POV Anna

Ik glimlach naar Sander. 'Ook leuk om jou weer te zien Anna.' zegt hij. 'Hoe weet u mijn naam?' stamel ik. 'Ik wist alles, van je betovering en hoe je vader is overleden. Voor dat je vader stierf kon ik goed zaken met hem doen. Sinds ik er achter kwam dat je vader niet meer de koning was, maar Rik. Ben ik uit gaan zoeken wat er is gebeurd. Daardoor wist ik uiteindelijk dat jij betovert was en je vader was vermoord.' zegt Sander. Ik weet niet wat ik moet reageren. 'Klopt het dat je wraak wil nemen op Rik?' vraag Sander. Ik knik. 'U zei voordat ik wegging dat u me zou helpen met uw leger.' zeg ik. Sander tikt op zijn kin en denkt diep na. 'Volgens mij heb ik wel zoiets gezegd.' zegt hij. 'Laten we over een aanvalsplan overleggen in mijn vergader zaal.' Ik knik en loop, met behulp van Thomas en Maik achter hem aan.

We komen aan in een grote ruimte met een lange tafel waar een kaart op uitgevouwen is. Het is een kaart van de oversteek van Salamanderland naar Makkanium. Op de kaart staan al allemaal stipjes aangegeven. 'Wat betekenen die stipjes?' vraagt Neville. 'Die stipjes zijn mijn leger, op dit moment houden ze zich schuil in de bossen van Makkanium.' zegt Sander. 'Ze wachten op mijn teken voordat ze mogen aanvallen.' 'Wat is het teken dan?' vraag ik. 'Jij.' zegt Sander. 'Hoe bedoelt u?' vraag ik. 'Als jij daar over een paar dagen fris en fruitig heen gaat, zullen zij je helpen om de stad van Rik in te nemen.' Ik knik als teken dat ik het begrijp. 'Natuurlijk is mijn leger niet sterk genoeg, dus ik heb ook jullie hulp nodig.' zegt Sander en hij kijkt in het rond. 'Zouden jullie ook mee willen vechten?' Iedereen denkt diep na. 'Ik help sowieso.' zeggen Maik en Thomas tegelijkertijd. Na hun stemt de rest ook direct in. 'Mooi.' zegt Sander. 'Kom maar met mij mee, dan breng ik jullie naar de train ruimte.' Iedereen knikt en loopt met Sander mee. Ik wil ook opstaan maar ik word tegengehouden door Maik en Thomas. 'Je moet uitrusten.' snauwt Thomas naar me. Ik rol geïrriteerd met mijn ogen. 'Doe het nou maar.' zegt Maik. Ik zucht diep maar voel de vermoeidheid dan ook weer toenemen. Ik geef me er maar bij toe en blijf in de stoel zitten. Thomas en Maik knikken tevreden en lopen ook achter Sander aan.

POV Janique

De trainingsruimte is groot en gevuld met allemaal objecten waar je messen naar toe kan gooien. Ook zijn er schietruimtes voor mensen met een pijl en boog en je hebt een andere schietruimte voor mensen met pistolen en geweren. 'Wow!' roept Mia. 'Dit is echt geweldig. Ze rent direct de hele ruimte rond om te kijken wat ze als eerst wil gaan doen, uiteindelijk blijft ze staan bij de schietruimte voor pistolen en geweren. Ik denk diep na wat ik wil gaan doen en zie in mijn ooghoeken dat Meine naar de objecten toe loopt. Mijn keuze is gemaakt, ik ga objecten bekogelen met messen. Ik loop naar de messen toe, maar struikel per ongeluk en val op een voorraad objecten. Ik gil het uit van de pijn. Ik voel dat iemand me bij mijn arm pakt en me optilt. Ik draai me om en kijk in de ogen van Meine. 'Gaat het een beetje?' vraagt hij. Ik knik en voel mijn wangen warm worden omdat hij mijn arm maar niet loslaat. Ik schud zijn arm los en sta op. Snel loop ik bij hem vandaan.

POV Anna

Celeste komt naar me toegelopen en kijkt me gemeen aan. 'Je had zeker gedacht dat ik nooit vrij zou komen.' zegt ze met een geniepig lachje. 'Maar je had het fout. Ik ben vrij en mijn heksen leger en ik hebben heel Salamanderland al overgenomen. Het is nu tijd dat ik Makkanium weer van je zal overnemen, in de naam van Rik!' Ik kijk haar angstig aan. Dan slaat ze met haar bezem op mijn hoofd. Een gemene lach verlaat haar mond en dan word alles stil en zwart.

Ik schrik overeind. 'Oh gelukkig, het was maar een droom.' zeg ik tegen mezelf. Ik ben al weer een heel stuk opgeknapt. Ik voel me zelfs zo goed dat ik zin heb om een kijkje te nemen bij de trainruimte. Langzaam kom ik overeind uit de stoel, eventjes voelen mijn benen zwak. Waarschijnlijk ben ik het gewoon niet gewend om op twee benen te lopen. Als ik helemaal overeind sta voel ik een nies omhoog komen. Ik nies hard en zie dan vuur verschijnen. Huh, hoe kan dit? Zouden het na verschijnselen zijn? Met deze vragen in mijn hoofd loop ik naar de trainruimte.

Bij de trainruimte is iedereen hard aan het trainen, een groepje traint bij pijl en boog schieten, een groepje traint bij messen gooien en weer een ander groepje traint bij schieten met messen. Thomas leert Maik hoe hij zijn toverkracht goed kan benutten. Ik loop naar ze toe. Thomas kijkt me verbaasd aan als hij me aan ziet komen lopen. 'Waarom ben je niet meer in de stoel?' vraagt hij. Ik rol met mijn ogen en zeg dan: 'Ik was wel klaar met slapen en wou graag hier even kijken.' Thomas trekt zijn ogen tot spleetjes en kijkt me doordringend aan. 'O, ja..' zeg ik dan. 'Ik wou weten waarom er nog vuur uit mijn neus komt als ik nies. 'Uhm... geen idee. Als het goed is zou dat allemaal weg moeten zijn.' zegt Thomas. 'Hm... vreemd.' zeg ik en ik tik tegen mijn kin. Thomas denkt ook diep na. 'Focus je eens op het zijn van een draak.' zegt hij na een tijdje denken. Ik knik en focus me op het zijn van een draak. Dan begint mijn lichaam weer door de lucht te zweven. Ik begin weer rondjes te draaien en voel dat ik langzaam verander. 'Wow.....' zeggen Maik en Thomas als ik weer op de grond sta. 'Je bent weer een draak.' zegt Maik. Ik kijk naar omlaag en zie weer twee poten met scherpe klauwen. 'Betekent dit dat ik van mens naar draak kan gaan wanneer ik wil?' vraag ik met een grijns. Thomas knikt. 'Gaaf!' roep ik. 'Anna, dit is geweldig!' roept Sander en hij komt voor me staan. 'Als jij met de aanval nou eens een paar van onze mensen over de muur heen vliegt en dan het kasteel binnenstormt als draak, kunnen we Rik Makkum makkelijk verslaan.' 'Ik vind het goed.' zeg ik. Dan denk ik weer aan het zijn van een mens en verander ik terug. Direct voel ik me weer zwak worden. 'Dit vereist alleen wel super veel energie.' zeg ik en ik zucht. 'Anders rust je een paar dagen uit en oefenen we met de transformatie waardoor het beter zou gaan en je jezelf niet zo moe voelt.' zegt Sander. Ik knik en ga dan op de grond zitten. Ik kijk naar hoe iedereen traint.