13

'Sorry baby, het spijt me echt. Ik werd gewoon zo jaloers omdat je meer met die loser omgaat dan met mij. Ik hou van je, dat weet je toch?'

Ik laat Justins woorden zwijgend tot me doordringen. Hoe vaak heeft hij dit al wel niet tegen me gezegd? Eerlijk gezegd doet het me helemaal niets meer. Hij liegt, is manipulatief en doet precies de dingen die ik niet wil. Misschien moet ik het maar uitmaken, dit keer voorgoed.

Ik haal een hand door mijn haar. 'Luister Justin, ik wil je heel graag vergeven, maar we hebben binnen de kortste keren toch weer ruzie!'

Geërgerd luister ik zijn geklaag aan en ik tik ongeduldig met mijn pen op het wiskundeboek. Justin is al een kwartier lang bezig me ervan te overtuigen dat hij niet zonder me kan, dat we bij elkaar horen en al dat soort onzin. Als hij echt indruk op me wil maken zou hij die woorden recht in mijn gezicht moeten zeggen, niet via de telefoon.

'Maar baby, ik had juist iets speciaals gepland voor morgen!' hoor Justins smekende stem door mijn telefoon zeuren.

'Nou, vertel,' reageer ik zonder veel enthousiasme in mijn stem. 'En waarom nu opeens wel? Pas wanneer we ruzie hebben lijk je je best voor me te gaan doen.'

'Ben je nou echt vergeten welke dag het morgen is?' kreet hij uit. Ik sla ietwat beschaamd een hand voor mijn mond. 'O ja, sorry. Ik heb de laatste tijd veel andere dingen aan mijn hoofd.'

'Dus je onthoudt wel al die onzinnige formules, maar moet eraan herinnerd worden dat we morgen precies een half jaar met elkaar hebben?'

'Het is al zo'n drie keer uit geweest in die zes maanden,' merk ik nuchter op. Hij slaakt een gefrustreerde kreet. 'Ja, dat is wat ik juist probeer te voorkomen! Het is zo zonde om dit weg te gooien. Maar ja, jij zal daar wel weer anders over denken dan ik. Soms denk ik echt dat ik meer van jou hou dan jij van mij. Is dat waarom je nog steeds niet met me naar bed bent geweest? Weet je nog dat je me dat beloofde? Vier maanden geleden?'

Geïrriteerd gooi ik mijn wiskundeboek op de grond en laat me met een diepe zucht achterover vallen op bed. 'Oké Justin, ik vergeef het je. Nu blij?'

Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. 'Uh, mooi. Kan je dat ook misschien met wat meer liefde zeggen?'

'Voorlopig niet. Ik moet gaan, doei Justin.'

'Oké, tot morgen baby, ik hou-' Voor dat hij zijn zin kan afmaken klik ik hem al weg en smijt de telefoon van me weg. Ik raap mijn wiskunde boek weer op en probeer me te focussen op de opdrachten, maar mijn gedachten blijven afdwalen naar Justin. Verwacht hij nou echt dat ik gezellig de halve verjaardag van onze relatie ga vieren terwijl hij zich de laatste tijd als zo'n klootzak heeft lopen gedragen?

~

'Miranda, Nick is er voor je!' hoor ik mijn moeder vanaf onderaan de trap roepen en opgelucht sla ik met een klap mijn aardrijkskundeboek dicht. Ik spring op en gris mijn wiskundeboek van mijn bureau af om het met me mee naar beneden te nemen. Rustig loop ik de trap af en probeer ondertussen het gesprek tussen Nick en mijn moeder af te luisteren.

'Miranda vertelde me al hoe dankbaar ze was dat je haar had geholpen met scheikunde. Nog nooit heeft ze een acht voor dat vak gehaald, dus ze was nogal blij,' hoor ik mijn moeder opgewekt vertellen. Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Uh, hey?'

Mijn moeder kijkt op en glimlacht ongemakkelijk. 'Sorry, ik zal jullie alleen laten.'

Ze loopt weg en ik bijt op mijn lip wanneer Nick me met een grijns aankijkt. 'Je moeder is echt aardig. En ik wist niet dat je me zo dankbaar was?'

'Ach, mijn moeder houdt nogal van overdrijven,' mompel ik. Hij grinnikt. 'Hm...'

'Dus, wil je eerst nog dat wiskunde ding uitleggen? Want ik heb geen zin om dat te doen tijdens de picknick,' vraag ik en hij knikt. Hij loopt mee naar mijn kamer en ploft naast me op het bed neer. 'Vertel.'

~

Nog geen half uur later zijn we al op weg naar het park, om te picknicken. Ik heb veel eten van mijn moeder meegekregen, die vanochtend meteen aanbood om broodjes klaar te maken. Ze was echt razend enthousiast over het feit dat ik met Nick ga picknicken. Volgens mij ziet ze Nick veel liever als schoonzoon dan Justin. Dat weet ik wel zeker, eigenlijk.

'Waar denk je aan?' Mijn gedachten worden onderbroken door Nicks vrolijke stem en ik grinnik. 'O, gewoon.'

'Zo zo, wat een diepzinnige gedachtes weer,' lacht hij en ik knik. 'Echt wel.'

