Hoofdstuk 10
De lucht werd steeds donkerder in het bekende natuurgebied. De zon was al bijna weg bij de horizon.
De parkplaats was al redelijk vol.
De meeste van het feest waren van de Greatford Valour high school. Er was ook een handje andere scholieren. Waarschijnlijk van de openbare scholen. Of het zou net als de Greatford Valour high nog paar andere privéscholen zijn.
Het geluid van het kampvuur knetterde. Allerlei soorten geuren, zoals: De rookgeur van het kampvuur, menselijke geuren en nog wat anders, drongen door zijn neus. Ook de geur van alcohol. Dat terwijl Bradley heel ver van het kampvuur verwijderd was. Hij zag het kampvuur zelf niet dat in de openplek van het bos bevond. Hij was nog steeds op de parkeerplaats.
Een wildfeestje buiten in de natuur was te riskantvol. Vooral door de vele monsterachtige griezelverhalen in Louisiana. De sheriff had via de media nog gewaarschuwd om 's avonds niet naar het bos of moeras toe te gaan. Laat staan een wild feestje. Wel nadat er twee jongeren vermist waren deze week.
Dat Jamilia van de aardbodem verdwenen was, wist de meeste mensen uit zijn omgeving wel. Alleen de vraag; wie zou dan die ander persoon zijn die vermist was? Hij was deze week niet eens op de hoogde van het nieuws. Hij had het alleen gehoord van iemand van school.
Ze konden Bradley vaker waarschuwen wat ze willen. Het weerhoudt hem niet voor zulke feestjes. Hij wilde hard feesten. En hij genood wel van de spanning en de kick dat er in het duistere natuurgebied bevond.
'Yo, gast.' Will kwam naar hem toe.
'Hey, hoe is het, gozer?'
'Wel lekker. Ik had die middag bij het restaurant van mijn oudtante dat meisje nog gezien.'
'Serieus?' Er verscheen een brede grijns op Bradley zijn gezicht.
'Ik denk dat Sam wel gelijk heeft. Het is onmogelijk dat zij het is, aangezien ik haar ouders ook in het restaurant zag.'
'Of tenzij het een eeuwenoude kloon is,' zei Bradley mysterieus.
Een donkerblauwe CADILLAC uit 2016 scheurde over de parkeerplaats van het park. De banden piepte van de bocht.
De benzine lucht verspreidde zich op de parkeerplaats.
Raff die zijn Cadillac met een knal dicht sloeg.
Maar goed dat er geen erge deuk in zijn auto was. Dat kon wel eens gebeuren door de sterke spierkracht van het bovennatuurlijke. Zo te zien kon Raphael wel eens een workshop tegen agressiviteit volgen. Het leek alsof hij elk moment uit zijn fel kon springen.
'Yo, gozer, What's up?' vroeg Bradley.
'Het is mijn stiefzus. We hadden zojuist ruzie gehad. Ik wil er nu niet over hebben.'
'Dat is goed, maat. Laat maar weten wanneer jij erover wilt praten.'
Raphael zuchtte.
Kimberly kwam opgetut hun kant op.
Will trok Kimberly naar hem toe. Zijn arm lag op haar middel.
Ze drukte een kus op Will zijn wang.
Als ze maar niet in mijn buurt gingen zoenen, dacht Raphael. Hij vond het al walgelijk als ze met Will zaten te zoenen.
Raphael zijn blik was schuin richting het bosgebied. 'Shit, niet hij weer.'
Bradley draaide zijn gezicht ook die kant op.
Tyler met een sigaret kwam de parkeerplaats toe.
Hij leek wel erg zeker over zichzelf. Van een afstand rook Bradley de geur van alcohol.
'Zo, gasten.' Er verscheen een licht plagende grijns op Tylers gezicht.
Will was zo te zien een paar meter van zijn vriendenkring verwijderd. En ja hoor. Kimberly had haar tong weer in Will zijn mond gedouwd.
