02
De volgende ochtend open ik mijn ogen en kijk even verdwaasd om me heen voordat ik me besef dat ik bij Justin ben. Hij komt juist de kamer inlopen met een dienblad in zijn handen. Ik ga rechtop zitten en hij plaatst het dienblad met eten op mijn schoot. Ik glimlach dankbaar. 'Je bent echt te lief, weet je dat?'
Hij grijnst en gaat naast me zitten. Ik werp een blik op de klok die aan de muur hangt. Het is al half twaalf, wat betekent dat als ik naar school was gegaan, ik nu hopeloos naar een blaadje vol aardrijkskundevragen aan het staren zou zijn.
Ik eet mijn ontbijt op en werp een blik op Justin, die achter zijn PlayStation in één of ander spel opgaat. Ik zet het lege dienblad voorzichtig op de grond en pak mijn opgeladen telefoon van het nachtkastje. Met ingehouden adem klik ik WhatsApp aan en tot mijn opluchting constateer ik dat mijn ouders me niets hebben gestuurd. Als er iets is waar ik geen zin in heb op de vroege ochtend, is het het gezeur van mijn ouders wel.
______________________________________
Sam {9:35}
Miranda, waar ben je? Janssen vroeg naar je.
Sophia {9:37}
ik denk dat ze ziek is
Nick {9:41}
Juist op de dag van de aardrijkskunde toets, lekker toevallig weer.
Die herkansing gaat heus niet makkelijker worden, hoor
Sophia {9:42}
Hou jij je er even buiten, dank je.
Ik {11:34}
Ja, ik ben ziek
______________________________________
Gefrustreerd gooi ik mijn telefoon voor me uit op bed. 'Asshole.'
'Wat is er?' hoor ik Justin afwezig vragen. Ik stap het bed uit en ga op de rand van Justins stoel zitten. 'O, die Nick maakte weer eens een gemene opmerking.'
'De volgende keer dat ik op school kom zal ik hem wel aanpakken, babe,' reageert hij. 'Laat je niet klein maken door een stuudje.' Ik knik en laat mijn vingers door zijn haar glijden. 'Zijn je ouders al weggegaan?'
'Ja, al een paar uur geleden.' Ik plaats wat kusjes in zijn nek, hopend zijn aandacht te kunnen trekken. 'Wat gaan we vandaag doen?' Hij haalt zijn schouders op. 'Verzin jij maar iets leuks.' Iets wat teleurgesteld knik ik. 'Is goed. Laten we naar beneden gaan.' Nu maar hopen dat het ontbijt op bed niet het hoogtepunt van de dag was.
Justin loopt achter me aan de trap af. 'Wat zijn je plannen voor morgen?'
'Waarschijnlijk naar school gaan,' antwoord ik. 'Anders kom ik echt in de problemen.'
'En, heb je al contact gehad met je ouders?'
'Nee, ze hebben nog geen enkel teken van leven gegeven.' Ik schuif een verdwaalde haarlok achter mijn oor en zucht diep. 'Misschien ook maar beter.'
'Ze draaien wel weer bij,' probeert hij me te troosten en ik glimlach zwakjes. We ploffen op de bank neer en Justin zet de tv aan. Hij heeft zich al aangekleed, maar ik loop nog in mijn hemdje en onderbroek rond omdat ik geen pyjama bij me heb.
Ik raak Justins arm aan. 'Ik ga even douchen en aankleden, oké?' Meteen kijkt hij geïnteresseerd op. 'Is het goed als ik mee ga?'
Ik bloos licht. 'Misschien een andere keer.'
~
Nadat ik me gedoucht en aangekleed heb, loop ik de trap af. Ik blijf verrast voor de deur staan als ik geluid vanuit de woonkamer hoor komen. Gelijk herken ik de stemmen van mijn ouders en Justin. Verstijfd staar ik voor me uit, niet goed wetend wat te doen.
