Hoofdstuk 3

Eenmaal op mijn slaapkamer sluit ik de deur en zie dat Carmen zich op mijn bed laat ploffen. Plotseling uit het niets begint ze te lachen.

'Waarom lach je Car?', vraag ik aan haar.

'Die blik van jou! Je wilt altijd stilletjes zijn, terwijl iedereen gewoon wakker en beneden is,' lacht ze. Ik zucht en loop naar mijn bureaustoel, waarop ik ga zitten.

'Maar waarom zijn we nou hierheen gegaan? Leg me eens uit!' vraag ik belangstellend aan haar. Ze stopt met lachen en komt een beetje op adem, waardoor ze door het lachen buiten adem was geraakt.

'Ik wou graag met jou weer eens afspreken,' zegt ze, maar ik hoor wat aan haar stem. Ze liegt.

'Oke,' zeg ik simpel, maar een beetje verontwaardigd.

'Wat gaan we doen?', vraagt ze plots uitgelaten. Ik schrik van haar uitgelatenheid en kijk haar geschrokken aan. 'Nou Ibbe, niet zo geschrokken. Je doet immers alsof je een geest hebt gezien!' grapt Carmen.

'Stop maar Car. Ik wil weten wie nou dat meisje heeft vermoord,' zeg ik ambitieus.

'Zeg Ib, laat de politie deze zaak eerst oplossen! Als het hun echt niet lukt, dan bemoeien we ons er mee. Oke?', vraagt Carmen aan me. Ik merk op dat ze me wilt overhalen en tegenhouden, maar ze weet dondersgoed dat ik niet tegen te houden ben. Meteen draai ik mijn bureaustoel om en duw mijn laptop open, waarna ik hem aanzet. Ik ontgrendel mijn laptop en open hierna word. Mijn vingers glijden over de muis van mijn laptop en ik open een nieuwe document. De laptop opent de nieuwe document en mijn vingers schieten meteen naar de toetsen. Met mijn vlugge vingers typ ik "Een meisje uit mijn straat vermoord" en typ vervolgens nog de vraag "Hoe en waarmee is ze vermoord?".

'Ibbe, meen je dit nou? Je zag toch geen wapen! Hoe wil je er achter komen hoe en waarmee ze vermoord is, als de politie het lichaam in beslag houdt?' Door de vragen die Carmen op me afvuurt, verwijder ik de vraag. Ik zucht.

'Car, heb je niet gemerkt wat voor onrust er was in de menigte? Iedereen wilt het vast en zeker ook weten. Zelfs mijn vader!' roep ik uit en zie Carmen even schrikken.

'Oke! Mijn best, dan doe je het maar in je eentje,' zucht ze dan.

'Nee, jij gaat mee helpen!' commandeer ik haar.

'Okeeee, vooruit!' zucht ze, met een zurig gezicht wat duidelijk maakt dat ze het echt niet wilt. Ik grinnik een beetje om haar, maar word dan weer serieus.

'Top! Zou jij dan misschien wat foto's willen maken?', vraag ik aan haar. Ze zucht luidt, maar staat met tegenzin op.

'Vooruit! Ik doe het alleen voor mijn beste vriend, nog net niet voor de politie,' zegt ze geïrriteerd, waarna ze vervolgens naar de deur toe loopt.

'Car, wel graag wat interesse tonen in deze zaak. Jij wilt ook toch graag weten wie haar nou heeft vermoord? Dit is ons geheimpje toch?', vraag ik en ik sta op, waarna ik een van mijn vier camera's pak. Dan loop ik naar Carmen toe. Eenmaal achter Carmen sla ik mijn armen om haar heen en druk de camera in haar handen. Ik voel dat ze even schrikt, maar al snel hersteld ze zich.