'Wat kom je bij ons doen, Tyler?'
'Doe ons een plezier, en donder even een eindje op,' snauwde Raphael.
'Voor een aanvoerde van de football team klink je wel erg opgefokt.'
Er fonkelde spot in Tyler zijn gezicht.
'Tyler, gast, ga ergens anders heen,' zei Bradley.
'En waarom zou ik? Volgens Amanda en dat donkere chick Harper. Heb je mijn vriendinnetje gekrenkt.'
Raphael kaak spande zich. 'Amanda begon met dat klote drama.'
Tyler spuugde paar centimeters schuin voor Raphael zijn voeten.
Hij balde zijn handen tot vuisten.
Tyler keek hem minachtend van top tot teen aan. 'Ik begrijp ook waarom jullie uit elkaar zijn.'
Dit was de druppel voor Raphael. Met zijn vuist probeerde hij Tyler gezicht te rammen.
Tyler wist Raphael slag te ontwijken, alleen kwam zijn vuist langst zijn kaak die zijn oor raakte. 'Gast, what the fuck?' Hij duwde Raphael hardnekkig.
Hij deinsde paar stappen naar achter van Tyler duw.
Raphael was bijna rood. Zijn aderen bij zijn hals leek toonbaarder te zijn. Raphael stormde op Tyler af.
Het gevecht kwam uit tot geworsteld.
Bradley moest iets doen. Het werd lastig als hij onbedoeld vuistslagen kan ontvangen van de jongens.
Hartkloppingen van de vechten de jongens drongen door Bradley oren.
Tyler plaatste zijn gewicht van de ene voet naar de andere voet. Woede als vuur dat in Raphael gezicht sprong.
Een vuist kwam richting Raphael gezicht. Iets van gekraak was te horen.
Dat werd een gebroken neus voor Raphael. Het was maar goed dat het door zijn omstandigheden razendsnel geneest.
Bradley wist dat hij bij zulke gevechten niet mee kon bemoeien, maar Raphael was zijn beste vriend.
'Raphael, beheers je,' zei een stem, die blijkbaar klaar was met zijn zoensessie.
De woorden van Will hadden geen zin. Raphael opgefokte woedde had de overhand. Nog even en zijn blauwe ogen zullen een geelbruine achtige gloed hebben.
Zijn vuist ramde paar keer in Tyler zijn gezicht, waardoor Tyler deinsde en bijna op de grond viel.
Bradley had van achteren Raphael zijn armen beet.
Will kwam tussen de jongens staan. Zijn blik op Raphael gericht. 'Ik meen het, Raphael. Voordat het escaleer.'
De spanning in de lucht was bijna om te snijden.
Raphael probeerde tegen te trippelen. Zijn kaak was nog steeds gespannen van de woedde en wilde weer zijn slag slaan.
Bradley had zijn armen nog steeds beet. 'Gast, Lok Raphael dan ook niet uit de tent. Je weet zelf wat er gebeurt.'
Will keek naar Tyler. Er droop bloed van zijn neus. Bij zijn lip was een snee. Een bruine oog van hem zat er bijna gezwollen uit. Dat zal morgen een blauw oog worden.
'Wat is er gebeurd?'
Will was niet bewust van dat er paar mensen op de parkeerplaats kwamen. Vast om naar de vecht spektakel van de twee football jongens te bewonderen.
'Wat denk je dat er gebeurd is,' riep Bradley.
'Kunnen jullie even kalm zijn?'
Er verscheen een glimlacht op Tyler zijn gezicht. Door het bloed zag het er niet aantrekkelijk uit.
'Het is gewoon niet chill wat je deed, kom op...' Will had zijn zin niet kunnen afmaken.
Iemand riep Tyler. Amanda kwam aanlopen stormen. Ze omhelsde haar vriend, alsof ze hem heel lang niet meer gezien had. 'Wat heeft Raphael je aangedaan?'
