12 De dwergen


POV Neville

We lopen al een tijdje door het bos, het begint zo langzamerhand donker te worden. 'Moeten we niet een keer stoppen?' vraag ik en ik zucht diep. 'Ja, dat is een goed idee!' zegt Mia. 'Mijn voeten zijn echt kapot.' 'Oké, we stoppen!' zegt Anna. 'Mooi!' zegt Mia en ze ploft neer op de grond. Ik en de rest gaan ook op de grond zitten. 'Dus... wat is het plan voor nu?' vraag ik. 'Laten we de taken verdelen!' zegt Brian. 'Mia, Yarnick, Neville, Patrick en ik gaan jagen. De rest gaat opzoek naar hout en slaapplekken klaarmaken.' 'Oké, doen we!' roept iedereen. En zo ga ik samen met Brian, Mia, Yarnick en Patrick op jacht. 'Ik heb een goed idee voor een val!' roept Mia als we een stuk dieper het bos in zijn. 'Oké, laat maar zien!' zegt Patrick. Mia loopt naar een boom toe en pakt een stuk touw. 'Met dit touw kunnen we een net maken!' zegt ze. 'Oké, doe maar!' zeg ik. Met een snelle beweging heeft ze van het touw een net gemaakt. 'Hoe deed je dat?' vraagt Brian verbaasd. 'Met mijn Mia skills.' zegt ze. Die meid is zo cool! Ik ben blij dat ik nu vrienden met haar ben. Maar zal ik de vrienden zone overleven, of zal het uiteindelijk mijn hart breken. Ik word uit mijn gedachten gehaald doordat Yarnick me aan tikt. Hij wijst naar Mia die druk bezig is met het net ophangen. 'Die meid is goed!' zegt hij, ik knik. 'Ik ben klaar!' roept Mia, ze heeft het net opgehangen aan de boom en helemaal naar de grond getrokken. Als er nu iets op staat, wordt het net direct weer omhoog getakeld. We gaan in de bosjes zitten en wachten tot er iets, of iemand, in het net loopt. Ik hoor geritsel en kijk in de richting waar het vandaan komt. Ik zie een klein figuur onze kant op komen. Hij loopt zo onze val in. 'Yes!' roept Mia. Ze springt uit de bosjes en rent naar het net toe. Ik kom ook omhoog uit de bosjes en zie dan dat er een klein mensje met krullerig blond haar en blauwe ogen in het net zit, in plaats van een dier. Mia kijkt geïrriteerd naar het mensje en begint tegen hem te schreeuwen: 'Sukkel! Waarom ben je zo dom dat je onze val in loopt?' Het kleine mensje kijkt haar verbaasd aan en zegt dan terug: 'Sorry hoor! Maar de meeste dwergen in dit bos gaan er niet vanuit dat er mensen hier komen en ze gaan er al helemaal niet vanuit dat ze dan een val zetten!' 'Wacht, zei je dwergen?' meng ik me in het gesprek. 'Ja!' zegt het kleine mensje. 'Ik ben een dwerg, problemen mee?' Ik stamel een beetje en krijg geen nuttig antwoord uit mijn mond. 'Had die man van vanochtend niet gezegd dat Thomas naar een speciale klus moest hier in het bos. Aangezien hier niemand anders is, alleen maar deze dwerg. Dan zou Thomas hem geholpen moeten hebben.' 'Wie is Thomas?' vraagt de dwerg. 'Ik ben in ieder geval niet Thomas, mijn naam is Erik.' 'Thomas is een tovenaar.' zegt Yarnick. 'Oh, er is vandaag inderdaad een tovenaar bij ons in het dorp geweest.' zegt de dwerg, die dus blijkbaar Erik heet. 'Hij ging op bezoek bij een goede vriend van mij. Ik kan jullie wel naar hem toe brengen.' 'Dat zou fijn zijn!' zegt Brian. 'Maar we zijn wel met meer.' 'Dan gaan die toch ook mee!' zegt Erik. 'Oké, laten we ze gaan halen!' zeg ik. We lopen weer terug naar de rest van de groep.

POV Meine

Maik, Marnix en ik zijn net terug van het hout zoeken. We zien dat Anna, Ruben en Janique klaar zijn met de slaapplekken maken. De groep die voor eten zou zorgen is nog niet terug. We gooien alle hout op een plek neer en Anna zet het in brand met haar vuur. Net wanneer het vuur aan is komen Mia, Neville, Patrick, Yarnick en Brian terug met een klein mensje. Het mensje kijkt met een angstige blik naar Anna. 'O ja, ik was vergeten te zeggen dat we een draak in ons midden hebben.' zegt Neville. 'Oh, is niet erg!' zegt het mini mensje. 'Wie is dit?' vraagt Anna. 'Dit is Erik.' zegt Yarnick. 'Hij is een dwerg die in dit bos woont.' 'Hij kan ons brengen waar Thomas is.' zegt Neville. 'Geweldig!' roept Anna. 'Wanneer vertrekken we?' 'We kunnen nu wel vertrekken.' zegt Erik, de dwerg. 'Maar we hebben net alles gezocht en klaar gezet!' roept Janique en ze zucht. 'Als jullie willen kan ik ook een verblijf plaats voor jullie regelen.' zegt Erik. 'Dat is geweldig!' roep ik. 'Oké, kom dan maar met me mee!' zegt Erik. We lopen met zijn allen achter Erik aan naar het dorp toe.

Niet veel later komen we aan bij het dorp. Het lag ook niet ver van onze verblijfplaats vandaan. Anna blijft een stukje bij het dorp vandaan, ze wil namelijk niet nog een keer onrust zaaien. We lopen achter Erik aan naar een klein huisje in het midden van het dorp. 'Hier woont mijn goede vriend.' zegt Erik. Hij loopt naar voren en klopt aan op de deur. En dwerg van ongeveer zijn leeftijd doet de deur open. Hij heeft lang blond haar en blauwe ogen. 'Jo mattie!' roept hij en hij geeft Erik een boks. 'Wie zijn deze gasten?' 'Dit zijn mensen die je willen spreken.' zegt Erik. 'Ze willen iets weten over de tovenaar die hier is geweest.' 'Oh, oké.' zegt de dwerg. 'Wat willen jullie weten?' 'We willen graag weten waar de tovenaar heen is gegaan nadat hij hier is geweest. Aangezien hij hier nu niet meer is.' zegt Maik. 'Die tovenaar had geen opdrachten meer. Hij zei dat hij vakantie ging vieren. Hij ging ergens aan zee, ik weet niet precies waar.' zegt de dwerg. 'Oh, oké bedankt.' zeg ik. We lopen terug naar Anna.

'En is hij hier?' vraagt Anna als ze ons aan ziet komen lopen. Ze heeft een vrolijke glimlach op haar gezicht. 'Hij was hier.' zeg ik. Haar glimlach verdwijnt direct als sneeuw voor de zon. 'Fijn!' roept ze. 'En waar is hij nu?' 'Hij is ergens aan zee.' zegt Janique. 'Daar hebben we veel aan!' zegt Anna en ze zucht. 'We zoeken morgen wel uit wat we gaan doen.' zegt Mia. 'Ik wil nu wel graag slapen.' 'Oké, slaap lekker!' zegt Anna en ze gaat op de grond liggen. We lopen allemaal naar het huisje dat Erik ons had aangewezen als tijdelijke slaapplek. We nestelen ons allemaal in de bedden en vallen uiteindelijk in een diepe slaap.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top