'Ja, dat wil ik ook heel graag weten. Inderdaad, ons geheimpje,' zucht ze en hangt de camera om haar nek heen. Dan pakt ze me plots mijn pols vast, waarna ze me over haar schouder trekt. Met een zwaai vlieg ik over haar schouder en val tegen de deur te pletter, waardoor de stilte door een harde bonk word onderbroken. 'En als er iemand mij wilt tegenhouden, dan doe ik precies het zelfde wat ik zonet bij jou deed,' glimlacht ze vrolijk.

'Heb je last van stemmingswisselingen Car?', vraag ik aan haar.

'Misschien,' grijnst ze van oor tot oor. 'Tot zo,' vervolgt ze zich direct, mij verbazend achterlatend.

Na een minuutje over drie sta ik maar weer op en loop terug naar mijn bureaustoel, waar ik weer terug op ga zitten. Ik typ gauw "Eventuele moordenaars" op en zet elke regel een streepje neer. Ik probeer wat namen te bedenken, maar er komt niks uit mijn vingers. Wanhopig zucht ik. Beneden hoor ik de deur dicht slaan en ik hoor iemand de trap oplopen. Dat zou niemand minder dan Carmen zijn. Ik hoop dat het haar is gelukt!

'Hey, ben ik weer,' hoor ik een opgewekte Carmen zeggen. Meteen kijk ik op en zie Carmen in de deur opening staan.

'Top! Heb je wat foto's kunnen maken?', vraag ik aan haar.

'Ja, maar ik weet niet of ze nou goed genoeg zijn. Er zitten ook een paar tussen die wat wazig zijn,' zegt ze en kleurt van schaamte rood aan. Ik grinnik eventjes om haar reactie.

'Ga lekker zitten op mijn bed,' stel ik dan voor aan haar. Ze knikt en loopt met bibberende benen naar mijn bed. Ik wil vragen waarom ze bibbert, maar iets in mij houdt me tegen om dat niet te doen. Ze laat zich op mijn bed ploffen. 'Waarom bibber je?', floept er dan plots uit mijn mond.

'Ik ben geschrokken van wat ik aantrof,' beantwoord ze mijn vraag.

'Oke, mag ik dan mijn camera terug?', vraag ik nog beleefd aan haar.

'Tuurlijk,' zegt ze en overhandigt mijn camera vlug. Het lijkt erop alsof ze er graag weer van af wilde! Ik neem de camera aan en draai me razendsnel om, terug naar mijn bureau toe. Ik sluit de camera aan, aan mijn laptop. Dan zet ik de camera aan en meteen verschijnt er een melding dat de camera is aangesloten op de laptop. Met mijn muis open ik de map met foto's en bekijk de gemaakte foto's van Carmen. Er zitten een paar wazige foto's tussen, die ik verwijder. Hierna bekijk ik de foto's die wel scherp zijn en zie op de foto het lijk van het meisje. Blijkbaar ligt die er nog steeds! Ik zet de foto's over naar mijn laptop, waarna ik in word "Belangrijk bewijs" typ. Dan plaats ik de foto's in het word document.

'Top, die staan er in!' zeg ik en draai me om.

'Wat gaan we nu doen? In plaats van ons met die stomme zaak mee te bemoeien?', vraagt Carmen, waardoor ik lichtjes geprikkeld raak.

'Laten we iets in de meent doen!' stel ik voor.

'Goed idee!' roept ze enthousiast en ik grinnik. Ik weet dat ze gek is op shoppen! Ze staat op en rent de kamer al uit. Voordat ik opsta en de kamer wil verlaten, klap ik mijn laptop dicht en haal de camera van mijn laptop af. Hierna berg ik hem netjes op, waar niet iemand gauw zou kijken. Dan verlaat ik ook de kamer en loop naar beneden, waar Carmen al met haar schoenen en jas aan al op me staat te wachten. Ik pak mijn schoenen en trek ze aan, waarna ik nog gauw even mijn jas van de kapstok af gris en we lopen het huis uit.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top