken. Ik geef een stukje aan Pallando en Tom. Ik eet mijn stukje op. Ik rol mijn slaapzak op en stop hem in de tas. Ik trek mijn laarzen aan en zet mijn capuchon op. Ik loop naar buiten. De zon schijnt nu al hevig. Er zijn nog een paar kleuren in de lucht te zien. De zon is net opgekomen. Ik loop terug de grot in. Pallando en Tom zijn ook klaar om te gaan. 'Als we even doorlopen komen we als het donker wordt bij Umbar aan.' Zegt Pallando. Tom pakt de rugzak en hijst hem op zijn rug. We lopen de grot uit. Umbar ligt nog best ver weg.. we beginnen te lopen. Ik merk dat ik spierpijn hen van gisteren. 'Pallando? Weet je zeker dat Umbar verlaten is?' Vraag ik terwijl ik langs hem ga lopen. 'Waarschijnlijk wel.' Zegt hij. 'Waarschijnlijk?' 'Ja. Het kan best zijn dat er wat Orks zijn ofzo..' zegt hij. 'Orks? Wat zijn dat nou weer?' 'Nou Orks waren eerst Elfen. De grote, duistere heerser Melkor nam ze gevangen en betoverde ze met zwarte magie. Nu zijn ze met grote aantallen. Ze komen 's nachts uit donkere holen of speciale gebouwen en gaan naar steden en dorpen. Ze vermoorden iedereen en zetten elk huis in brand.' Zegt hij ernstig. 'Oke.. die wil ik dus nooit in mijn hele leven tegenkomen...' zeg ik. Ik ga langs Tom lopen. Hij is uitgeput. Ik pak de rugzak en haal hem van zijn rug. 'Hé. Wat doe je?' Vraagt hij. 'Jij hebt hem lang genoeg gedragen. Nu is het mijn beurt.' Zeg ik terwijl ik de rugzak op mijn rug hijs. Na een tijdje haal ik een boterham met kaas uit de rugzak en twee drink flessen. Ik geef een stukje boterham en een drink fles aan Tom. Ik geef Pallando wat brood. Hij heeft namelijk zelf water. Ik eet en drink wat en stop daarna de water fles terug in de rugzak. Ook Tom stopt hem er in. We lopen nogsteeds. De zon gaat al langzaam onder. De lucht vult zich met mooie kleuren en de zon verdwijnt langzaam achter de horizon. Sterren vormen zich langzaam in de lucht en de maan komt tevoorschijn. Ik zie de toren nu. Hij is hoog en helemaal van hout gemaakt. De toren lijkt op een huis. Om de toren licht water, een soort meer De toren zelf staat op een soort eilandje. We stopen aan de rand van het meer. In de verte zie ik huisjes van hout of steen met daken van stro. 'Laten we maar naar de overkant gaan.' Zegt Pallando. Hij loopt naar een houten bootje dat aan de rand van het meer ligt. We gaan er in zitten en roeien naar Umbar. 'Ik heb een raar gevoel bij deze plek..' zeg ik als we zijn uitgestapt. 'Wat voor gevoel?' Vraagt Tom. 'Ik voel dat we niet alleen zijn...'
Heey een nieuw hoofdstuk. Zijn ze alleen? Of is er nog iemand? Ik heb serieus nog nooit zoveel opgezocht en onderzocht voor een verhaal zoals dit... Gelukkig weet ik al best veel.
Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top