POV Patrick

'Wakker worden!' schreeuwt Meine in het rond. 'We moeten verder!' Ik kom geïrriteerd overeind. 'Meine, hou je mond!' zeg ik en ik ga weer liggen. Ook de rest is door Meine zijn geschreeuw wakker geworden. Mia zucht. 'Aangezien ik nu toch wakker is, kom ik maar mijn bed uit.' mompelt ze en ze staat op uit haar bed. Veel mensen volgen haar. Ik blijf in mijn bed liggen en probeer weer te slapen, maar ik krijg het koud want iemand heeft namelijk mijn deken van mij afgetrokken. Ik kom overeind en kijk in het geniepige gezicht van Maik. 'Kom nou maar uit bed.' zegt hij en hij helpt me overeind. Ik zucht en stap dan maar uit bed.

Als we niet veel later ons allemaal hebben klaar gemaakt, lopen we naar Anna toe. Ze ligt nog vredig te slapen in de vieze modder. Haar schubben glanzen door het zonlicht dat er op wordt weerkaatst. Meine loopt naar haar toe en probeert haar voorzichtig wakker te maken. Ze opent haar ogen en kijkt een tijdje verbaasd om zich heen. 'Huh... wat?' mompelt ze. 'We willen graag verder gaan.' zegt Meine. 'Oh is goed.' zegt Anna. Ze staat langzaam op en begint dan te lopen. 'Wacht!' roept Janique. 'We weten nog niet eens in welke richting we moeten!' Ze heeft gelijk dus ik knik. 'Dan kijken we op de kaart die we van Sander hebben meegekregen.' zegt Ruben. 'Die zat toch in de auto?' vraagt Mia. 'Ja, dat klopt maar ik heb hem er weten uit te halen voordat de auto ontplofte.' zegt Ruben en hij kijkt trots. Mia zucht en geeft zichzelf een 'face palm'. Ruben pakt de kaart uit zijn zak en gaat ermee in het midden staan. Hij opent de kaart en we kijken er allemaal goed op. 'We zijn nu hier ergens.' zegt Maik en hij wijst naar een bos midden op de kaart. 'En daar ligt pas zee.' zegt ik en ik wijs naar de rechterhoek onderaan de kaart. 'Dat is nog best wel ver.' zegt Ruben en hij zucht. 'Had je maar niet de auto's moeten vernietigen!' sis ik hem toe. Hij kijkt me met zo'n blik aan van: 'Stop er nou eens over'. 'Laten we maar vertrekken.' zegt Janique. 'Het is namelijk nog best wel ver.' Iedereen stemt op haar in. Dus nu lopen we richting de zee.

POV Reinout

Ik zucht diep omdat we alweer het spoor van de Rode Draak zijn kwijtgeraakt. Het is nu al de derde keer in nog niet eens drie dagen. Dit is echt een enorme teleurstelling. We lopen nu door het bos wat dichtbij het dorp dat in de fik stond ligt. Volgens een man was de Rode Draak namelijk daarin gevlucht samen met wat jongeren. Op een gegeven moment komen we aan bij iets wat lijkt op een net die in de boom is gespannen. Ik weet zeker dat dit net is gebruikt door de jongeren om wild te vangen. 'We moeten het die kant op!' roept ik zelfverzekerd en ik wijs naar voren. 'Oké dan.' zegt Pieter en we lopen weer door.

Niet veel later komen we aan in een klein dorpje waar allemaal kleine mannetjes rondlopen. We lopen het dorp rond en gaan naar het grootste huisje. We kloppen aan en een jongen met blond haar en blauwe ogen doet open. Hij kijkt ons verbaasd aan. 'Is hier misschien een Rode Draak langs geweest?' vraag ik alsof het de normaalste zaak van de wereld is. 'Ja....' zegt de jongen vertwijfeld. 'Weet je waar ze heen is gegaan?' vraagt Pieter. 'Ze gingen naar zee....' zegt de jongen nog steeds vertwijfeld. 'Oké, bedankt.' zeg ik en ik draai me met een ruk om. 'We moeten dus naar zee.' zegt Pieter. Ik knik.

POV Yarnick

We hebben al een uur door het bos gelopen en zijn nu aangekomen bij een grote, kale oppervlakte. We lopen de oppervlakte op. Plots horen we vanuit de lucht mensen naar ons schreeuwen. Ik kijk omhoog en zie vrouwen op een bezem over ons heen vliegen. De vrouwen dragen een vreemde klederdracht en ze hebben een punthoed op. 'Heksen....' zegt Janique met angst in haar stem. Anna's gezicht betrekt naar het horen van het woord heksen. 'We moeten hier weg!' roept ze en ze begint te rennen, maar ze wordt gestopt door een heks die een korf op haar bek doet en twee andere heksen die haar poten vast binnen. Ze valt op de grond en jammert zachtjes. 'Dit is niet goed.' zeg ik en net zoals de rest begin ik ook te rennen. Eén voor één worden we gevangen genomen door de heksen. Als ik uiteindelijk ook gevangen word genomen door een heks komt ze voor me staan en spuit ze een vaag goedje in mijn gezicht. Alles wordt zwart.....

POV Janique

Langzaam open ik mijn ogen. Ik kan me niet meer herinneren wat er is gebeurd. Het enige wat ik me kan herinneren is een vaag goedje dat in mijn gezicht werd gespoten. Ik open mijn ogen helemaal en kijk om me heen. Ik zie dat ik gevangen zit in een cel. Naast me liggen Meine, Mia en Neville en Ruben. Ik kijk door de tralies en zie in de cel tegen over mij Maik, Yarnick, Patrick, Brian en Marnix liggen. Waar zijn we? Waarom zitten we gevangen? En de belangrijkste vraag: waar is Anna? Ik zie dat de andere mensen bij mij in de cel en in de cel tegenover me ook langzaam wakker worden. Net zoals ik deed, kijken ze verward om zich heen. Niet wetend waar ze zijn.

POV Celeste

Ik zit in een stoel languit tv te kijken. Sinds mijn man de koning is van Makkanium is mijn leven perfect. En sinds de afgelopen dagen is het nog beter! Mijn zonen zijn op jacht naar de Rode Draak dus ik heb geen last van hen. Ik sta geïrriteerd op als ik de telefoon hoor gaan. Ik loop naar de telefoon toe en neem op. 'Met Celeste.' zeg ik. 'Hé sis!' hoor ik vanaf de andere kant van de lijn. 'Ik heb goed nieuws voor je.' Ik knipper met mijn ogen. Ik kan het niet geloven, mijn heksen zus belt me! 'Wat is het goede nieuws?' vraag ik. 'We hebben de Rode Draak te pakken!' zegt mijn zus. 'Wat?!?' vraag ik vol ongeloof. 'De Rode Draak? Dat is geweldig nieuws!' 'Ja, dat vonden wij ook.' zegt mijn zus. 'Ik zal direct Reinout en Pieter vertellen dat ze bij jullie is.' zeg ik en zonder dat mijn zus ook maar iets kan terug zeggen hang ik op. Ik zoek het nummer van Pieter op en bel hem. 'Hé mam, waarom bel je?' zegt hij als hij de telefoon heeft opgenomen. 'Ik weet waar de Rode Draak is!' roep ik. 'Waar dan?' vraagt Pieter. 'Ze is bij mijn zus in het heksen dorp, ga er zo snel als je kunt naartoe!' zeg ik en ik hang de telefoon op. Ik ren naar mijn man die in de troonzaal zit. 'Rik, over een paar dagen hebben we de Rode Draak!' gil ik enthousiast.