We wandelen samen door het park en ik voel verschillende blikken op ons vallen. In tegenstelling tot een korte tijd geleden, toen ik me nog schaamde om met Nick gezien te worden, doet het me nu niets meer. Ik ben zo blij dat het nu weg is, maar het heeft wel plaats gemaakt voor een ander soort schaamte. Ik besef me nu pas echt wat een erge bitch ik wel niet was.

In een korte periode heeft Nick me totaal veranderd, in een positieve manier. En ik hem ook, want om eerlijk te zijn is hij een stuk aantrekkelijker geworden. En daarmee doel ik zeker niet alleen op zijn uiterlijk. We zijn dan misschien als water en vuur, maar ik heb dat nodig. Ik heb iemand nodig die een even grote bek tegen me durft aan te slaan.

'Hoe gaat het met Justin?' vraagt Nick nonchalant wanneer we onder één van de bomen het picknickkleed hebben uitgespreid. Ik ga in kleermakerszit erop zitten en grijp vervolgens naar het eten om Nick niet te hoeven aankijken. 'O, echt ge-wel-dig.'

Ik zie een kleine lach op zijn gezicht ontstaan. 'Wat vond hij er eigenlijk van dat je met mij zou gaan picknicken?'

'Hij weet het niet eens,' mompel ik. 'Ik wilde hem niet nog jaloerser maken.'

'Dus nu denkt 'ie opeens wel dat hij concurrentie aan me heeft? Jezus, wat kan er veel veranderen in een week.'

'Klopt... Kijk maar naar ons, eerst waren we vijanden en nu eten we samen watermeloen op een kleedje.' We schieten samen in de lach en hij kijkt me met een plagende blik aan. 'Ja, dat herinner ik me nog al te goed. Wat konden wij elkaar elke dag toch weer goed in de haren vliegen.'

Ik knik. 'Gelukkig is dat nu anders. Daar ben ik echt heel blij om.'

Hij glimlacht. 'Ik ook.' Dan wordt zijn gezicht weer ernstig. 'Eh, aangezien ik jou help met school en we vrienden zijn... zou jij me ook misschien willen helpen met iets?'

Ik kijk hem vrolijk aan. 'Ja, hoor! Wat is er?'

Hij bloost. 'Nou, eh, ik vind een meisje leuk. Heb jij misschien tips voor me zodat ik een kans bij haar maak?'

'O ja, sure,' probeer ik te glimlachen, het rare gevoel in mijn buik negerend. 'Nou eh, ik zou gewoon jezelf blijven. En leuke dingen met haar doen, dan valt ze vast voor je.'

Nick knikt. 'Oké, goed om te weten. Het verrast me dat je niet eens vraagt wie het is, trouwens.'

'Dat zijn mijn zaken niet,' mompel ik. Hij kijkt me doordringend aan. 'Natuurlijk wel. We zijn toch vrienden?' Ik ontwijk zijn blik door naar de grond te staren. 'Ja, maar toch.'

'Miranda, is er iets?'

'Nee.'

Hij legt zijn hand op mijn knie. 'Je klinkt somber.' Geschrokken schuif ik opzij. 'Er is niks, echt waar.'

Vlug pak ik een stokbroodje en stop het in mijn mond, alleen maar zodat ik niet hoef te praten. Hoofdschuddend kijkt Nick me aan en begint dan te lachen. 'Soms ben je echt een geval apart, hoor.'

'Dank je,' reageer ik kortaf en hij zucht licht geïrriteerd. 'Ik bedoelde het niet negatief, dat weet je zelf ook wel.'

Ik sla mijn ogen neer. 'Hoe moet ik dat positief opvatten dan?'

'Nou, gewoon. Voor mij ben je uniek.' Ietwat aarzelend voel ik hoe Nick zijn hand op de mijne legt en een schok gaat door me heen. Zwijgend staar ik voor me uit en vele vragen flitsen tegelijkerheid door mijn hoofd. Zou het kunnen dat Nick... en dat ik... Nee, nu moet ik echt eens ophouden. We zijn gewoon goede vrienden.

Snel schud ik de gedachte van me af door over iets anders te beginnen. 'Dus eh, wat ga je in de zomervakantie doen?'

Hij laat zich achterover zakken op het kleed en steunt op zijn ellebogen. 'Waarschijnlijk niet veel, want we gaan bijna nooit op vakantie. Meestal game ik zo'n beetje de hele zomer.'

Hoofdschuddend kijk ik hem aan. 'Wat een verspilling van je tijd.'

Nick haalt zijn schouders op. 'Ik heb toch niks beters te doen.'

'Ga je nooit op vakantie, of zoiets?'

Nicks gezicht betrekt. 'Nee, al jaren niet meer. We hebben er niet genoeg geld voor.'

Ik bijt op mijn lip. 'O, dat is klote...'

Nick glimlacht. 'Ach, zo erg is het ook weer niet. Ik ben er inmiddels gewend aan geraakt.'

Ik glimlach even en pak nog een broodje.  Ik ga op het kleed liggen en laat de zonnestralen mijn lichaam verwarmen. Ik sluit mijn ogen en luister naar Nicks regelmatige ademhaling. Opeens merk ik hoe hij naast me komt liggen en ik voel zijn arm tegen de mijne. Gelijk verspreidt er zich kippenvel over mijn lichaam, ook al is het zo'n dertig graden. Wat is er nou toch telkens met me aan de hand wanneer ik bij hem ben? Ik lijk wel een verliefd tienermeisje... Dat laatste klopt wel, maar verliefd? No way.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top