8. Vrouw?!
Drie dagen later.
Sander:
Het is drie dagen later en nog steeds geen reactie van de moordenaar, zou de boodschap zo onduidelijk zijn geweest?
Met een lood in mijn schoenen loop ik naar de personeels ruimte wat onze pauzen plek is, dus het is eigenlijk een soort kantinetje waar ik en mijn collega's pauzen houden of als we niks te doen hebben daar naar toe gaan.
Wanneer ik naar binnen ga hoor ik twee collega's praten over familie zaken. Oh ja over familie gesproken, die afspraak die ik had gemaakt met mijn moeder om te gaan praten werd verplaatst. Door verschillende reden, toen ik klaar stond om te gaan appte ze me ineens met de mededeling dat het niet door ging. Persoonlijk denk ik dat mijn vader boos werd op mijn moeder en dat het daarom niet door ging, maar wie weet zit ik er anders wel vet naast.
Wanneer ik naar de koffie automaat loop hoor ik snelle voetstappen mijn kant op komen, even kijk ik op en ik zie dat Julius mijn kant op komt "Sander kom snel mee Jansen word net gebeld."
Snel zet ik mijn mok weg en loop ik met mijn collega snel mee naar het kantoor van Jansen. Wanneer we binnen komen zie ik dat Jansen op ons wachtte tot we er beide zouden zijn, ik hoor ook dat de telefoon gaat. Zou dit het moment zijn? Het moment waar we al drie dagen op hadden gewacht.
Zonder enige twijfel neemt Jansen op en zet hem op luidspreker "Met Jansen." Zegt hij kort maar krachtig. Ik wacht in spanning af wanneer Jansen dat zegt en ik kijk naar de telefoon wachtend op een reactie.
"Hallo sheriff Jansen." Klinkt ineens een vrouwen stem. Wacht een vrouwenstem?! Ik kijk verbaast naar Julius, ik had eerlijk gezegd een man verwacht maar de sporen om vast te legen of het een man of vrouw was, was nooit duidelijk. "Ik zag in de krant dat jullie me uitdagen." Onderbreekt de vrouwenstem mijn gedachtens "Jullie mogen van geluk spreken dat ik wel wat van uitdaging hou." Vervolgt de stem. Jansen die zelf ook was verbaast schraapt even zijn keel "Ik ben blij dat je onze bericht hebt gelezen." Ik luister in stilte mee naar het gesprek. "Ach ja, ik kon er niet omheen die kranten waren voortaan overal." Reageert de stem er op "Maar wie zijn die twee agenten? Beetje onbeleefd om hun niet voor te stellen." Verrast kijk ik op wanneer de stem dat zegt en kijkt naar Julius, ook hij is verrast en we hebben beide de zelfde vraag.
Hoe weet die stem dat ik en Julius hier zijn.
"Nou?" Zegt de stem ongeduldig wanneer er een stilte valt, Jansen kijkt naar mij en Julius en zegt dan "Agent Smith en Jongekant." "Maar hoe weet je dat zij hier zijn?" Vraagt Jansen meteen. "Ik heb zo mijn trucjes." Antwoord de stem kort op Jansen zijn vraag "Maar nu even ter zaken Jansen." Zegt de stem dan ineens. "Je begrijpt dat ik me niet zomaar over geef hé." Jansen zucht en ik zie aan hem dat hij dit zag aan komen. "Dat begrijp ik uiteraard, maar wat verwacht je dan?" Vraagt Jansen, kort valt er een stilte.
"Genoeg geld om hier weg te kunnen en vrijheid." Zegt de stem na een korte stilte, kort kijk ik naar Jansen dit kan toch niet? "Maar mevrouw u begrijpt toch wel dat, dat niet gaat lukken gezien de dodental die je al op je geweten hebt." Reageert Jansen zo kalm mogelijk. "Oh Jansen dit is weer jammer van u, alles kan zo niet op de legale manier dan maar op de illegale manier." Zegt de stem met iets duisters. Dat duistere toon geeft mij de rillingen over mijn rug, het klinkt angstaanjagend. "Als u het niet regelt vallen er doden met een dag, dus elke dag kan er wel een nieuwe slachtoffer vallen." Vervolgd de stem, een stilte valt op ons neer. Jansen herpakt zich snel en zegt "Bent u mij nou aan het shanteren?" Vraagt hij kalm mogelijk, een kort lachje is te horen "Nee Jansen, ik geef u alle tijd maar hoe langer u wacht hoe meer doden." Zegt de stem "Als u mij niet geloofd stuur morgen maar Agent Smith naar het station waar ik dan iemand stuur om een envelop te geven met bewijs dat ik niet bluf."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top