POV Anna

Ik schrik me een ongeluk als ik zie wat er naast me gebeurt. Mia, Janique en de drie jongens springen uit hun BMW, ze komen terecht in het water onder hen. Ik ga al een beetje omlaag vliegen, maar knal daardoor per ongeluk tegen een boom aan. Ook hoor ik een enorme knal boven me. Allemaal stukken van de BMW vliegen in het rond. De andere BMW waar Meine en de andere jongens in zitten gaat naar beneden toe. Als ik en de andere BMW eenmaal op de grond aan komen, zijn Mia, Janique en de drie jongens pas net het water uit. 'Wat is er gebeurd?' vraag ik. 'Ruben ging op allemaal knopjes klikken en daardoor explodeerde onze BMW!' roept Mia en ze wijst naar de jongen met bruin haar en bruine ogen. Ik zucht diep. 'Gelukkig hebben we die andere BMW nog over, anders zullen we dat hele eind moeten lopen!' zegt Janique. 'Er passen nog maar twee mensen bij ons in de auto.' zegt een lange jongen met bruin haar en bruine ogen. 'Ik ga in de vliegende BMW!' roept een jongen met blond haar en een jongen met bruin haar. 'Oké, is goed!' zegt de lange jongen met bruin haar en bruine ogen. 'Kunnen we misschien een voorstel rondje doen?' vraag ik. 'Is goed!' zegt de jongen lange jongen met bruin haar en bruine ogen. 'Mijn naam is Yarnick.' 'Mijn naam is Neville.' zegt de jongen met donkerbruin haar en blauwe ogen. 'Mijn naam is Patrick.' zegt de jongen met donkerblond haar en blauwe ogen. 'Deze jongen naast mij heet Maik.' Patrick wijst naar de jongen met rood haar. 'Ik ben Brian.' zegt de jongen met blond haar en blauwe ogen. 'Mijn naam is Marnix.' zegt de jongen met bruin haar en bruine ogen. 'Oké, mijn naam is Anna.' zeg ik. 'Laten we maar verder gaan.' Yarnick, Maik, Neville, Patrick, Meine, Brian en Marnix lopen richting de BMW om er in te stappen. 'Ik wil ook graag in de BMW!' roept Ruben. 'Er is geen plek meer.' zegt Yarnick. 'Als ik niet in de BMW kan, dan kan niemand in de BMW!' roept Ruben. Hij rent naar de BMW toe, springt erin en drukt op de knop waardoor de zelfvernietiging wordt geactiveerd. 'Zelfvernietiging geactiveerd.' zegt de auto. 'Nee!' roept Yarnick. 'Kut Ruben!' schreeuwt Brian. 'Waarom doe je dat nou?' vraagt Meine. 'Nu moeten we dat hele eind lopen!' zeurt Janique. 'Kom op mensen!' roep ik. 'Ik zie het dorp al liggen! Het is ongeveer twintig meter lopen!' 'Oh...' zegt Janique. 'Kom op, laten we gaan!' zeg ik. Iedereen sjokt naar het dorp toe. Ruben sjokt achteraan met een verdrietige uitdrukking op zijn gezicht. Waarschijnlijk is hij verdrietig omdat allebei de auto's kapot zijn. Niet mijn probleem, hij heeft het tenslotte zelf veroorzaakt.

POV Reinout

'Waar zijn ze heen gegaan?' vraag ik aan Pieter. 'Ik heb geen idee.' zegt Pieter. 'Hoe kunnen we zo'n groot wezen nou uit het oog verloren zijn?' vraag ik. Pieter zucht. 'Ik heb geen idee.' zegt hij. 'Misschien zijn ze ergens geland....' 'Dat zou kunnen.' zeg ik. 'Laten we maar gewoon rechtdoor blijven lopen.' 'Oké, is goed.' zegt Pieter. Ik zucht en rol met mijn ogen. Man wat is Pieter soms irritant!