'Die klootzak van een vriend begon.'
'Je praat niet zo over mijn vriendje,' reageerde ze nors.
Bradley had Raphael paar tellen ervoor al losgelaten. Misschien niet het beste idee. Hij had het gevoel dat Raphael Tyler weer ging aanvallen.
'Jullie kunnen maar beter van het parkeerplaats gaan voor het geval dat,' voegde iemand anders toe.
'Shit, Dit kan je me niet menen?' mompelde Raphael.
De bekende politiewagen kwam de parkeerplaats op.
De blikken van de jongens waren ook die kant.
De portier van de auto ging open.
Raphael staarde de jongens weer aan. 'Wat doen we nu?'
'We kunnen altijd nog gaan.'
'Nee, man. Ik ga deze feestje niet verspillen door één of ander sheriff,' zei Bradley.
'Zo, kinderen. Jullie denken de waarschuwingen maar onder jullie laars te steken?' reageerde de Sherrif een poosje later, nadat hij en zijn collega de auto uit waren gestapt. De stem van de sheriff accent klonk erg zuidelijk. Dat was overigens bij de meeste mensen in Louisiana, alleen leek het door zijn stem en de klanken die hij uitsprak meer op te vallen.
'We zijn al van plan om weg te gaan, meneer,' zei Will.
Raphael had Will arm al beet wanneer hij de eerste stap zette. 'Ik denk niet dat het veel zin heeft.'
'Raff,' fluisterde Will nors.
'Ik waarschuw de mensen hier ook niks voor niks. Daar buiten in het donker dreigt gevaar.' De duim van de Sheriff wees naar de richting van het bos. De zon was al volledig onder gegaan. Het was maar goed dat er een paar lantaren palen op het parkeerplaats schenen. Anders was er geen oog te zien in de omgeving. Niet dat het de jongens veel uitmaakte. Die hebben door het bovennatuurlijk een betere zicht in het donker, dan een gemiddelde mens.
'Ik heb anders nergens gevaar gezien,' zei Raphael.
De sheriff staarde hem van top tot teen uit. 'Dat lijk bij jou niks van te zien. Het lijk alsof je gevochten hebt.'
De collega die een paar meter van ze vandaan stond praatte iets in zijn walkietalkie.
'Dat jullie het nog niks van gemerkt hebben betekent nog niet dat het er niet is. Mag ik jullie legitimatiebewijs zien?'
Will zuchtte.
Raphael hart bonkte.
'Gaat u ons een boete geven?' vroeg Bradley, terwijl hij zijn identiteit-bewijs aan de agent gaf. 'Dat zien we nog wel. Ik wacht nog op mijn collega's voor versterking.'
Raphael ging met zijn hoofd dicht bij Bradley oor. 'We worden zeker gearresteerd. Een klojo heeft zeker verklikt dat ik met die klootzak zat te vechten,' siste hij zachtjes in Bradley oor. Zo zacht mogelijk dat de Sheriff hem niet kon horen.
'Wel, nee, joh. Het zal vast reuzen meevallen,'
'Het zal best,' snauwde Raphael.
Leunend stond Bradley bij de kluisjes naast Will, die zijn boeken pakte voor de les.
'Man, wat haat ik maandagen. Vooral de ochtenden.'
'Dat is altijd klote,' zei Will. 'Maar goed dat er extra football is voor ons, vanwege de wedstrijd.'
'Oh yeah. Ik verheug me al op deze dag.' Bradley stem klonk vol ironie.
Nonchalant viste Bradley zijn mobiel uit zijn navy blauwe broekzak. Er was geen bijzonderheden op social media.
De lessen kunnen elk moment beginnen.
