Hoofdstuk 7

De nacht begint zich terug te trekken en maakt plaats voor de zonsopkomst. De lucht kleurt rond de zon, oranje, paars en rood. Daarna is het nog de blauwe kleur van de nacht.
Ik sta op het dek en staar naar de horizon.

'Hey Lau,' groet Haven me.

Ik draai me even om en zie Haven even omkijken. In dit licht ziet ze er prachtig uit. Haar lange blonde haar glanst in het licht van haar lantaarn en haar blauw groenige ogen schitteren er door.

'Alles in orde?', vraagt ze aan me.

'Ja hoor,' antwoord ik.

'Mooi,' zegt ze en komt naast me staan.

'We krijgen een prachtige dag,' zeg ik tegen haar.

'Euh, hoi,' horen we plotseling.

We schrikken op en kijken naar de steiger, waar de stem vandaan kwam. Er staat een jonge vrouw, van ik schat rond onze leeftijd.

'Hoi, is er iets?', vraagt Haven aan de vrouw.

'Euh, ja. Sorry, mag ik wat vragen?', reageert de vrouw.

'Natuurlijk,' zegt Haven.

'Waar gaan jullie naartoe en wanneer vertrekken jullie?', vraagt ze vervolgens.

'Onze volgende bestemming is...,' begin ik, maar pak de kaart er vlug bij en kijk erop. 'Harata.'

'En we kunnen elk moment vertrekken,' reageert Haven meteen na mij.

'Mag ik dan vragen of ik met jullie mee mag varen? Ik ben namelijk opzoek naar avontuur,' vraagt ze vervolgens.

We kijken elkaar even moeilijk aan. Ondanks we wel eten drinken hebben gekocht, weten we niet of het genoeg is voor zeven mensen.

'Wat vinden je ouders van je plan?', vraag ik aan haar.

'Ik heb geen ouders meer,' antwoordt ze direct.

Heel even krijg ik medelijden met haar en loop naar voren. De medelijden verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ze kijkt vlug weg. Ik sta halverwege de loopplank stil en richt mijn ogen op de onbekende vrouw.

'Wat is je naam?', vraag ik dan.

'Carlijn en ik ben twintig jaar,' antwoordt ze meteen.

'Wel, beste Carlijn. Je mag best mee, maar onder twee voorwaarden. Eén, je zet ons niet voor schut. Twee, ben je bereid op eventuele gevaar?', vraag ik.

'Ik zou iemand nooit voor schut zetten,' merkt Carlijn meteen op.

'Heel zeker? Ook als je weet dat iemand niet van deze tijd komt?,' vraag ik door.

'Heu, hoezo die vraag?,' vraagt ze verbaasd aan me, waarna ze opkijkt en me aankijkt.

'Wel Carlijn, drie keer raden waarom ik die vraag stel,' merk ik op.

'Jullie komen van een andere tijd?,' vraagt ze verwonderd.

'Precies ja,' reageer ik. 'Maar ik wil je antwoord op mijn voorwaarden.'

'Owh, ik euhm...,' begint ze direct twijfelend en denkt even na.

'Goeiemorgen Laureline en Haven!' roept Zino enthousiast, die het dek op komt lopen.

Ik zie Carlijn verstijven. Ze hadt niet verwacht dat er nog meer mensen op onze schip zitten.

'Haven, waar is Lau?', hoor ik Zino vragen.

'Op de loopplank,' hoor ik Haven antwoorden. Daarna hoor ik Zino naderen van achteren.

'Nou, heb je al nagedacht over een antwoordt?', vraag ik aan Carlijn.

'Wel, hier ben je Lau,' hoor ik Zino's stem achter me. Ik draai me eigen om.

'Hey Zino, even een vraagje. Hoe zal je het vinden als Carlijn mee reist?', vraag ik aan hem, waarna hij me meteen vreemd aankijkt.

'Wie is Carlijn?,' vraagt hij verward.

'Zij daar,' antwoord ik enkel en wijs met mijn duim, over mijn schouder, naar achteren. Ik zie hem langs me heen kijken. Zijn ogen worden van verbazing groot en zijn mond vormt een geluidloze "o", bij het zien van Carlijn achter me.

'Dat zal ik wel leuk vinden, maar-.' 'Eerst dus overleggen met de rest, klopt. Kom aan,' onderbreek ik hem en pak hem bij zijn schouders vast, waarna ik hem omdraai. Vervolgens geef ik hem een duwtje terug richting het dek. Hij loopt terug en ik volg hem.

'Hey, hallo?!' hoor ik Carlijn verontwaardigd naar ons roepen. Ik draai me even om.

'We komen zo terug. blijf waar je sta,' zeg ik tegen haar en draai me terug om, waarna ik weer verder loop.

'Alles goed hier?,' vraagt Daphne, die samen met Xiebe en Youri naar boven zijn gekomen.

'Ja, alleen wilt er een of andere Carlijn met ons mee reizen,' antwoord ik meteen. 'We moeten met zijn allen overleggen.'

'Heeft ze nog familie?', vraagt Daphne terug.

'Ze heeft geen ouders meer,' antwoordt Haven, voordat ik al kan antwoorden met 'Geen ouders, maar geen idee of ze nog andere familieleden heeft'.

'Dan mag ze van mij mee,' geeft Daphne toe. 'En jullie jongens?'

'Ja, geen probleem,' reageren Xiebe en Youri.

'En jij Haven?,' vraagt Daphne aan haar.

'Vooruit,' antwoordt ze met een diepe zucht.

'En jij zelf, Lau?,' vraagt Daphne nu aan mij.

'Ja, ik vind het goed,' antwoord ik.

'Mooi. Carlijn, kom maar aanboort!' roept Zino naar haar.

Ik loop naar het stuur en zie Haven al het anker binnen halen. Op het dek verschijnt Carlijn, die door Youri warm wordt onthaald. Xiebe zie ik naar Haven toe lopen. Bijzonder!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top