Hoofdstuk 13.

Ik loop met 1 koffer en Caleb 2 koffers het huis in. We wandelen naar boven en Caleb zet de koffers neer.

'Jezus waar laat je dit allemaal?' Caleb haalt zijn hand door zijn haar. 'Ik mijn oude kamer.' Haal ik simpel mijn schouders op.

'We moeten echt misschien iets anders voor je zoeken dan mijn kamer.' Ik knik teleurstellend. Ik weet dat ik niet voor eeuwig bij hem kan wonen maar het is toch. Ik ga hem missen.

'Ik weet het!' Hij stormt de kamer uit en ik hoor wat stemmen beneden.

'Het kan!' Schreeuwt Caleb. 'Wat kan?' 'Je kan in de logeer kamer!' Glimlacht hij. Ik pak mijn koffers en spullen en we verhuizen ze naar de logeerkamer.

Hij is net iets kleiner dan die van Caleb en er staat een simpele tweepersoons bed in en één nachtkastje.

Ik pak alles uit en stop mijn kleren in de kast. Ik open nog een andere deur in de kamer en kom uit in de badkamer. De badkamer ziet er verdacht veel uit als die van Caleb. De deur zit erg verstopt en er zit nog een deur in de badkamer. Ik doe hem open en Calebs slaapkamer komt tevoorschijn

Ik heb deze deur nog nooit opgemerkt.

'Ja we delen een badkamer.' Zegt hij. 'Dankjewel.' Ik omhels hem. 'Hé hé hé.' Ik laat hem los en hij kijkt me nep boos aan.

'We knuffelen elkaar niet!' Ik kijk hem vragend aan. 'Je zoent elkaar.' Voordat de woorden mijn hersens binnen komen drukt hij zijn lippen op die van mij.

'Oké zal ik onthouden voor de volgende keer.' Ik glimlach en loop dan naar mijn kamer. Het ziet er al veel meer uit als mijn vorige oude kamer. Maar iets mist nog. Ik kijk naar de muren. Ik ben hem vergeten! Dat kan niet! Hoe kan ik nou zo'n belangrijke foto vergeten?

'Caleb!' Snik ik. Caleb rent naar me toe. 'Ik ben wat vergeten.' Hij kijkt me verbaasd aan. 'Ik moet terug.' Snik ik. 'Waarheen.' 'Naar mijn voogden.' Snik ik. Hij knikt en we lopen naar zijn ouders

*

Mijn vader doet de deur open en ik loop huilend langs hem. Ik ren de trap op en Caleb volgt me. Ik loop mijn lege kamer binnen en zoek naar de foto. Hij is er niet. Ze hebben hem weg gehaald!

Ik loop woedend naar beneden en nog steeds Caleb achter me aan. 'Waar heb je de foto!?' Schreeuw ik. 'We hebben hem opgeborgen.' Zegt mijn vader duidelijk geïrriteerd.

'Hij is van mij!' Mijn vader schud afkeurend zijn hoofd. 'Net zoals die jongen achter je zeker.'

'Caleb heeft hier niks mee te maken!' Snauw ik hem toe. 'Meneer McClain met alle respect maar geef uw dochter maar gewoon die foto en u zal haar niet terug zien.' Helpt Caleb me. Mijn vader zucht als overgaven en loopt weg.

Hij komt terug met de foto en ik gris het uit zijn handen. Daar sta ik op, ik was daar 13 jaar en zij was 9, ik nog met mijn blonde haren en groene ogen achter mijn bril verscholen. Zij met haar blonde haren en groene ogen vrolijk te zijn. Ik sta er verlegen op zij staat er vrolijk op.

'We gaan.' Zeg ik met een brok in mijn keel. 'Heb nog veel plezier met je vriendje!' Roept mijn vader me nog na.

Ik begin te blozen. 'Laten we snel weggaan.' Zegt Caleb een tikkeltje nerveus. Wat schattig ook!

We stappen in de auto en ik kijk nog eens goed naar de foto. Ze was zo schattig. Deze foto betekent zoveel voor me!

We staan voor een meertje en we wisten dat er een foto genomen zou worden. Ze heeft een glimlach van hier naar Tokio en ik glimlach verlegen naar de camera.

Dit was de dag dat ze weg ging! Een traan verlaat mijn ooghoek. Caleb veegt hem weg. Ik zie aan zijn ogen dat hij wilt weten maar hij vraagt het gelukkig niet. Ik wil niet over haar praten.

Het doet te veel pijn. 'Maya we zijn er al 6 minuten.' Ik kijk op en Caleb kijkt me bezorgd aan.

Ik stap stil uit en we lopen het huis weer in. Ik bekijk nog eens de foto. Ik mis haar! Mijn ouders haatte haar gewoon!

'Maya.' Caleb tilt mijn kin bezorgd op. 'Wie is dat op de foto?'

Zal ik het zeggen? Ze is niet weg gegaan om mij nee om mijn ouders! Die vervelende mensen ook!







'Mijn zusje.'









[A/N]

En dan heb je opeens een zusje 😅

XxAnna

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top