Hoofdstuk 12
'Zeg, we zijn aangekomen Lau en Valerian!' hoor ik TJ roepen. Ik zucht en heb al spijt dat we TJ hebben mee genomen. Voor het gemak trap ik tegen zijn enkel om aan te geven dat hij stiller moet zijn.
'Als je het nog een keer doe dan voer ik jou aan de Crocosaurussen, Grindy's en Piranottes,' sis ik.
'En dat zijn?,' vraagt hij uitdagend. Grrr, ik kan hem wel villen!
'Levensgevaarlijke bloeddorstige monsters van de zee,' zeg ik met een enorme grote grijns. Dan voel ik dat we ergens aanmeren. Ik kom een klein beetje overeind en gluur over de rand. Niks of niemand te bekennen! 'De kust is veilig jongens.'
'Wacht eens, wat zie ik daar in het water bewegen?,' vraagt TJ.
'Waar lijkt het op?,' vraag ik verrast aan hem.
'Op een vis met vlijmscherpe-.'
'Bukken!' gil ik naar hem en schop hem vol onderuit. Geen tel later vliegt er een grote piranha door de lucht.
'Kanonnen, die beesten zijn groot!' roept TJ verontwaardigd uit. Ik trap nogmaals hard tegen zijn enkel, ondanks dat was mijn bedoeling. Nee in plaats van dat trap ik hard in zijn gezicht. Hij kreunt van de pijn.
'Net goed! Moet je je mond maar houden,' zeg ik geniepig.
Bonk!
We schrikken ervan. De Piranottes proberen blijkbaar door de boot te breken. Het geluid houdt de hele tijd aan.
'Op 3 springen we eruit en rennen zo ver mogelijk weg van het water. Begrepen?,' zegt Valerian, die graag uit deze situatie weg wilt.
'Begrepen!' roep ik uit.
'Wat begrepen?,' vraagt TJ verbaasd.
'Bij 3 opspringen, het strand op en weg van het water,' leg ik kort maar krachtig uit.
'1.'
'Wat! Zijn jullie gek geworden!' roept TJ uit.
'2.'
'Dit is gestoord. Tis gevaarlijk!' Ik zucht van het tegengestribbel van TJ.
'3.'
Ik spring op en er vliegt meteen een Piranottes dwars door de boot. Mijn armen zijn strak tegen mijn lichaam gedrukt. Gauw spring ik de boot ui, maar struikel en al met mijn gezicht in het zand.
'Lau!' hoor ik Valerian roepen. Ik til mijn hoofd op en spuug het zand uit mijn mond.
'Alles is in orde,' roep ik naar hem. Ik krabbel gauw overeind en ren weg van het water.
Aangekomen bij Valerian draai ik me om. De Piranottes vernachelen ons bootje. Ik schrik als ik nergens TJ zie.
'Val, weet jij waar TJ heen is gerend?,' vraag ik aan hem.
'Geen idee. Ik denk dat hij nog op het bootje was,' beantwoord hij mijn vraag. Precies nadat hij uitgesproken is klinkt er een gil uit het bos achter ons vandaan. Geschrokken draaien we ons om.
'Dat klonk als TJ! Laten we kijken,' zeg ik en we snellen ons snel het bos in. Ik vraag me af wat TJ nou weer ziet waar hij van schrikt.
We volgen het geluid, dat steeds harder en hoger klinkt. Jemig, TJ klinkt echt als een gillende keukenmeid!
Na ongeveer een minuut of twee komen we aan op de plaats delict. We zien een groot gigantisch beest. Het is een dino achtige.
'Lau, dat is een Crocosaurus. Die zijn levens gevaarlijk,' zegt Valerian. 'TJ valt niet meer te redden.'
'Trouwens, over TJ gesproken. Waar is hij?,' vraagt ik aan hem.
'Voor de-' begint hij, maar wordt ruw onderbroken door hard geschreeuw. Ik kijk op en zie de Crocosaurus naar voren buigen. Hij maalt met zijn kaken en is duidelijk aan het genieten van hetgeen wat hij in zijn mond heeft gepropt. Pas als het geschreeuw is weggestorven is het misselijkmakend geluid van krakend botte te horen, en ik krijg er de rillingen van.
Opeens krijg ik het schokkende beeld van een afgekloven hoofd die uit de bek van de Crocosaurus te zien, gevolgd door een spoor aan bloed wat op de bomen valt en zich verder over de grond verspreid.
Het is TJ's hoofd.
Ik gil luid en ga nog net niet over mijn nek.
Hij is net uitgesprongen of de Crocosaurus draait zijn hoofd om. Het lichaam van de dode TJ slingert mee met de beweging. Allebei schrikken we en de Crocosaurus draait zijn lichaam om. Zijn staart komt hard tegen een boom. Het deert het gigantisch beest niets. 'Rennen!' roept Valerian uit.
De Crocosaurus komt in beweging. Ik draai me met een ruk om en begin te rennen. Achter me hoor ik Valerian rennen. De grond onder mijn voeten trilt en de bomen langs het pad beven.
We rennen dieper het bos in en het word donkerder in het bos. Het pad is opgehouden, waardoor we nu over onverharde grond rennen. Ik glibber hier en daar wat weg, maar ik weet me staande te houden.
'Lau, kijk daar! Een hangbrug!' roept Valerian, die naast mij is komen rennen. Hij hijgt zwaar.
'Kom op Val, houd nu nog niet op!' roep ik naar hem en voel dat mijn benen moe worden.
We komen aan bij de hangbrug en rennen zonder na te denken de brug op. Ik wil me omdraaien en kijken of de Crocosaurus ons wel volgt, maar Valerian duwt me vooruit. De brug schud heen en weer door ons. We zijn op de helft als plots de brug achter ons naar beneden valt. 'Grijp je ergens aan vast!' schreeuwt Valerian.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top