Bradley stopte zijn mobiel weer in zijn zak. Hij observeerde de rest op school die langs hem liepen. Paar meiden uit de tiende en elfde leerjaar die hem verwonderlijk aanstaarde. Hij stak zijn handen in zijn donkerblauwe colbert. Dit beviel hem wel. Er was nog geen spoor van de nieuweling Jade. Ze zou vast nog wel komen.
Er liep wel iemand anders langs.
Hij tikte op Will schouders, terwijl hij naar Harper wees. Haar uniform ook erg stijlvol.
'Kijk, daar hebben we onze ijskoning.' Riep Will uit.
'Hey, kwaadaardige Elsa, wanneer gaat het weer vriezen?'
Harper draaide met haar ogen.
Will begon bijna te grinniken.
'Hebben jullie soms geen leven, of zo?'
'Ho, rustig.' Brad heften kort zijn handen. 'Het is maar een geintje.'
'Yeah, right. Maakt dat de kat maar wijs.' Ze liep voorbij de jongens.
'Nog tot ziens, Kitty,' riep Will achter haar rug.
Ze gaven elkaar een persoonlijke handgroet.
'Hey, Raff hoe is die?'
Zo te zien had hij nog steeds een blauwe plek langst zijn oog en een Kors bij zijn lip.
Hij zag er nog beroerde uit dan die blauwe plekken.
'Soms slecht geslapen?'
'Een soort van.'
'Maar, hey. Het is maar goed dat we geen boeten of iets hebben gekregen.'
Er verscheen een glimlacht op Bradley zijn gezicht. 'Yeah, anders kan ik mijn verjaardag feestje wel vergeten.'
En dat terwijl Bradley de rijkste van de vier was.
'Ik weet niet wat er zo positief aan is. Maar ik had in het weekend nog daar dat kreng van een stiefzus bijna huisarrest gekregen.'
De schoolbel ging.
'Ik moet gaan,' zei Raphael.
'Hey, jongens.' een bekende speelse stem klonk er schuin achter hem. Dat terwijl de pauze aangebroken was.
Sam hand ging over zijn donker warrige haren.
Raphael staarde haar recht aan. 'Alice, Is er iets? Je weet dat je hier niet kan zijn.'
Ze rolde met haar ogen. 'Het zal wel. Jullie zitten anders niet in de kantine.'
Daar had Alice wel gelijk in. Ze waren nog in de gang. Dat was ook niet vreemd. De bel was maar net afgegaan.
Sommige leerlingen waren ook in de schoolgangen die richting de kantine liepen.
'Hebben jullie vier musketiers nog nieuws?'
'Er is niks bijzonder, behalve dat ik een klote weekend gehad heb,' zei Raphael.
'Dat is echt kut, maar overigens, hebben jullie iets ontdekt van de zogenaamde nieuwe meid?'
'Ja,' antwoordde Will. 'Ze was het weekend nog bij het restaurant.'
'Laat me raden het al bekende restaurant van moeder New Orleans?'
'Yeah, die restaurant, ja,' Will stem klonk een beetje fel dan hij bedoelde. 'Ze lijkt me best een aardige meid.'
Raphael liet een spottend gesnuif horen. 'Aardig laat me niet lachen. Het weer zo'n streek van die rotwijf Rosalie. Voor je het weet belazerd die trut ons weer.'
'Ik denk niet dat het Rosalie is,' zei Will.
'Het zal wel. Als iemand me zoekt ik ben in de kantine.'
Het bleef voor Brad nog steeds opmerkelijk dat ze op Rosalina lijkt. Of beter gezegd, Rosalie. Zo werd ze door bijna iedereen genoemd. Misschien dat ze Rosalie was die zich voordeed als een doorsnee tiener met bepaalde interesses. Hij twijfelde nog echt. Misschien hadden Sam en Will gelijk en was het een ander meisje dat veel op haar leek.
Op de één of ander manier had Bradley het gevoel dat hij weer in 1862 beland was. Vooral van het zien van Jade.
De herinneringen van toen kwamen weer naar boven.