'We weten dat ze hier is, Justin,' dringt mijn vaders stem scherp tot me door en ik huiver. Dit is foute boel. Wat moet ik nou in vredesnaam doen? Ik wil mijn ouders echt nog niet onder ogen komen.
Ik hoor iemand uit de woonkamer opstaan en mijn kant opkomen. Ik schrik op en snel sprint ik de trap weer op, waarna ik Justins slaapkamer in ren. Ik plof radeloos op zijn bed neer en staar naar het plafond. Er klinken voetstappen op de trap en ik hou mijn adem in wanneer ik de klink omlaag gedrukt zie worden. Opgelucht adem ik uit als het vertrouwde gezicht van mijn vriendje om de hoek verschijnt.
'Je ouders zijn er,' zegt hij, compleet overbodig. Ik knik langzaam. 'Wat moet ik nu doen?' Justin gaat voor me staan en pakt mijn handen vast. 'Ga met ze praten, Miranda. Je kan dit niet blijven ontwijken en hoe langer je wacht, des te erger het wordt.'
Ik sla mijn ogen neer. Natuurlijk heeft hij gelijk, maar ik ben bang voor de reactie van mijn ouders. Ik weet hoe boos ze kunnen worden, en ik ben er gewoon nog niet klaar voor om alle verwijten te moeten aanhoren over hoe ik gelogen heb, hun verraden heb, hun voor paal heb gezet.
'Neh, ik klim wel via de regenpijp naar beneden en hang bij het winkelcentrum totdat Sophia uit is,' besluit ik tegen al zijn adviezen in, waardoor Justin me teleurgesteld aankijkt. 'Ik dacht dat wij vanmiddag iets leuks zouden gaan doen? Kom op, Miranda, ik kan je ouders toch niet zomaar wegsturen!'
'Ik ben er vanavond weer, beloofd,' verontschuldig ik me snel terwijl ik het raam openzet. Ik heb dit gelukkig al vaak genoeg gedaan. Ik laat me via de regenpijp naar beneden glijden en kijk naar boven, maar Justin is verdwenen. Ik weet dat het gemeen van me is om hem zomaar te laten zitten, maar het kan me nu even niets schelen.
Ik pak mijn fiets, die in de garage staat, en fiets de straat uit. Ik pak mijn telefoon en kijk hoe laat het is. Tien voor één. Ik heb geen honger, want ik heb net nog gegeten. Ik fiets naar het winkelcentrum en staar voor me uit, denkend aan mijn ouders. Plotseling word ik vanaf de zijkant door iemand anders tegen mijn fiets geraakt en voordat ik me besef wat er gebeurt vlieg ik al door de lucht en kom ik met een klap op de grond neer. Ik voel een felle steek door mijn enkel schieten en ik slaak een kreet uit van de pijn.
'Verdomme, kun je niet uitkijken,' begin ik meteen te schelden en ik krabbel omhoog. Ik kijk zoekend om me heen naar de schuldige die mij geraakt heeft en tot mijn schrik staar ik recht in de ogen van Nick. 'Hallo, Miranda.' Mijn lippen veranderen in een witte streep. Natuurlijk moest het juist weer Níck zijn. Het is officieel, het universum heeft een hekel aan me.
'Je ziet er wel echt heel ziek uit,' zegt hij spottend. Ik zucht verslagen. 'Serieus, niet eens een verontschuldiging? God, wat ben jij een klootzak.'
'Moet jij zeggen, Mevrouw Ik-let-niet-op,' reageert hij geïrriteerd.
'Jij was degene die keihard op me af kwam fietsen,' stribbel ik gelijk tegen. Dan begin ik zacht te lachen. 'Waar ga jij trouwens heen? Is onze brave Nick soms aan het spijbelen?'