POV Brian

Iedereen is boos op Ruben omdat hij allebei de auto's heeft vernietigd. We sjokken nu richting het dorp. 'Mand!' roept Marnix, voor de zoveelste keer. 'Whoooo!' roept Ruben. 'Echt oh mijn god!' zegt Maik. 'Zwijg!' zegt Anna. 'Straks denkt het dorp, wat voor een stel malloten komt daar nou weer aan!' 'Dat denken ze sowieso!' roept Neville. 'Jij bent namelijk een DRAAK!' 'O ja, dat vergeet ik soms!' zegt Anna en ze grijnst, daarna begint haar maag ineens heel erg hard te rommelen. 'Shit, ik heb trek!' sist ze. 'Dan ga je wat eten!' zegt Mia. 'Wat dan? Er is hier niks, alleen maar gras en bomen!' zegt Anna. 'Oh...' zegt Mia. Als we bij het dorp aankomen, worden we raar aangekeken. Waarschijnlijk omdat er ineens een grote draak hun dorp binnen komt wandelen. 'Aaaaaaaaah!' hoor ik opeens iemand schreeuwen. 'Een draak! We gaan allemaal dood, we gaan allemaal dood!' schreeuwt iemand anders. 'Ze doet jullie niks!' roepen Mia, Janique, Meine en ik. De mensen die schreeuwden kijken ons verbaasd aan. Ik negeer het maar gewoon. We lopen naar het grootste huis uit het dorp, er vanuit gaand dat daar de leider woont. 'Is Thomas hier misschien geweest?' vraagt Meine aan de man die voor het huis staat. 'Bedoelen jullie Thomas, die tovenaar die de hele wereld rondreist in zijn trein?' vraagt de man. 'Ja, die bedoelen we!' roept Yarnick. 'Ja, die is hier een paar dagen geleden nog geweest!' zegt de man. 'Waar is hij nu dan heen?' vraagt Meine. 'Hij zei dat hij een belangrijke klus had ergens diep in het bos, hier niet ver vandaan!' zegt de man. 'Oké, dankjewel!' zegt Meine. 'We moeten dus in het bos zoeken!' zegt Janique met een zucht. 'Dat word leuk!' zegt Mia op een sarcastische manier. 'Eén pluspunt!' zegt Ruben. 'We hebben de dikke BMW 's nu niet meer nodig!' 'We moeten dit aan Anna vertellen!' zegt Janique. 'Waar is ze eigenlijk?'

POV Anna

Terwijl iedereen naar het grootste huis toe loopt, hoor ik het. Het mooie geluid van mals vlees! Het geluid is niet ver weg. Ik kan het vlees al ruiken. Ik loop richting het geluid. Daar zie ik een wei met allemaal schapen! Maagje, je zal eindelijk weer gevuld worden! Ik stijg op. Ik vlieg over de wei heen en greep met mijn klauwen naar een schaap. 'Béh!' blaat het arme beest, dat langzaam door mijn scherpe klauwen vermoord word. Ik heb eigenlijk wel medelijden het dier, maar het is nou eenmaal niet anders. Zo is de natuur nou eenmaal. Ik land terug op de grond vlak naast het dorp. Daar begin ik het, nu al dode, schaap op te smikkelen. Ik zie vanuit mijn ooghoeken dat Brian en de rest mijn kant op komen gelopen. Janique kijkt me met een walgende blik aan en begint te gillen. 'Sorry.' zeg ik. 'Ik heb honger en ik ben nou eenmaal een draak.' Mia probeert Janique te kalmeren terwijl de jongens haar spottend aan kijken. 'Thomas is hier niet meer!' zegt Meine om van onderwerp te veranderen. 'Waar is hij dan?' vraag ik geschokt. 'Hij is ergens in het bos, hij had daar een speciale opdracht.' zegt Yarnick. 'Oh oké, dan moeten we het bos in.... Ha.... Ha.... Hatsjuu!' Ik nies super hard richting het dorp. Vuur spuit uit mijn neus en het dorp vliegt in de fik. 'Shit!' sis ik. 'Dit was niet de bedoeling. Laten we maken dat we hier wegkomen!' Ik ren zo hard als ik kan het bos in, gevolgd door de anderen.

POV Pieter

Ik zie in de verte een grote rook pluim. 'VUUR!' roep ik. 'Shit!' schreeuwt Reinout. We rennen naar het vuur toe, daar zien we dat het een heel dorp is die in de fik staat. 'Hoe is dit gebeurt?' vragen we aan een dorpeling die voorbij komt rennen. 'De draak, de draak. We gaan allemaal dood, we gaan allemaal dood!' roept de dorpeling. 'Dus, de Rode Draak was hier!' zeg ik tegen Reinout. 'Dan zijn we dus op het goede spoor!'