De beelden van het slagveld, de Amerikaanse burgeroorlog, de overnachting in New Orleans, maar vooral Rosalie.
De herinneringen leken meer en meer boven te komen. Hij had het twee jaar lang de tragische herinnering op de achtergrond proberen te drukken. Hij was ook maar pas achttien die meevocht in de burgeroorlog.
Paar tenten waren een eindje erop opgezet. Drie van de soldaten liepen nonchalant met hun wapens over straat.
Bradley en de andere soldaten hadden vanaf gisteren de mogelijkheid om New Orleans te verkennen. Al sinds het paar dagen al rustig was.
Het leek wel een schrok om te zien hoeveel vrije mensen van kleur er op straat liepen. Ze liepen door de straten van New Orleans.
De meeste leken ook erg welvaart te zijn. Maar hoe kwam dat?
Een tijd van paar minuten had een sprong gemaakt.
De herenhuis binnen zag er knus uit. In de hal kon Bradley nog de huiskamer zien, waarvan de openhaard brandde. Een paar jonge welgestelde vrouwen zaten op de sofa.
'Waar ben je zo aan het staren?' vroeg een stem speels.
Ze legde haar vingers langs Bradley kin. Zijn hoofd werd haar kant om gedraaid.
Haar groene ogen staren hem zo verleidelijk aan. Haar blik vol passie en ondeugendheid dat hem bijna liet smelten. Haar blote schouders waren onthuld, maar de korte plofmouwen van haar wijde jurk, lagen op haar bovenarmen.
Haar licht getinte huid en haar donkerbruine gekrulde haren, vermoedde hem dat ze een quadroon moest zijn. Hij was er zelf niet zeker van. Niet dat hij het ooit waagde om met een kleurling te gaan trouwen. Hij wist immers dat het door de wet niet toegestaan was.
Hij had wel genoeg verhalen gehoord over beeldschonen quadroon vrouwen, die vrij waren en graag de minnaressen willen zijn voor de blanke man.
Ze liep met hem naar boven.
Ze trok hem naar binnen richting een kamertje. Ze deed de deur achter haar dicht.
Ze duwde hem op het tweepersoonsbed.
'Ik ben blij dat je nog eens kan komen,' zei ze erg sensueel, terwijl haar korte mouwen verder omlaag zakte.
Haar korset onder haar kleding werd onthuld. Ze begon speels te giechelen.
Dat beviel hem wel.
Zijn hand streelde haar wang.
Ze begon hem te zoenen.
Een explosie leek in hem vanbinnen te branden. Voor Brad was het niet het type explosie zoals in deze oorlog. Het voelde aangename dan dat. Hij zoende haar terug.
Zijn vingertoppen gingen langst haar haren.
De zoete geur van haar parfum kwam zijn neusgaten binnen.
Ze beëindigde de zoen. Een centimeter of twee was zijn lippen van de haren verwijderd. Hij staarde kort naar haar zachte lippen. Brad wilde haar nog eens zoenen.
Zij legde een duim op zijn lippen en streelde hem naar beneden. Hij kuste haar naast haar lippen. Daarna haar slaap. Vervolgens rook hij naar haar hals.
Een kreun verliet haar mond.
Haar vingers gingen over zijn goudbruine haren.
Ze hijgde en kreunde en genoot van elke aanraking van Brad.
Ze had haar jurk weer recht getrokken na het intense genot. Ze streek haar handen recht.
'Het is fijn om jou weer te zien. Een echte man die voor het zuiden vecht.'
Er verscheen een grijnst op zijn gezicht.
'Misschien dat ik jou ooit weer zie.' Haar blik was één en al ondeugend.
Brad pakte haar hand. 'Ik wil eens weten hoe je heet.'
Haar mondhoeken krulde lichtjes omhoog. 'Ik ben Marie Rosalina. Maar je kan me wel Rosalie noemen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top