'We hebben een tussenuur, en ik heb geen zin om door je vrienden uitgescholden te worden, dus ik was op weg naar de snackbar om daar te lunchen,' mompelt hij. Ik grijns vals. 'No way, de grootste narcist die ik ken heeft geen vrienden? Shocker.'
'Wat ben je weer stoer hoor, met je felle opmerkingen. Hoe gaat het trouwens op school? Had je ook een negen voor scheikunde?' vraagt hij en hij kijkt me voldaan aan wanneer ik niets weet terug te zeggen. Ik besluit zijn opmerking maar te negeren en terug naar mijn fiets te lopen, maar zodra ik een stap zet schiet er een helse pijn door mijn voet. Ik kreun inwendig en vloek. Fijn, dankzij die loser heb ik nu een verstuikte enkel.
'Waar was jíj eigenlijk van plan naartoe te gaan?'
'De dokter,' lieg ik zonder er bij na te denken. Nick lacht spottend. 'Zonder jas, terwijl je ziek bent?' Ik laat mijn ogen rollen. 'Oké, ik was op weg naar het winkelcentrum.'
'Kan je nog lopen?' vraagt Nick en ik schud mijn hoofd. 'Nee, dus bedankt, hè.'
'Ik breng je wel naar huis,' biedt hij aan en gelijk schiet ik in de lach. 'Denk je nou serieus dat ik bij jou achterop ga zitten?'
'Dan niet, hoor,' mompelt hij en hij stapt op zijn fiets. Gelijk heb ik spijt van mijn woorden en gauw hou ik hem tegen. 'Wacht, laten we maar samen naar het winkelcentrum gaan dan.' Ik hinkel naar zijn fiets toe. Hij zet de mijne tegen een lantaarnpaal aan en doet hem op slot. Hij loopt weer terug, drukt de fietsensleutel in mijn hand en gaat op zijn fiets zitten. Ik neem voorzichtig achterop plaats, met beide benen aan één kant.
'Ik breng na school je fiets trouwens wel naar je huis toe,' merkt hij op terwijl hij afzet en begint te trappen. Ik staar verrast naar de achterkant van zijn lichtgrijze T-shirt. 'Sinds wanneer ben je zo aardig?'
'Sinds dat het ook wel een beetje mijn schuld is dat je nu niet meer kan lopen,' antwoordt hij, en ik zweer dat ik hem zelfs even hoor lachen.
~
Na zo'n tien minuten gefietst te hebben arriveren we dan eindelijk bij het winkelcentrum, waar Nick recht voor de ingang stopt. Ik stap voorzichtig af en leun tegen een muur. Nick werpt me een nieuwsgierige blik toe terwijl hij zich fiets wegzet. 'Wat ga je nu doen? Je ouders bellen?'
Ik haal mijn schouders op. 'Ik bel Justin wel.'
'O ja, die leuke vriend van je.'
'Kan je mijn fiets naar Justins huis brengen vanmiddag?' vraag ik, zijn opmerking compleet negerend. Nick schudt zijn hoofd. 'Nou nee, straks kom ik hem nog tegen.' Ik laat mijn ogen rollen. 'Jemig, wat ben jij een pussy zeg. Dat verklaart ook weer waarom je er nooit één zal krijgen.'
Boos kijkt Nick me aan. 'Fuck off, Miranda, echt waar.' Met een voldane blik ga ik tegenover hem staan. 'Breng me na schooltijd maar naar Justin.'
'Ik heb je adres op de klassenlijst staan, dus breng ik je fiets daarheen. En anders vraag je maar aan je vriendje of hij dat voor je wil doen.' Hij wil weglopen, maar snel pak ik zijn arm vast. 'Wacht, ik ga wel met je mee. Dat is handiger dan hier te staan wachten.'
'Ik ga liever alleen,' wimpelt hij me af en snel draait hij zich van me weg. Ik snuif verontwaardigd. 'Dan niet, hoor. Het is je enige kans om met een knap meisje over straat te lopen, maar wat jij wil.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top